Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 6,821 - 6,830 15,395 resultaten gevonden
Entbeitel (m.)
De entbeitel wordt bij het spleetenten op betrekkelijk dikke takken of stammen gebruikt. Hij bestaat uit een houten hecht waarin een ca. 8-10 cm lang wigvormig blad steekt. Dat laatste is bovenaan 0,4-0,9 cm dik en zijn snede is recht of holrond. Zijn uiteinde, loodrecht omhoog of omlaag gebogen, is een andere wig waarvan de snede haaks op het vlak van het blad staat (1). Het blad wordt op de doorsnede van de tak of de stam geplaatst. Met een houten hamer wordt erop geslagen. In de zo bekomen spleet wordt de andere wig, namelijk deze op het uiteinde van het blad, gestoken; ze houdt de spleet open terwijl het entrijs erin gestoken wordt. [MOT] (1) Uitzonderlijk liggen beide wiggen in hetzelfde vlak (DU BREUIL: 103).
Eierscheplepel (m.)
Lepel met een open eivormig schepblad waarmee men makkelijk een ei in kokend water kan laten en het er ook uit kan scheppen. Het schepblad kan vervaardigd zijn uit ijzerdraad, plaatijzer, aluminium of plastic. Eerstgenoemde is te onderscheiden van de garde of de spiraalklopper. Het handvat is soms van hout (1). Er bestaat ook een netje, meestal in ijzerdraad, waar een zestal eieren in kunnen plaatsnemen (2). Dat wordt eiernetje of eierstandaard genoemd. Het is van de eierpocheerder te onderscheiden door zijn open structuur. Zie ook eiertang. [MOT] (1) Bijv. TEN KATE-VON EICKEN: 161, 175. (2) Bijv. Manufrance: 603 en TEN KATE-VON EICKEN: 161.
Emmerdreg (v.)
Dreg met drie of vier gebogen armen (ca. 20 cm breed; ca. 20 cm hoog) aan een lang touw, waarmee een in de waterput gevallen emmer of een verdronken dier uit het water gehaald kan worden. Emmerdreggen worden ook zelf gemaakt van ander gereedschap. Zo bv. van een drietand of van een tweetandige hooivork; voor ondiepe putten of om een drijvend voorwerp uit het water te halen, wordt de vork dan soms op een lange steel bevestigd. [MOT]
Eiertang (v.)
Eieren kan men met behulp van een eiertang uit kokend water halen. De kaken bestaan uit twee cirkels, die licht gebogen zijn naar de vorm van het ei. Wanneer men de armen dichtknijpt, opent men de tang. Door de veer sluit de tang zich automatisch rond het ei wanneer men geen druk meer uitoefent. Bij een ander model, ook met veer, wordt het ei door twee spiraalvormige lepels vastgehouden bij het dichtknijpen van de armen (1). Zie ook eierscheplepel. [MOT] (1) Bv. CAMBELL FRANKLIN: 281.
Eierprikker (m.)
Plastic cilindervormig (ca. 3-5 cm doorsnede) keukengereedschap met een indrukbare bodem met een gaatje in het midden; binnenin zit een scherp pinnetje met een veer er rond. Daarmee kan men makkelijk een luchtgaatje prikken in een ei zodat het niet zou barsten bij het koken. Wanneer men de eierprikker op het stompe uiteinde - waar de luchtkamer zit - van het ei plaatst en hem naar beneden drukt, beweegt de bodem naar boven en komt het pinnetje tevoorschijn dat een gaatje in de schaal zal maken. [MOT]
Entmes (o.)
Het entmes heeft een rechte of licht gebogen snede. Het vast of vouwbaar stalen blad heeft een lengte van 5 tot 7 cm, is dun en zeer scherp, terwijl de punt bot is. Zowel de ent als de wortel of stam waarop hij geënt wordt, worden ermee gesneden. Er bestaat ook een groter entmes met vast gebogen blad (ca. 6-8 cm lang) en eindigend in een scherpe punt. Dat mes, dat niet verward mag worden met de voegenkrabber van de tuinier, kan ook als snoeimes dienen. Voor het oculeren, d.i. een entmethode waar enkel knoppen op de andere plant overgebracht worden, bestaat er een bijzonder entmes, namelijk het oculeermes. Bij het spleetenten wordt vaak een entbeitel gebruikt. Speciaal bij de wijnbouw wordt gebruik gemaakt van een ent-oculeersnijder die stevig wordt vastgeschroefd op een werk- of tafelblad (1). Het entmes wordt tenslotte ook gebruikt bij het stekken, d.i. het in water of grond steken van takjes zonder wortels, om die takjes af te snijden (2). Zie ook zakmes en sapsnijder, tang. [MOT] (1)...
