Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 6,671 - 6,680 15,395 resultaten gevonden
Bookhamer (m.)
De bookhamer bestaat uit een rechthoekig houten blok (lengte ca. 20-30 cm; breedte ca. 10-20 cm; hoogte ca. 8-12 cm) waarin een korte, (kromme) steel (1) (ca. 80-120 cm) steekt, die aan de bovenzijde van het blok even buiten het middelpunt staat. De onderzijde van het blok kan effen of geribd zijn, wellicht in functie van de bewerking. De geribde onderzijde is voorzien van diepe (ca. 1-2 cm) groeven; de uitspringende ribben zijn dan hoekig of afgerond (2). Uitzonderlijk worden ijzeren banden in de zool gestoken, die haaks over de lengte van het blok lopen (3). De bookhamer met effen onderzijde, zou worden gebruikt om te dorsen, d.i. om het zaad van het vlas uit de vruchtdoosjes te kloppen. De stengels worden op de grond gespreid in lagen van twee tot drie vingers dikte. Het blok komt uit eigen gewicht plat op het vlas neer. De bookhamer met geribde onderzijde zou dienen om te braken of te brakelen, d.i. voor het breken van de droge houtachtige delen van de gerote vlasstengel voor het...
Bonensnijder (m.)
Met een bonensnijder snijdt men bonen in reepjes. Meestal bestaat hij uit een snijschijf (ca. 10-20 cm doorsnede), met daarin verscheidene langwerpige gleuven waar mesjes aan bevestigd zijn, die met een draaizwengel in beweging gebracht wordt. Langszij bevinden er zich één of meerdere trechtertjes waar de bonen één voor één ingestoken worden, terwijl men aan de zwengel draait. De schijf zit verticaal in een houten of metalen ombouw op voetjes; er bestaan ook modellen voorzien van een zuignap of die aan de tafelrand kunnen vastgeklemd worden. Soms bestaat het werkend deel uit een reeks snijwieltjes (ca. 5-6 cm doorsnede) (zie ook snijroller (groente-)) die met een zwengel in beweging worden gebracht. De bonen gaan er via het vultrechtertje in en komen er als lange dunne reepjes uit. Voor kleinere hoeveelheden kan men ook gebruik maken van een bonensnijder die men in de hand houdt. Vooreerst worden de uiteinden van de boon verwijderd met een mesje dat zich aan het uiteinde van het geheel...
Boorschaaf (v.)
De boorschaaf dient tot het uitschaven van een inspringende hoek of van een brede groef. Haar beitel is iets breder dan het blok. Het schaafsel komt niet door het gat uit het blok maar door een zijdelingse opening. Over het algemeen ligt de snede van de beitel loodrecht op de as van het werktuig. Om gemakkelijker dwars op de vezels te kunnen schaven, bestaan er boorschaven met schuin staande snede. De korte boorschaven hebben een staart om ze gemakkelijker te kunnen vatten. Om een groef uit te schaven, nagelt de vakman een lat op het te bewerken stuk, waarlangs het werktuig glijdt. Hij kan ook de boorschaaf op een veerploeg bevestigen. In dat geval is de boorschaaf meestal van een verstelbare dieptegeleider voorzien (1). De boogvormige boorschaaf, te vergelijken met de boogschaaf, heeft een bolronde zool en dient tot het uitschaven van bolronde stukken. Ook de Japanse schrijnwerker gebruikt de boorschaaf (Japans: shakuri kanna) voor het afwerken van schuifdeuren en schuifpanelen. De Japanse...
Boomrits (v.)
De boomrits dient om te vellen bomen te merken door er een strook schors af te snijden, ook om - bij het lossen van een schip - het aantal balken van een vlot aan te duiden (1). De boomrits heeft een metalen blad met een U-vormig uiteinde en een houten of hoornen hecht van 10-15 cm. Een zijde van de U is scherp (vgl. klompenmakersrits, balkenrits, tapmes). Sommige boomritsen hebben een vouwbaar blad en een soort stootplaat om de hand te beschermen. Zie ook hoefmes voor paarden. [MOT] (1) JANSEN: 117.
Boorzaag (v.)
