Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 7,131 - 7,140 15,395 resultaten gevonden
Krispelhout (o.)
De leerlooier maakt het leer zacht en soepel en doet de nerf van de huiden beter uitkomen door het te krispelen, er krachtig op drukken door met een krispelhout te wiebelen. Het handwerktuig is steeds een rechthoekig stuk hard hout, aan de bovenzijde plat of slechts licht gebogen, aan de onderzijde sterker gebogen. Er bestaan kleine handmodellen (25-30 cm lang), in het midden voorzien van een gebogen lederen lap voor de hand om het hout krachtig over het bewerkte leer te wrijven. De grote modellen (40-50 cm lang, 15 cm breed) voor grote en stevige lappen leer zijn voorzien van een houten handvat. Men steekt de arm onder de lederen riem door en grijpt het handvat om stevig te drukken en balanceren. Om de elleboog te laten steunen, is aan het uiteinde van het werktuig vaak een lederen kussentje voorzien. De bewerking gebeurde op een houten tafel (1). Modellen hebben een eerder ruw of zacht werkend deel naargelang de beoogde bewerkingswijze en richting waarin men over de nerf wil wrijven....
Kramspade (v.)
Het talud van een zeedijk wordt boven hoog water beschermd met een grasnerf, verkregen door zoden in rijen in verband te leggen. Opdat de nog niet vastgehechte zoden bij zeer hoog water door de golfslag niet zou worden weggeslagen, legt men ze vast met krammen of beugels van stro. Een handvol rechte halmen worden op de grond gelegd en om de 10 à 12 cm met een kramspade dubbel gevouwen in de grond gedrukt. De kramspade bestaat uit een ca. 20 cm lang, smal (ca. 3 cm) en dik (ca. 0,5 cm) blad met rechthoekige, halvemaanvormige of ruitvormige uitsparing in de "snede" - zodat er twee platte tanden ontstaan - en een korte (ca. 50 cm) houten steel met dille. Het werkend deel wordt op het stro gezet, het vlakke uiteinde van de steel tegen de kramplaat (1). De arbeider buigt dan de knieën en door zijn gewicht duwt hij het werktuig in de grond. [MOT] (1) Een kramspade met D-steel wordt enkel in vers opgeworpen aarde gebruikt en zonder hulp van de kramplaat.
Kroestang (v.)
Een kroestang is een metalen tang met relatief lange armen (ca. 10-40 cm) en bolrond gebogen kaken, waarmee men de smeltkroes uit het vuur kan nemen. Ook gieters zoals de bronsgieter gebruiken kroestangen om het metaal in een smeltvorm te gieten of om de kroes uit de oven te tillen. Bij grote hoeveelheden kan het zowel een tang betreffen, als een draagbeugel voor een kroes met meer dan 50 kg vloeistof (1). Dit laatste model kan wel 2 tot 4 meter lang zijn en moet met twee personen gehanteerd worden. [MOT] (1) DUPONTCHELLE, J.: Manuel pratique de fonderie, 1914, 114.
Kraanzittingsfrees (v.)
De kraanzittingsfrees is een handwerktuig om de zitting van een lekkende waterkraan of tapkraan op te zuiveren en oneffenheden en kalk weg te nemen. Rond een centrale staaf van ca. 10 tot 15 cm lang zit een taps lichaam in kunststof of koper met draad, dat op het hoofd van een waterkraan kan worden gedraaid. Aan het uiteinde wordt een stevig ruimervormig opzetstuk bevestigd, naargelang de kraanmaat en diameter van de zitting. Daartoe is meestal een set met vaste maten voorzien. Men hoeft niet te veel druk te zetten bij het roteren van de knop omdat de veer en draad het werktuig voldoende in de kraan klemmen. Het gebruikte materiaal varieert van kunststof doe-het-zelfwerktuigen tot zwaardere, koperen modellen voor professionele tapinstallaties. [MOT]
Krooszaag (v.)