Escargotschotel (v.)
Escargots op Bourgondische wijze worden, als warm voorgerecht, op een escargotschotel, dat vooraf met water is bevochtigd, geschikt, met paneermeel bestrooid en in een hete oven gegratineerd. Vooraf worden de slakken eerst geblancheerd en uit hun huisjes gehaald om de cloaca (de zwarte einddarm) te verwijderen. De schoongemaakte slakkenhuisjes worden dan gevuld met Bourgondische boter en de gaargekookte slakken. De escargotschotel wordt tevens als dienblad gebruikt. Tegenwoordig worden de escargots ook in kleine ronde vuurvaste potjes, waarin ze juist passen, opgediend. De escargotschotel bestaat uit een ronde (diam. ca. 20-30 cm) (roestvrij) stalen, verchroomde, vertinde of porseleinen schotel met een aantal (ca. 6-24) komvormige uithollingen (diam. ca. 3-4 cm) en twee (U-vormige) handvatten tegenover elkaar. De uithollingen zijn ondiep (ca. 1 cm) om de escargots makkelijk te nemen met de escargottang. Te onderscheiden van de eierpocheerder, die minder uithollingen (ca.3-6), met grotere...
Etalagetang (v.)
De winkelier hanteert een etalagetang om voorwerpen uit de etalage te halen, waar hij of zij er met de hand moeilijk bij kan. De etalagetang bestaat uit een vaste lange (ca. 130 cm) stang, voorzien van een haakje op het uiteinde en twee hendels op ca. 45 cm van elkaar, die met beide handen wordt gehanteerd. Beide hendels worden tegen de stang gedrukt wanneer men de kaken wil sluiten. Tegenwoordig wordt een gelijkaardig model (ca. 40-140 cm), met één hendel, gebruikt als afvaltang om zwerfvuil op te rapen. De kaken zijn hier met rubber overtrokken. De etalagetang kan ook bestaan uit een aantal op elkaar werkende hefbomen tussen handvat (ogen) en kaken. De armen plooien harmonicagewijs samen wanneer men de tang opent en strekken zich wanneer men de tang sluit. De reikwijdte van de tang varieert al naargelang het model. Soms gebruikte men zeer grote gelijkaardige houten tangen om feestgangers te plagen bij stoeten (1). [MOT] (1) Bv. in Malmédy.
Filetradertje (o.)
Handwerktuig (ca. 20-35 cm lang) dat de boekbinder gebruikt bij het versieren en vergulden van in leer gebonden boeken, meer bepaald om een recht ononderbroken (figuur)motief aan te brengen op het voor- en/of achterplat van het boek. Het filetradertje bestaat uit een koperen of bronzen wieltje (diameter ca. 4,5 - 11 cm) - met een brede rand voorzien van een motief - dat in een metalen beugeltje (1) zit; de stang is met een angel bevestigd in een recht, houten of plastic handvat. Dat kan zowel kort (ca. 10 – 15 cm) als lang (tot ca. 40 cm) zijn. Dat laatste is ontworpen om vanuit de schouder te werken zodat er meer druk op het werkend deel kan gezet worden. Het wieltje kan vervangbaar zijn Na verhitting wordt het werkend deel over het leer – al dan niet voorzien van bladgoud - gerold, om een decoratief motief te bekomen. Een lijnrol daarentegen geeft een lijnpatroon als resultaat. Voor het aanbrengen van lijnen of motieven op de rug van een boek gebruikt men een filetstempel. Zie ook letterschroef,...
Felsmachine (hand-) (v.)
De handfelsmachine (1) is een werktuig om aan blik een naar binnen geduwde rand te forceren (2). Dit handmatig model bestaat uit een houten T-vormige kruk, geschroefd in een cilindrisch metalen frame met intern een veer en aan het uiteinde een centraal roterend wiel. De veer vormt via drie armen een hefboom op drie kleinere roterende flenswieltjes. Alle wieltjes hebben een groef waarbij de bovenste en onderste flens een verschillende diameter en dikte heeft. Door de randen van blikwerk tussen deze flenswielen te draaien, kunnen ze omgeplooid of gefelst worden bv. om een naad aan het deksel van een recipiënt te sluiten. (1) V.D. (1950) sv felsmachine: "vouwmachine voor blikwerk: de felsmachine vormt een rand aan de beide stukken blik, haakt de randen in elkaar en drukt de naad toe" (2) Handmatige modellen lijken betrekkelijk zeldzaam. Een vergelijkbaar exemplaar uit een vernis- en lakfabriek is bewaard in de collectie van Museum Rotterdam.