De boorzaag (1) is een stalen, cilindrisch handwerktuig dat de bewerkingen van boren, zagen en raspen combineert. Ze bestaat uit een schroefboor (zie glossarium) zoals van een fretboor, om een eerste gat te boren, gecombineerd met een cilindrisch raspoppervlak zoals bij een model van de rattenstaart maar ruwer getand. Het recht hecht ligt steeds in het verlengde van het boorijzer. De boorzaag dient net als een schrobzaag voor het zagen van kromme lijnen en vooral tot het uitzagen van een gat in het midden van plaatmateriaal, zoals gipskarton, board, kunststof en houtplaten. Vervolgens raspt men het gat uit tot de gewenste vorm en grootte. Zie ook de figuurzaag. [MOT] (1) Eigen benaming onbekend. Duits: 'Bohrsäge'
Boordmes (o.)
Het boordmes (1) is een kort (lemmet ca. 6 cm), meestal puntig mesje met houten hecht, waarmee de klompenmaker de scherpe rand van de bek, d.i. de opening van de klomp, afsnijdt. Allerlei versleten messen, o.m. scheermessen, worden hiervoor gebruikt. Ze worden op de slijpsteen geslepen om de gewenste vorm en lengte te bekomen. De vakman vat het hecht in zijn hand met het lemmet naar onder en de snede naar zich toe. Hij trekt dus het werktuig. [MOT] (1) NOORLANDER 1962: 43.
Boorhoudersleutel (m.)
Nieuwe fiche in opbouw.
Boomnaald (v.)
De naald maakt het mogelijk een koordje onder een op de grond liggende stam te duwen om er de omtrek van te meten. Het is een dun gebogen stokje van ca. 80 cm waaraan, op het einde, een touwtje gebonden is. Het kan ook een metalen staafje zijn. In dat geval steekt het touwtje door een oog. [MOT]
Bootshaak (m.)
De bootshaak is een enkele of dubbele haak om een boot naar een andere boot, een boei of de oever te trekken of van de oever te duwen, om stammen, balken, een ijsschots of een ander drijvend voorwerp af te duwen, ook om een verdronkene naar de boot of de oever te trekken. Touwen worden er ook mee doorgegeven of opgepikt. Doorgaans bestaat het werkend deel uit een halfronde puntige haak om mee te trekken en een rechte punt om mee te duwen. Beiden zijn aan elkaar op een dille gesmeed (1). Daarnaast bestaan er modellen met een punt die niet in het verlengde van de steel ligt, maar schuin (zo'n 45°), met twee haakse punten enz. De lichtere modellen, die op plezierboten dienen om een boei te vangen e.d., zijn nu van brons of plastic en de punten zijn geknopt om beschadiging en verwonding te voorkomen. De houten steel is zo'n 2 à 4-5 m lang. Op ondiepe vaartuigen wordt de diepgang wel eens op de steel aangeduid om te peilen. Voor de pleziervaart is de steel kort (1,5-2 m); hij kan ook van aluminium...
Borduurafsnijder (roterend) (m.)
Werktuig, met een rubberen rol en geslepen stervormig blad (diam. ca. 15 cm) waarvan de punten over een vast plaatje glijden (1), waarmee men de lange rechte kanten van het gazon afsnijdt. Het werkend deel is tussen een beugel bevestigd. Laatstgenoemde eindigt in een dille waarin een ca. 120 cm lange steel steekt. Vroeger ook een ijzeren, al dan niet fijn getande (2), schijf (diameter ca. 26-28 cm; dikte ca. 2-3 mm) die om een as draait en bevestigd is in een houten steel (vgl. meetwieltje (wagenmaker)). Soms is het blad aan beide zijden voorzien van een tweede schijf (diameter ca. 16-18 cm; dikte ca. 1,5 mm), allen in het middelpunt met elkaar verbonden, die als wiel fungeren opdat het werktuig niet te diep in de grond zou dringen (3). In tegenstelling tot de graskantsteker wordt de rand van het gazon met een borduurafsnijder afgesneden in plaats van afgestoken. Zie ook zodensnijder. [MOT] (1) Zoals bij een schaar waarvan de twee bladen over elkaar glijden en waarmee een doorlopende...