Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 6,631 - 6,640 15,395 resultaten gevonden
Blindklinktang (v.)
Dun materiaal als canvas, leer, kunststof enz. kan men vastklinken met een blindklinktang. Het grootste voordeel is dat u er 'blind' mee kunt klinken, dus ook waar u het materiaal slechts aan één zijde kunt bereiken. Men boort eerst gaatjes van de juiste diameter voor de nagels. Vervolgens opent men de tang en stopt er de nagel in. Men drukt de nagel in het gat, duwt de tang met kracht op het werkstuk en knijpt de tang dicht tot de nagel 'springt'. Bij zachte materialen gebruikt men best ringetjes om de stof niet te scheuren. [MOT]
Blaaspijp (glasblazer) (v.)
Lange (ca. 1,30-2 m), ijzeren buis (doorsnede opening is ca. 1-2 cm) met één breder uitlopend uiteinde - het glasstuk - en één uiteinde waar soms een houten omhulsel rond zit - het mondstuk. De glasblazer steekt de blaaspijp in de smeltkroes en neemt een hoeveelheid gesmolten brij op. Hij blaast zacht en voortdurend in de pijp; de brij wordt een peervormig blaasje dat steeds verder uitzet en dunnere wanden krijgt. Ondertussen draait de glasblazer de pijp rond. Wanneer het de gewenste vorm heeft, wordt het glas van de pijp afgeknipt. Zie ook blaaspijp (huisraad). [MOT]
Blekersschop (v.)
Houten, lange (ca. 2-2,15 m) gootvormige schep waarmee de bleker het linnen - dat op de wei uitgespreid lag - besproeide met water uit de gracht. Door de combinatie van het zonlicht, het gras waarop het linnen lag en het water werd het grauwe linnen wit van kleur. In Duitsland werd hiervoor een koperen lepel met lange dille gebruikt, die enigszins gelijkt op de beerlepel, of een gieter (1). Zie ook boezemschop. [MOT] (1) ''Die grosse Wäsche'': 161.
Bilhamer (m.)
Bij het onderhoud of de restauratie van de maalstenen, gebruikt de molenaar of molenbouwer een bilhamer (1) om te billen, de maalsteen scherpen door groeven te houwen om het malen te vergemakkelijken. De kerven in een maalsteen uit natuursteen vormen vaak een soort tekening met schuine, radiale groeven, die door de wrijving tussen beide stenen uitslijten en dus opnieuw uitgehamerd dienen te worden (2). De kop loopt steeds aan beide zijden naar onderen uit tot een scherpe pen, uitzonderlijk in de vorm van een omgekeerde piramide met brede punt. Hij is vrij zwaar in verhouding tot zijn omvang, de uiteinden zijn van zeer hard staal vervaardigd. Er zijn twee hoofdmodellen te onderscheiden. Bij het eerste steekt een houten steel (ca. 20-30 cm lang) in het oog van een lange, smalle symmetrische kop (ca. 12-28 cm lang). Het andere heeft een langer hecht met breder uiteinde en een rechthoekig gat, een uitsparing in het hout, vaak versterkt met ijzeren beslag, waarin een verwisselbare kop wordt...
Bijenborstel (m.)
Nadat de bijenkast met de beroker werd berookt worden de ramen eruit gehaald (zie tang voor bijenramen) en worden de bijen met een natgemaakte (1) bijenborstel (2) uit de raten verwijderd. Het werktuig wordt ook gebruikt om een klomp op elkaar zittende bijen (na het zwermen) in een korf te vegen. De bijenborstel (ca. 30-35 cm) heeft een smal (ca. 1,5 cm) houten borstellichaam voorzien van één rij niet doorboorde gaten waarin fijn en soepele haarbundels (ca. 0,5 cm) uit witte zijde (3), paardenhaar of nylon steken. Meestal is de kop van het borstellichaam afgeschuind en voorzien van nog 1 à 2 haarbundels. Borstellichaam en steel (ca. 13-15 cm) liggen in elkaars verlengde en uit een stuk gemaakt. “Om de bijen van een raat te borstelen neemt men de bijenborstel in de linkerhand, in loodrechte richting en men borstelt zachtjes de bijen van boven naar onder af, teneinde ze niet tot steken te prikkelen. Men zorgt ervoor dat de haren van de borstel omhoog en de rug een weinig naar de onderkant...
