Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 5,331 - 5,340 15,477 resultaten gevonden
Suikerdeeggieter (m.)
Om vlug een groot aantal pralines te vullen en om suikergoed te gieten in het bakje gevuld met stijfsel (zie chocoladevorm) gebruikt men een suikerdeeggieter. Hij bestaat uit een plaatijzeren recipiënt dat uitmondt in 4 à 7 conische tuiten, en is voorzien van een handvat, eventueel met haakje. [MOT]
Strijkschaaf (v.)
De grootste van alle schaven (ca. 130-190 cm lang) wordt gebruikt door de kuiper. In tegenstelling tot andere schaven wordt de strijkschaaf 'ondersteboven' gebruikt, dus met de zool aan de bovenzijde en beweegt ze niet. Ze staat op twee of vier poten, zodat ze respectievelijk schuin of horizontaal ligt. Ze wordt gebruikt om de zijkanten van de duigen te schaven. De kuiper duwt de duigen over de schaaf naar de beitel toe. [MOT]
Tegelsnijder (m.)
Met de tegelsnijder snijdt de tegelzetter de glazuurlaag van tegels in. Eerst zet hij een rechte lijn uit daar waar hij de tegel wil afbreken; vervolgens snijdt hij met de tegelsnijder langs een liniaal de glazuurlaag in om tenslotte de tegel met een tegeltang op deze plaats af te breken. De tegelsnijder bestaat uit een vierkante stalen schacht met een hardmetalen snijvlak waarmee de glazuurlaag ingekrast kan worden en die gelijkenis vertoont met de zinksnijder. De punt kan ook vervangen worden door een klein hardmetalen wieltje, dat haaks in de houten of kunststoffen hecht steekt. Om mooi evenwijdig met de tegelrand te kunnen snijden zijn er modellen die bestaan uit twee hefbomen van de derde soort verbonden door een veer. Een arm is voorzien van een snijwieltje, maatindeling en een verplaatsbare geleider waartegen de rand van de tegel wordt gelegd. De andere arm, met rubberen rolletje op het uiteinde, wordt met een stelschroef tot tegen de tegel geduwd. Door de tegel tussen het snijwieltje...
Teenschaafje (o.)
Het teenschaafje (1) dient om een teen aan een zijde effen te maken of om haar over de hele lengte dezelfde dikte te geven. Het werktuig bestaat uit één of twee scherpe blaadjes geklemd in drie op elkaar haaks staande plankjes van ca. 5 cm. Het houten gedeelte kan ook uit één stuk gesneden zijn. Vaak is de zool, d.i. de binnenzijde van de U-vorm, beslagen met een ijzeren plaat. Het blaadje staat niet haaks maar schuin tegenover de zool. De afstand tussen snede en zool kan overal dezelfde zijn maar dikwijls is hij aan een zijde groter. Zo kunnen tenen van verschillende dikte worden bewerkt. Wanneer er twee blaadjes zijn, staat het tweede dichter bij de zool dan het eerste. Dat laatste snijdt een laag af, het tweede een andere, om te vermijden dat het werktuig de teen zou splijten in plaats van ze te snijden (2). Eén hand vat het werktuig, de andere de teen die tussen de zool en het blad wordt geduwd en dan verder wordt getrokken. Het teenschaafje wordt dus niet zoals een gewone schaaf...
Tandenborstel (m.)
Door tandpasta op de borstelharen van een tandenbostel aan te brengen en er 2 à 3 maal per dag je tanden en kiezen mee te poetsen, verwijder je voedselresten en tandplak. Zo bestrijd je tandcariës, tandvleesaandoeningen en een slechte adem (halitose). Een voorloper van de tandenborstel is de 'miswak', een soort kwastje uit de wortel van de arakboom (salvadora persica). Al in het Oude Egypte gebruikte men dit om de tanden schoon te maken, en het was lange tijd de enige vorm van mondhygiëne. Toch wordt de miswak nu nog veel gebruikt in grote delen van Azië en Afrika en in een deel van de Verenigde Staten. De tandenborstel heeft meestal een klein rechthoekig borstellichaam (ca. 2 - 2,5 cm x 1 - 1,5 cm) met korte dicht op elkaar staande borstelharen van niet meer dan 1 cm lang en heeft een hecht van ca. 15 – 17 cm in het verlengde ervan. De borstelharen kunnen van varkens- paarden- of dassenhaar zijn (1) en vanaf eind jaren dertig ook uit nylonvezels. De steel kan bestaan uit been, ivoor,...
