Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 6,831 - 6,840 15,395 resultaten gevonden
Ertshaak (m.)
De ertshaak is een handwerktuig dat gebruikt werd door havenarbeiders bij het lossen van een scheepsruim of het verplaatsen van bulkgoederen zoals ertsen. Na een lange opslag en zeereis waren sommige ertsen te hard vastgekoekt om los op te scheppen. In vergelijking met diverse houwelen is de metalen pik opvallend lang (ca. 60-95 cm) in verhouding tot de houten steel (ca. 60-75 cm), die er met een oog of dille bijna haaks op staat. De haak versmalt tot een punt, die in het erts wordt geslagen om deze los te hakken om verder te kunnen opscheppen. De stratenmaker zou ook van deze haak gebruikmaken om kasseien los te wrikken. [MOT]
Figuurzaag (v.)
De figuurzaag is een beugelzaag met kort (ca. 15-20 cm) en smal blad (0,1-0,3 cm), om zeer dunne platen uit te zagen. De boog kan 15 tot 50 cm hoog zijn en is soms in de hoogte verstelbaar met stelschroeven.. Het handvat staat er haaks op.De plaat wordt op de schaafbank gelegd en de zaag verticaal gehanteerd. De vakman moet ervoor zorgen niet te hard op de zaag te duwen omdat de bladen gemakkelijk breken. [MOT]
Escargottang (v.)
Escargots zijn vaak te warm om met de hand vast te houden en daarom gebruikt men een escargottang. Deze tang heeft gekruiste armen die door een veer dichtgehouden worden. De bek is aangepast aan de vorm van het slakkenhuis, zodat men de escargot goed kan vatten. Door de veer klemt de tang zich rond de escargot wanneer men de armen niet langer dichtknijpt. Het slakkenhuis is nu voldoende gefixeerd om het vlees met een escargotvork eruit te halen. Zie ook escargotschotel. [MOT]
Fileermes (o.)
Het fileermes heeft een smal (ca. 1,5-3 cm) en buigzaam lemmet van ca. 17-25 cm lengte, met een scherpe punt en een dunne rug. Het is een licht mes (ca. 40-70 gr) dat gebruikt wordt om vis te ontgraten; met de scherpe punt kan men door het vel snijden. Er bestaan ook fileermessen die tot de uitrusting van de visser behoren; zij hebben dan een stevig plastic hecht en een relatief kort (ca. 14-22 cm) en smal (ca. 1-1,5 cm) lemmet dat in een plastic schede steekt. [MOT]
Fietssleutel (alligatorbeksleutel) (m.)
Kleine alligatorbeksleutel in combinatie met een bandenlichter. De bek is langs één zijde getand. [MOT]
Figuursteker (m.)
Met een figuursteker (ca. 5-8 cm groot) maakt men figuurtjes uit deeg. Er bestaan tal van vormen: dieren- en mensenfiguren, ster-, maan-, hart-, bloemvormig, enz. Ze zijn van blik of plastic en hebben scherpe randen om vlot door het deeg te gaan. De bovenkant van de randen is omgekruld, zodat men de vingers niet snijdt. Om gemakkelijk snel een reeks (ronde) vormpjes uit koekjesdeeg te snijden, kan je gebruik maken van een figuursteker op een as. Het heeft twee naar buiten gebogen, ovaalvormige bladen (ca. 5-7 cm/ ca. 4-5 cm) die met hun rugzijde aan elkaar vastzitten. Ze scharnieren in een beugel die bevestigd is in een recht hecht. Soms is hij gecombineerd met een trogschraper (1). Een ander model heeft een cirkelvormig blad (enkele centimeters hoog) dat aan beide zijden snijdend is. Wanneer men ermee over een stuk deeg rolt, wordt er een reeks ronde vormen uitgesneden die allemaal even groot zijn en zich op gelijke afstand van elkaar bevinden (2). Zie ook deegsnijrol. [MOT] (1) Zie...
