Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 5,301 - 5,310 15,477 resultaten gevonden
Spitsboor (v.)
De spitsboor wordt gebruikt om kleine geboorde of geponste gaten in een dunne ijzeren plaat bij te ronden of wijder te maken door ze er in rond te draaien. Zij bestaat meestal uit een stalen tweebenige haak met vierkante tot achthoekige (of een combinatie) doorsnede die in een punt eindigen. De spitsboor kan ook een stalen staaf met vierkante tot achthoekige doorsnede zijn, eindigend in een punt en aan het andere uiteinde voorzien van een kruk (ca. 8 cm) (1). Het werktuig wordt vaak door de smid zelf gesmeed uit een afgedankte vijl. Zie ook de ruimer, die wordt gebruikt indien er hogere eisen aan de maatnauwkeurigheid en de oppervlaktegesteldheid van de ijzeren platen worden gesteld. [MOT] (1) SALAMAN 1975: 391; ''Catalogue des outils Goldenberg'': 234.
Spitgreepje (o.)
Kleine en lichte spitgreep om in de tuin de grond te verkruimelen rond bomen en struiken. Hij is ook geschikt voor het werken in de borders, perken en plantenbakken. Terreinverzorgers van sportgrasvelden gebruiken dergelijke vork om het water in vochtige zones van een grasveld te laten indringen door gaten in de grond te prikken om het veld speelbaar te maken. Het werktuig bestaat uit vier gesmede of gestanste tanden met een rechthoekige (1 cm bij 0,2 cm) doorsnede en puntig uiteinde. De tanden kunnen zowel plat in het vlak van het blad liggen als haaks gedraaid (1). In dat laatste geval is het de bedoeling de wortels van de planten nog minder te beschadigen. Werkend deel en een houten T-, D- of knopsteel (ca. 80 cm) zijn d.m.v. een dille aan elkaar bevestigd. Te onderscheiden van het wiedvorkje dat een kortere (ca. 15-20 cm) steel heeft en dus al hurkend wordt gebruikt. [MOT] (1) HUXLEY: 122 toont een model waarvan de tanden in twee verschillende vlakken liggen.
Soldeerkussen (o.)
Metalen schijfje, waarop een kluwen ijzerdraad is bevestigd, die tevens het handvat vormt (1). Het kan met de hand vastgehouden worden of op een driepoot (2) gelegd worden. Een van de operaties om een juweel te vervaardigen is het solderen, d.i. het samenvoegen van twee stukken metaal door er een derde, gesmolten, metaal tussen te laten vloeien, dat na afkoeling zorgt voor een hechte verbinding. Wanneer het werkstuk verhit wordt, zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde, gebruikt de edelsmid het soldeerkussen. De vlam (van de soldeerbrander) geraakt namelijk makkelijk tussen de draden die aldus het maximum aan warmte opslagen en voor een gelijkmatige verhitting zorgen. [MOT] (1) Het kan ook een hergebruik van een spoel zijn. (2) Afbeelding in EDWARDS: 56.
Snijbeitel (m.)
Handwerktuig waarmee de lederbewerker decoratieve vormpjes uit het leder snijdt. Het is een stalen beitel (ca. 10-15 cm lang) zonder hecht met een getand of gegolfd blad dat plat en breed uitlopend, halfcirkelvormig of cirkelvormig (vgl. holpijp) kan zijn.  Men plaatst de snijbeitel op het leder en slaat erop met een hamer; het gewenste vormpje wordt in het leder uitgesneden. [MOT]
Splitpentrektang (v.)
Tang om splitpennen - dit zijn aan het vooreinde gespleten pennen waarvan de einden, als zij aangebracht zijn, uiteengebogen worden zodat ze niet meer uitvallen - uit te trekken. Kenmerkend zijn de twee naar binnen of naar buiten gerichte haken op het uiteinde van de kaken. Wanneer de haken naar buiten gericht zijn, wordt één haak in het oog van de pen gestoken en het hele werktuig wordt dan een hefboom; wanneer de haken naar binnen gericht zijn, wordt het oog met de twee haken gevat en wordt de pen uitgetrokken. Splitpennen kunnen ook uitgetrokken worden met een splitpentrekker. Vaak is de splitpentrektang gecombineerd met een andere tang en maakt dan deel uit van een combinatietang.[MOT]
Splitpentrekker (m.)
