Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 6,551 - 6,560 15,395 resultaten gevonden
Afdraaihaak (m.)
De afdraaihaak is een handwerktuig met een haaks blad (ca. 2 cm bij 0,5-1 cm) dat verschillende vormen kan aannemen: rechthoekig met of zonder afgeronde hoeken, driehoekig, enz. Het kan volledig van metaal zijn of een houten hecht hebben. Eventueel is er aan het andere uiteinde nog een spatelvormig blad. De afdraaihaak wordt gebruikt door de pottenbakker om de vorm van een gedraaide pot tijdens het draaien bij te werken. Als men hem tegen de pot houdt, wordt er een zekere hoeveelheid klei afgesneden.De afdraaihaak gelijkt sterk op de zandhaak die metaalgieters hanteren aan een gietvorm. [MOT]
Afdruiprek voor emmer (o.)
Hefboom in roestvrij staal voor emmers gebruikt bij het overgieten van de honing in het aftapvat, d.i. het vat voor het afvullen of laten rijpen van de honing. Het afdruiprek bestaat uit twee identieke T-vormige staven (ca. 33 cm) met elkaar verbonden door een U-vormige staaf van ca. 14 cm breedte die op ca. 3,5 cm van het uiteinde licht omgebogen zijn. De emmer wordt tussen het werkend deel geschoven waarbij de T-staven aan de rand van het aftapvat worden gehangen. Zo kan men de honing tot de laatste druppel gemakkelijk overgieten. [MOT]
Absintlepel (m.)
Lepel van verzilverd, vertind of vernikkeld metaal - ca. 15 tot 18 cm lang - met gaatjes die gebruikt wordt om absint te suikeren. In de lepel - die horizontaal op een glas met absint geplaatst wordt - wordt wat suiker gelegd die men met water besprenkeld. Een ander model betreft een lepel zonder gaatjes waarvan het hecht onderbroken is door een vlak met gaatjes. Zo kan men, nadat de absint gesuikerd is, erin roeren met de lepel. [MOT]
Afbiljoenschaaf (v.)
Kleine schaaf om af te biljoenen, d.i. een plank of een balk van zijn scherpe rand te ontdoen om een vellingkant te bekomen. Er zou een afbiljoenschaaf bestaan zonder geleider, die doorgaans "het maaksel eener grondschaaf heeft doch op de plaats van den beitel is eene overhoeksche sponning aangebracht" (1). Doorgaans heeft de afbiljoenschaaf evenwel een geleider. Het blok is dan een parallellepipedum waarvan de onderste zijde, de zool, uitgehold is in een omgekeerde V. Voor de beitel met op de as loodrechte snede glijdt in onze streken, een stuk hout waarvan het uiteinde ook loodrecht op de as ligt en dat als dieptegeleider dient. De beitel is door een wig vastgezet, de geleider door een schroef, soms ook door de wig (2). In de Verenigde Staten bestond een afbiljoenschaaf met breedtegeleider die de diepte van het werk bepaalde (3). De schrijnwerker laat de beitel enigszins uitsteken en duwt zijn schaaf op de hoek van de plank. Daarna laat hij de beitel en de geleider iets meer uitsteken...
Afschrijfpen (Japanse) (v.)
De Japanse afschrijfpen (Japans: sumisashi) (1) wordt gebruikt door de timmerman. Ze is meestal van bamboe, soms van hout. Het ene uiteinde is fijn en puntig (5 cm lang met een diameter van ca. 0,5 cm) en dient voor het fijne werk, namelijk om op houten voorwerpen de lijn af te schrijven of te trekken die de afmetingen, het beloop, e.d. van een werkstuk aanwijzen. Het ander uiteinde is breder en afgewerkt als een plat penseel; namelijk de bamboevezels zijn van elkaar gescheiden en vormen zo een stugge penseelpunt van ongeveer 2 cm breed bij 3 cm lang. Dat uiteinde dient om karakters, cijfers en tekens aan te brengen op het hout. De Japanse schrijnwerker gebruikt de afschrijfpen vaak samen met de Japanse smetlijn (Japans: sumitsubo) om met regelmaat de afschrijfpen in de kleurstof (rood, wit of zwart) te doppen. Vergelijk met de afschrijfpunt. [MOT] (1) ODATE: 14-15.
Afsteekmes (o.)
Het afsteekmes (1) is een handwerktuig dat nagenoeg dezelfde vorm heeft als het plamuurmes maar waarvan het blad (ca. 2,5-12,5 cm) stug en minder verend is. Daardoor verwijdert men makkelijk, met afweekmiddel ingeweekt behang(papier) of, met afbijtmiddel voorbewerkte oude verflagen. Ook in combinatie met een verfbrander kan men de verflagen met het afsteekmes afsteken. Zie ook het afsteekmes voor stopverf. [MOT] (1) Japanse benaming is mogelijk kakugatakawasuki.
Afsteekmes voor stopverf (o.)
Het afsteekmes voor stopverf is een handwerktuig van kwekers van tafeldruiven (1) om oude verflagen, voorbewerkt met afbijtmiddel, te verwijderen tegen de ruiten van de serre. In tegenstelling tot het glasafsteekmes en het kleine afsteekmes van schilders is het lange afsteekmes (ca. 50-80 cm) volledig in ijzer vervaardigd. Het naar verhouding kleine mesje (meestal hergebruik) wordt in een langwerpig ijzer vastgezet, soms voorzien van ronde gaten om het mes vast te zetten. De ijzeren staaf eindigt in een ring of dwarse staaf om het werktuig te vatten. Zie ook het stopmes. [MOT] (1) Dit werktuig komt vooral voor in de Druivenstreek (Overijse, Huldenberg, Hoeilaart, Tervuren, Terhulpen).
Afspijkerkam (m.)
Stalen bontwerkerskam met grove tanden (ca. 1 cm lang; ca. 2 mm breed) en een houten hecht. Men gebruikt de kam bij het afspijkeren, d.i. het losmaken van het stuk huid dat op een houten bord gespijkerd is om te drogen. Zo een bontspijker past net tussen de tanden van de kam, waardoor men de spijker uit het bord kan lichten. De punt van de kam houdt men plat op het bord en met de rechterhand maakt men langs de spijkers een opwaartse beweging. Men voorkomt dat het bont uitgerekt wordt door met de linkerhand het vel tegen te houden wanneer men de spijker eruit haalt. [MOT]
Afsteker (pannenbakker) (m.)
Handwerktuig met korte houten T-steel voorzien van een ijzeren blad (lengte ca. 22 cm, breedte ca. 3,5 cm) dat haaks staat op die steel. Het wordt door de pannenbakker gebruikt om de hompen klei afkomstig van de potaardemolen in vier gelijke delen (telkens voor twee pannen) te versnijden. [EMABB]
Afschuimspatel (v.)
Met een afschuimspatel veegt men het teveel aan schuim bij een getapte pint weg. Het is een plat, langwerpig (ca. 20-25 cm), licht (ca. 50 gr), volledig metalen plaatje met een smaller handvat. Men strijkt met de afschuimspatel over de rand van het glas om zo een glad afgestreken schuimlaag te bekomen. [MOT]