Tengelhamer (m.)
De tengelhamer is een hamer van ca. 800-1200 gr, gebruikt door timmerlieden (1), die op de klauwhamer (timmerman) lijkt maar waarvan de klauw bijna recht is. Ook is één van de punten langer dan de andere. De ambachtsman kan aldus zijn werktuig in een balk slaan om een steunpunt te hebben wanneer hij op het timmerwerk of de stelling klimt (2) en ook om te vermijden dat de hamer zou vallen (3). [MOT] (1) Volgens SALAMAN: 220 zou ook de kistenmaker dat werktuig gebruiken. Met de punt zou hij gaten slaan in de metalen banden. (2) Te vergelijken met sommige enterbijlen en brandweerbijlen (zie brandweerbijl). Hier dienen de punten echter ook tot het openbreken. (3) Volgens EMY: 1.76 en SALAMAN: 220 dient de punt ook om een spijkergat te slaan.
Tang voor handtas-armaturen (v.)
Om de randen van het leder te beschermen en om de bevestiging van handvatten en sluitstukken mogelijk te maken, worden handtassen soms voorzien van een armatuur. Er bestaan verschillende tangen om dit armatuur aan te brengen. Zij hebben allemaal een haakvormige bovenkaak die recht naar beneden geplooid is en met het uiteinde op de rechte benedenkaak terechtkomt. De haakvormige bovenkaak heeft steeds een andere vorm afhankelijk van het doeleinde. Zo kan deze wigvormig zijn om de U-vormige groef van het armatuur te openen zodat het leder erin kan geplaatst worden. Dat gebeurt met een tang met een dunne bovenkaak; het leder wordt over de kaak geplaatst, het armatuur wordt tussen de kaken gevat en het leder wordt in het armatuur geduwd. Het armatuur wordt dichtgeknepen met een tang met een dikkere, in doorsnede rechthoekige haakvormige bovenkaak. [MOT]
Tang voor schapenstaart (v.)
Tang voor het afbinden van de staarten en van de testikels van lammeren. De bek van deze tang bestaat uit vier pinnen. Daarmee kan de veeboer een elastiek openspannen en die rond de staart of rond de balzak van het lam plaatsen om hem af te binden. Het gedeelte na de elastiek sterft uiteindelijk af door een gebrek aan bloedcirculatie. [MOT]
Teelklompje (o.)
Ter bescherming van de hand gebruikt de griendwerker een teelklompje bij het planten van stekhout. Elke twijg wordt in de grond gestoken dankzij het gewicht van de arbeider. Hij neemt het klompje in de palm van zijn hand, legt het over het uiteinde van de stek en duwt het in de grond. Meestal is het teelklompje de neus van een kinderklomp. Het kan ook het uiteinde van een koehoorn zijn. [MOT]
Timmermansbijl (v.)
Deze benaming duidt een aantal verschillende bijlvormen aan, die vooral door de timmerlieden gebruikt worden. Deze bijlen komen echter ook bij andere vaklui voor, bv. bij de metselaar om stellingen te maken. Het gaat doorgaans om een bijl van ca 0,6-1,2 kg, met oog, twee vouwen en een hamer; de baan van deze laatste is soms gespleten om er nagels mee uit te trekken. De steel is ca. 30 cm lang. Deze bijl wordt tijdens het bouwen tot allerlei doeleinden gebruikt: een keep houwen, een stuk korter maken, een nagel inslaan enz. Het werktuig is te onderscheiden van de beslagbijl. Kenmerkend voor de Japanse timmermansbijl (1) is zijn L-vormig blad met dubbele vouw. Deze is opgebouwd uit 3 lagen waarvan de middelste hard staal is. Door zijn L-vorm verkrijg je een brede voorzijde en concentreert de massa zich juist boven de snede die voor een betere stabiliteit en bediening zorgt (waardoor je gerichter kan werken). Het maximaliseert ook de kracht van de bijl. De (rechte) snede staat schuin ten...