Naast de splitpentrektang kunnen splitpennen - dit zijn gespleten pennen waarvan de einden, als zij aangebracht zijn, uiteengebogen worden zodat ze niet meer uitvallen - ook uitgetrokken worden met behulp van een splitpentrekker.  Dat is een metalen staafje (ca. 10 cm), vaak gekarteld voor een betere grip, met een haakvormig uiteinde waarvan de diameter varieert naargelang de grootte van de pennen. De haak wordt in het oog van de splitpen gestoken; de splitpentrekker wordt naar beneden geduwd - waarbij de onderkant van de haakvormig uiteinde als steunpunt dient - en de pen wordt uitgetrokken. [MOT]
Splitshout, -ijzer (o.)
Om de strengen van een touw uiteen te halen, gebruikt de schieman (1) een splitshout of een splitsijzer (2). Het splitshout is kegelvormig en gemaakt van hard hout, vaak Buxus. Het is zo'n 25-50 cm lang en zo'n 3-5 cm dik; de grote exemplaren, waarop vaak met een hamer geklopt wordt, dragen wel eens een beslagring. Ook het splitsijzer is doorgaans kegelvormig, al dan niet met een verdikking of een haak aan het uiteinde; niet zelden is er een gaatje door het dik uiteinde geboord om het werktuig aan een koordje te kunnen hangen. Het meet zo'n 15 cm. Er bestaan ook gootvormige splitsijzers waarin een streng kan glijden. Voor staalkabel wordt een plat splitsijzer gebruikt, dat soms voorzien is van een haak (3). Op een zeemansknipmes vindt men altijd een dun, vaak licht gebogen splitsijzer. Zie ook zeilpriem. Te onderscheiden van het poothout en het wetstaal. [MOT] (1) "De timmerman doet het ook wel met zijn passer" (DEGROOT: 18). (2) Vgl. mandenmakerspriem. (3) DE BOER & SCHAAP: 73.
Sponboor (v.)
Avegaar om het spongat in een ton te boren of te verbreden (vgl. sponzaag en snijpasser (hout)). De meest gebruikte sponboor is een korte schulpboor (zie glossarium) van ca. 20-25 cm, die een vooraf geboord gat verbreedt. Soms eindigt ze in een schroefboor of een slingerboor; ze boort dan zelf het eerste gat. Een jongere vorm is de messponboor (1). Ze heeft een kegelvormig boorijzer (2) met één of twee overlangse spleten waarvan een zijde snijdt of waarin een mes bevestigd is. De messponboor met twee spleten snijdt tweemaal (twee messen) terwijl de schulpboor eenmaal snijdt. Op sommige van die messponboren staan de doorsneden van de spongaten aangeduid. De kegelvormige raspsponboor heeft tandjes over heel haar oppervlakte zoals een rasp. Ze wordt vooral gebruikt om een spongat wat te verbreden of effen te raspen. Een combinatie bestaat in de sponboor met raspvormig bovenuiteinde (3) en de raspvormige schroefboor (4). [MOT] (1) Eigen benaming onbekend. Fr. bondonnière à couteau (BRUNET...
Sponsleutel (m.)
Inbussleutel waarmee een spon in een houten ton, of een sluitdop in een ijzeren ton aan- of losgedraaid wordt. Voor ijzeren tonnen en voor carters (1) bestaan z.g. universele sponsleutels met een tiental werkende delen en voor brandbare stoffen, sponsleutels van brons. Zie ook de spontrekker. [MOT](1) Voor het uittrekken van aftappluggen van oliereservoirs zoals carters bestaat ook een ringsleutel voor aftappluggen.
Spontrekker (m.)
De spontrekker is een handwerktuig dat gebruikt wordt om de spon uit het spongat te trekken. Het bestaat uit een schroefdraad die losdraait in het midden van een U-vormig ijzer en een kruk. De schroefdraad wordt in de spon gedraaid totdat het U-vormig ijzer tegen de duigen komt. Wanneer men nu verder draait, wordt de spon uit het gat getrokken. Een hamervormig model is gecombineerd met een sponsleutel. Zie ook kurkentrekker. [MOT]