werktuig
Haagschaar (hand) (v.)
De haagschaar, die de snoeisabel (zie machete) vervangt, dient om hagen en
heesters te scheren. Ze bestaat uit twee hefbomen van de eerste soort, die
rond een spil draaien. De ca. 25-30 cm lange bladen met rechte snede liggen
in hetzelfde vlak als de armen of er schuin op. Op recente modellen zijn
over ca. 5 cm, naast de spil, een reeks tanden gesmeed in één van de
bladen. Zo kunnen betrekkelijk dikke takken (tot ca. 1,5 cm) doorgeknipt
worden die anders zouden kunnen wegglijden, maar nu tegengehouden worden
ter hoogte van de tanden. De armen van de haagschaar bestaan uit twee
angels die al dan niet door de twee houten handvatten van ca. 25 cm steken;
soms zijn de armen van de haagschaar door middel van een dille aan de
(kortere) handvatten bevestigd. Vandaag de dag zijn twee rubberen
kussentjes op de armen bevestigd, waartegen de armen stoten wanneer geknipt
wordt. Een ander model haagschaar bestaat uit twee metalen armen, al dan
niet draaiend om eenzelfde spil, die elk op hun beurt...