De krooszaag is een handwerktuig om de kroos uit te snijden, d.i. de groef in het uiteinde van de duigen, waarin de bodemstukken steken (zie ook kroosschaaf). De krooszaag bestaat uit een grote geleider waardoor een vierkantige houten stang glijdt die een getand ijzer draagt. Dikwijls belet een verstelbare geleider het te ver zagen; de diepte van de kroos mag immers niet groter zijn dan één derde van de dikte van de duig. De geleider glijdt op het uiteinde van de duigen, vooraf effen geschaafd met de kimschaaf, en de krooszaag snijdt de kroos uit. Er bestaan betrekkelijk zeldzame krooszagen met vaste geleider. Zie ook kuipersboogschaaf. [MOT]
Krokettenpers (m.)
Keukenapparaat waarmee men kroketten kan persen. Het heeft een cilindrisch of vierkant, veelal plastic huis met één of meerdere buisvormige uitsteeksels onderaan en een draaizwengel of een staaf die als hefboom dienst doet. De krokettenpers wordt gevuld met aardappelpuree en met behulp van de draaizwengel of staaf wordt er een plaatje naar beneden geduwd de puree deeg doorheen het buisvormig uitsteeksel perst. Op deze wijze wordt er een lange worstvorm gevormd die nadien in kleinere stukjes - de grootte van één kroket - gesneden wordt. Bij sommige modellen is er een draagplankje op wieltjes dat onder de pers geschoven wordt en waar de geperste kroketten op terecht komen. [MOT]
Kousjesuitdruktang (v.)
De schoenmaker brengt kousjes aan met een kousjestang en verwijdert ze indien nodig met een kousjesuitdruktang. De doorboorde kaak plaatst men onder het kousje. De dunne kaak plaatst men erop en men knijpt de tang dicht. Soms belet een stelschroef het te ver drukken, waardoor men het leer zou beschadigen. [MOT]
Kolentrechter (m.)
Tijdens het bakken van bakstenen in een ringoven worden kleine hoeveelheden steenkool langs boven bijgevoegd. De kolen worden in een lange smalle trechter met een kolenschep (zie kolenschep (steenbakker)) gegoten. Het hecht ervan wordt met de linker hand gehouden terwijl de rechter de volle schep leegmaakt. [MOT]
Kruishout (o.)
Het kruishout is een handwerktuig (1) om in een effen stuk hout of steen één of twee aan een rand evenwijdige lijn(en) te krassen. Het bestaat uit een houten, soms metalen of plastic, stang van ca. 20-30 cm, die door een aanslag, d.i. een vierkantig of ovaal plankje van 7-8 cm, kan glijden (2). Op de houten kruishouten van betere kwaliteit is soms een koperen plaatje in de aanslag ingelegd om sleet te voorkomen. Indien lijnen op gebogen stukken gekrast moeten worden, zijn twee latjes op de aanslag bevestigd. De stang kan vastgezet worden door middel van een wig of een schroef; de centimeters staan er soms op aangeduid. Aan haar uiteinden steken, zijdelings, één of meer korte puntjes van ca. 1 mm. Een punt om één lijn te trekken, twee om evenwijdige lijnen te trekken (3). De afstand tussen de twee punten is een lengte die de vakman vaak moet overbrengen, bv. de breedte van een pengat. Soms draagt elke zijde van de stang puntjes op verschillende afstand. Wanneer de vakman een ongewone pen...
Kruitmaat (v.)
Bij het maken van patronen wordt eerst een slaghoedje, dat voor de ontsteking zorgt, in de opening van de hulsbodem gedrukt. Met de kruitmaat wordt daarna de exacte hoeveelheid kruit in de huls gegoten. Nadien komt hierop een kogelpunt. De kruitmaat bestaat uit een koperen cilindervormig bekertje, voorzien van een maataanduiding (1), waarvan de bodem veelal in de hoogte verstelbaar is. Een haaks gebogen angel verbindt het werkend deel met een houten handvat. Er bestaan ook dubbele modellen met langs beide zijden van de stang een maatbekertje (2). [MOT] (1) Soms ook met aanduiding van het soort kruit: zwart buskruit of rookzwak kruit (Bv. Poudre T). Sommige kruitmaten zijn voorzien van een maataanduiding voor lood. Modellen zonder maataanduiding maar met variabele capaciteit zijn voorzien van een gemakkelijk te bedienen veermechanisme om ladingen van een absolute regelmaat te krijgen. (Bv. Manufrance (1931): 117, model nr. 5-633). (2) Bv. Manufrance (1931): 117, model nr. 5-623.