Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 7,211 - 7,220 15,395 resultaten gevonden
Machete (m.)
"Machete" is een algemene term voor een handwerktuig dat dagelijks in Latijns- en Zuid-Amerika, Centraal-Afrika en Zuidoost-Azië onder meer als hakmes wordt gebruikt. Het werktuig is onmisbaar op de cacao-, koffie- en suikerrietplantages, op de maïsvelden, bij de hennep of sisalteelt (1), maar is daarenboven een all-round werktuig bij uitstek. Met de machete kan men immers ook gras maaien (2), maniokstengels hakken en -knollen pellen, bamboe oogsten, dunne bomen vellen, zich een weg banen in de jungle of in doornige begroeiing, kokosnoten openkappen, gedode dieren villen, vlees en vis snijden, knollen uit de grond graven, bomen schillen zoals met het schiltrekmes (3) enz.; hij wordt ook als wapen gebruikt (4). De machete heeft een lang (25 à 75 cm) metalen lemmet (5). De rug is recht of licht hol, de snede is recht of afgerond naar de punt toe (6). Het blad kan 3 à 10 cm breed zijn en snijdt aan één, uitzonderlijk aan beide zijden. Het hecht is van hout, leer, rubber of kunststof. Soms...
Marsepeinvorm (m.)
Met marsepein, een deeg van o.a. gepelde en fijngestampte amandelen, suiker en rozewater, kan je allerlei figuurtjes maken uit de hand of met de hulp van een marsepeinvorm. In dat laatste geval weegt men de stukjes marsepein af zodat ze juist voldoende zijn om de vorm te vullen. Men rolt de marsepein tot een bolletje zonder naden, om - tijdens het drogen - scheuren te voorkomen. Daarna wordt hij met de hand iets voorgevormd, om tenslotte in de vorm te worden gedrukt. Deze wordt eventueel ingesmeerd met slaolie om het lossen van de marsepein te bevorderen. Als je met de hand vormt gebruikt men een weinig speksteenpoeder om kleven, en het vochtig worden van de marsepein, te voorkomen. Nadien wordt het afgevormd product een week in bakken met stijfselpoeder of op een dikke laag bloem op een plaat te drogen gelegd om te voorkomen dat er platte kanten aan komen. Nu kan het product verder afgewerkt worden door het af te stoffen en desgewenst te schilderen. De marsepeinvorm kan een tinnen recipiënt...
Loper voor kleurstof (m.)
Stenen (marmer, arduin) of glazen (1) werktuig met platte, gladde onderzijde (2) en licht afgeronde kanten, waarmee men kleurstof of pastelkrijt fijnwrijft (3). Het onderste gedeelte is cilindervormig. Het andere uiteinde is kegelvormig, met afgeronde top, en fungeert als handvat. Bij een ander model is het handvat vervaardigd uit hout en gaat het geleidelijk over in een stenen gedeelte. Men werkt meestal op een vlakke ondergrond - wrijfsteen genoemd - dat uit hetzelfde materiaal is vervaardigd als de loper. Met een tempermes wordt de pasta op het midden van de wrijfsteen aangebracht. Met de loper spreidt men de pasta over het hele oppervlak (behalve de randen) van de wrijfsteen. De overtollige pasta wordt met het tempermes verwijderd en men wrijft met de loper in acht of cirkelvormige bewegingen over de wrijfsteen totdat de pasta uit een homogene massa bestaat zonder pigmentkorreltjes. Om kleurstof te verpulveren, kan men ook een stamper in een vijzel gebruiken. Zie ook strijkglas....
Mathamer (m.)
Handwerktuig van de stoelenmatter om het vlechtwerk van de zitting op te stoppen en de biezen glad te strijken. Het is één van de weinige werktuigtypes eigen aan het matten met biezen, naast het strijkhout om de niet goed aansluitende biezen bijeen te drijven (1). Er bestaan houten en ijzeren modellen (2), net als van het kuipersstopmes en het poothout, waarmee het werktuig kan verward worden. De mathamer omvat meestal een houten penvormig gedeelte voor het stoppen. in combinatie met een T-vormige kruk aan het uiteinde (3). Bij de afwerking van de zitting keert men het werktuig om en vormt de kruk een hamertje. Men tikt met de hamerkop tegen de zijkanten de slagen aan en strijkt met de platgelegde hamer de mat glad (4). (1) Bedoeld is specifiek het vullen met biezen. Zie de Franse benaming rempailleur voor het beroep en bourroir en lissoir voor de werktuigen in C. LAHALLE, Le cannage et le rempaillage, 2010: 56. Het strijkhout is korter (ca. 20 cm) en omvat in essentie enkel het penvormig...