Fitterstang (v.)
Pijpen en moeren kan men aan- en losdraaien met een fitterstang. De betrekkelijk lange bek heeft minstens één, maar vaak twee of drie gaten van verschillende grootte. De breedste opening ligt meestal het dichtst bij de draaispil, aangezien de druk er het grootst is. Soms is één van de openingen achter de draaispil geplaatst wanneer weinig druk mag uitgeoefend worden. De tandjes aan de binnenzijde van de kaken zijn driehoekjes die van het midden weg naar de uiteinden uitwaaieren. Bij de meeste fitterstangen treft men een schroevendraaier en een ruimer op de uiteinden van de armen aan. Vele zijn van een draadknipper voorzien en soms ook van een draadtrekker. Er zit dan asgericht een groef in de bekken om een draad te kunnen vatten en er op te trekken.De fitterstang is soms gecombineerd met een kraanmoertang. Er bestaan vele modellen van fitterstangen, die men al naargelang het model aanduidt met "gastang", "gasfitterstang", "conustang", "tang voor fietsen en auto's" en "gasbektang" voor...
Fietssleutel (ringsleutel) (m.)
Kleine samengestelde ringsleutel voor fietsers. Er bestaan twee hoofdvormen. De eerste is een doorboorde plaat (ca. 10-12 cm bij 3 cm), waarop soms een haaksleutel en/of een pensleutel voorzien is. De verschillende ringen kunnen ook in twee vouwbare plaatjes aangebracht zijn; vaak is er dan ook nog een steeksleutel en een schroevendraaier. De tweede vorm, soms doodskopsleutel genoemd, bestaat uit een stang (ca. 11-14 cm) met aan beide uiteinden vier of vijf werkende delen en soms een hamertje. [MOT]
Filetstempel (m.)
Handwerktuig dat de boekbinder gebruikt bij het versieren en vergulden van in leer gebonden boeken, meer bepaald het aanbrengen van één of meerdere rechte lijnen of filetten meestal op de rug van het boek. Het werkend deel kan in plaats van een lijn ook uit een lang, smal motief bestaan. De filetstempel heeft een T-vormig, vaak koperen blad (ca. 7,5 - 10 cm) waarvan het dunne (ca. 0,15 mm tot enkele mm) hoofdeinde een bolle snede (diameter ca. 22 - 25 cm) heeft en van een filetmotief (1) voorzien is. Het is bevestigd in een houten hecht. Na verhitting wordt de stempel op het leer - al dan niet voorzien van bladgoud - gedrukt, om een decoratief ontwerp te bekomen. Er bestaan ook modellen waarvan beide uiteinden van de snede in een hoek van 45° zijn afgesneden om een mooi afgewerkte lijn in verstek te creëren. Voor het aanbrengen van gebogen lijnen gebruikt men een filetboog. Zie ook letterschroef, stempel (leer), lijnrol en filetradertje. [MOT] (1) V.D.: s.v. filet; rechte of gebloemde...
Filetboog (m.)
Handwerktuig gebruikt door de creatieve ontwerper bij het boekbinden om een (vergulde) versiering aan te brengen op de leren boekband. Het betreft hier enkelvoudige lijnen van verschillende lengtes en cirkels of cirkelsegmenten van verschillende diameters. De filetboog heeft vaak een kort (0,6 – 7,6 cm) T-vormig koperen blad, al dan niet gebogen, met een dun (ca. 0,15 mm tot enkele mm) hoofdeinde. Het is met een angel in een houten hecht bevestigd. Na verhitting wordt de filetboog op het leer – al dan niet voorzien van bladgoud - gedrukt, om een (gebogen) lijnmotief te bekomen. Voor het maken van rechte langwerpige motieven gebruikt men een filetstempel. Zie ook stempel (leer), letterschroef, filetradertje en lijnrol. [MOT]