De takken die nu door de groendienst als afval opgehaald moeten worden, waren ooit waardevolle brandstof voor de oven. Wil je zelf bakken in een bakoven of ken je iemand die het wil, bewaar dan zorgvuldig de takken bij het knotten, snoeien of rooien in de tuin.
Handig en netjes zijn dan takkenbossen. Je maakt bossen van zo'n 100 cm lengte en 30 cm diameter, die je goed samenperst. Dat is nodig omdat ze bij het drogen zullen krimpen en het bindsel dan los gaat.
Met een knevel kun je makkelijk een paar takkenbossen binden: knoop een touw in het midden rond de takken, zonder te spannen. Steek er een stok van 30 à 40 cm onder en draai. Is de spanning voldoende, bind dan de bussel met ijzerdraad of touw voor balen (bij vee- en paardenhouders te bekomen).
Je kan ook met twee hefbomen (zie ook takkenbosknijper) werken zoals op de tekening aangegeven.
Heb je echt veel te binden, dan kan je gebruik maken van een takkenbospers of een bindpaard zoals afgebeeld. Dat laatste kan je gemakkelijk zelf maken. Je vindt hier een eenvoudig plan van een bindpaard.
Dit plan werd gemaakt op basis van een bindpaard uit de collectie. Je kan het maken zonder voorkennis, er is geen speciale ervaring of vaardigheid in houtbewerking noodzakelijk. Het is een compact en licht toestel dat makkelijk op de schouders te dragen is. De afmetingen zijn afhankelijk van het hout dat je zelf op voorraad hebt of waar je gemakkelijk aan kan geraken, de afmetingen op het bouwplan zijn een richtlijn. De houtverbindingen maak je afhankelijk van eigen kennis en vaardigheden, er zijn ook andere mogelijkheden.
"De takkenbos werd tussen de 4 stijlen geplaatst. Een ketting werd rond de takkenbos gelegd. Een spanstok trok de ketting samen. De stok werd vastgehouden door een haak die bevestigd was op het uiteinde van het bindpaard. Al het werk kon door één persoon uitgevoerd worden." (uit: Over ezels en kreupelhout, Jean Destryker in Jaarboekje Zuidwestbrabants museum, 2007, p.13-15)
tekeningen uit: Over ezels en kreupelhout, Jean Destryker in Jaarboekje Zuidwestbrabants museum, 2007, p.13-15
Stuur foto's van je eigen bouwsel naar info@mot.be!