Loodstrekker (m.)
De loodstrekker (1) is een werktuig van de glas-in-loodzetter om de loodprofielen te walsen, waartussen het glas wordt aangebracht. Het metalen frame van zware modellen bevestigt men meestal vast aan een werkbank of -tafel (2). Met de opvallend lange zwengel (ca. 50 cm) worden stalen tandwielen aangedreven. De H-vormige profielen, die in lange rollen uit de gieterij komen, worden door de loodstrekker getrokken om de smallere zijkanten van het profiel verder te vormen (3). Binnenin zitten wangen die de grootte en vorm van de flenzen bepalen en wieltjes die de hoogte van het H-profiel bepalen, met dwarsgroeven om de grip te bieden die nodig is om het lood door de molen te trekken (4). Het lood wordt daarbij verlengd en verdund, zodat de zijkanten langs de randen over het glas kunnen worden gestreken om de compartimenten van het glasraam stevig te monteren. [MOT] (1) Onder dezelfde naam is in de handel een compact spantuig verkrijgbaar om loodprofielen vast te zetten om ze te strekken maar...
Mattenklopper (m.)
Handwerktuig waarmee men tapijten uitklopt, die men daarvoor op een waslijn hangt (1). Hij bestaat uit een blad van gevlochten riet (ca. 20 cm bij 30 cm) en een rechte rieten steel (ca. 50 cm). Een ander model bestaat uit een houten steel (ca. 30 cm) waaraan een rubberen lus (ca. 25 cm) is bevestigd en nog een andere is gemaakt van geplooid bamboe, dat door middel van ijzerdraad is samengebonden. Het werktuig kan ook uit gedraaide en getorste ijzerdraad bestaan. Zie ook kleerklopper. [MOT] (1) Er bestaan ook "kussenkloppers" van paardenhaar (DU CAJU: 240).
Margrietje (v.)
Het margrietje (1) is een metalen, meestal messing, steeksjabloon met een diameter van ca. 5 cm, om met gekleurd garen bloemenmotieven te naaien in de vorm van margrietjes. Deze werden verwerkt in bv. bovenkleding en borduurwerk.Wanneer de bloem is afgewerkt, kan je door een korte draai aan de knop de priempjes naar binnen klikken, zodat de lusjes vrijkomen, waarop je de bloem eenvoudig uit het patroon kan halen (2).Tot hetzelfde doel zijn ook diverse sjablonen en toestelletjes in kunststof ontwikkeld, zowel voor hobbyisten als knutselaars en kinderen. [MOT](1) Eigen benaming onbekend.(2) Het gebruik wordt getoond in deze cataloog uit 1970 en in dit filmpje.
Malieroller (m.)
De malieroller is een handwerktuig van de schoenmaker om de nestel op het uiteinde van de veter te klemmen, net als de malietang. Die nestel was oorspronkelijk een rechthoekig stukje ijzer, dat afgerond moest worden. De malieroller bestaat uit een gietijzeren voet, die de schoenmaker kan vastzetten op zijn werktafel. Aan weerszijden is een gleuf voorzien voor de veter. Met een rechtopstaande houten steel, die functioneert als hendel, beweegt hij vlot een ijzeren plaatje heen en weer over de gleuf tegen een lage opstaande rand. Het onderliggende stukje ijzer wordt rond de veter geplooid. De werkende delen links en rechts van het plaatje dienen voor verschillende diameters van nestels. [MOT]
Loodlepel (m.)
De loodlepel is een ijzeren lepel die op de pollepel gelijkt, maar zwaarder is (ca. 450-2700 gr) en die de loodgieter gebruikt om vloeiend lood uit de ketel te scheppen. De steel ligt in hetzelfde vlak als de schep, die één of twee uitschenktuiten heeft. De steel is van ijzer met eventueel een houten handvat of ijzerdraad dat in een veer rond het uiteinde van de steel gedraaid is tegen de warmte. [MOT]
Magneetsleutel (m.)
Heel kleine (ca. 6 cm) steeksleutel, meestal gecombineerd met een voelmaat, en vaak met een ringsleutel, een schroevendraaier en een magneetvijl. Er bestaat ook een set magneetsleutels van verschillende maten. De magneetsleutel wordt gebruikt op inductieklossen en stroomverdelers. [MOT]