Bladhark (m.)
Waaiervormige hark die wordt gebruikt voor het opharken van bladeren op gazons en paden. Het ca. 20-60 cm brede, al dan niet verstelbaar, werkend deel van een bladhark is uit ijzer, bamboe of plastic en heeft 10 à 30 meestal verende, platte, op het einde gebogen tanden (ca. 30 cm). Er bestaan ook bladharken met ronde tanden (1) die tevens het gazon helpen verluchten (zie gazonbeluchter (roller)) en mos eruit trekken. Op het blad is meestal een dwarsverbinding voorzien om te voorkomen dat de tanden in elkaar komen of breken. De houten steel (ca. 100-140 cm) steekt in een dille. Zie ook gazonhark. [MOT] (1) Ook draadhark genoemd (LOGAN: 257). Volgens DAILLY: 36 is een model gemaakt met spaken van een fiets beter.
Blaaspijp (huisraad) (v.)
Ijzeren of houten buis (ca. 50-60 cm) waardoorheen men met de mond lucht blaast om het vuur van de haard aan te wakkeren (1). Het benedenuiteinde kan eventueel puntvormig - opdat het niet dadelijk in de as terecht zou komen - gaffel- of spatelvormig zijn en doet dan eveneens dienst als haardvork of -schopje. Het benedenuiteinde kan ook dicht gesmeed zijn met in het midden een klein gaatje. Zo kan men veel effectiever lucht blazen. Aan het andere uiteinde is er een haak of ring waarmee de pijp wordt opgehangen. Zie ook blaaspijp (glasblazer). [MOT] (1) Soms werd voor dat doeleinde een oude geweerloop gebruikt (WEYNS 1974: 73).
Bikijzer (o.)
Het bikijzer is een metalen handwerktuig om oude mortelspecie van gebruikte metselstenen te bikken om de stenen te hergebuiken, net als de kaphamer. Het bikijzer (1) heeft twee brede (ca. 10 cm) snedes die in elkaars verlengde kunnen liggen (2) of dwars op elkaar (bv. MOT V 93.0092). Men vat het aan het staafvormig middendeel en slaat de mortel van de steen. Een ander beitelvormig model (bv. MOT V 93.0093) heeft een enkele brede snede en is niet te verwarren met brede exemplaren van het ceseel. Zie ook het metselaarshouweeltje en de bikhamer [MOT]. (1) V.D. (1950) s.v. bikijzer: ijzer met twee brede messen om stenen te bikken. (2) POLLING J.: Machines, gereedschappen en werktuigen in het bouwbedrijf, Haarlem, 1963: 67.
Bikhamer (m.)
De bikhamer is een ijzeren hamer (ca. 400-500 gr) met twee wigvormige pennen, waarvan zich één haaks op het vlak van de steel (ca. 25-35 cm) en één in hetzelfde vlak als dat van de steel bevindt. Sommige modellen hebben op de kaak van de kop een bijkomende dunne pen (1). Andere modellen zijn voorzien van een borsteltje (2). De bikhamer wordt door de ketelmaker gebruikt voor het verwijderen van ketelsteen. Ook de lasser gebruikt de bikhamer i.p.v. de lasbikhamer. [MOT] (1) Bv. ''Tech-term'': 1.13. (2) Bv. BAIRD & COMERFORD: 69.
Blaasbalg (haard) (m.)
Werktuig dat bestaat uit twee houten plankjes (ca. 20-40 cm lang; ca. 20-30 cm breed) - die versierd kunnen zijn - met aan één korte zijde een handvat, en die verbonden zijn door een harmonicagewijs geplooid stuk leder. Aan de andere korte zijde is er een buisje. In één tabletje zijn er één of meerdere gaatjes waaronder een stukje leder als klepje fungeert wanneer er bij het openen van de blaasbalg lucht binnenkomt. Bij het sluiten van de blaasbalg wordt de lucht samengeperst en komt ze er langs het buisje uit. Met de blaasbalg wordt door aanvoer van lucht het vuur van de haard aangewakkerd. De smid gebruikt een grote, vaste blaasbalg die door middel van een trekmechanisme met de hand of met de voet wordt bediend. Zie ook blaaspijp (huisraad). [MOT]