werktuig
Vetpers (m.)
Een vetpers bestaat uit een veelal gietijzeren cilindrisch recipiënt, met
inplaatsbare zeef van ca. 25 cm doorsnede, met langszij aan de onderzijde
een tuit. Aan de bovenzijde draait een zware schroef die een schijf naar
beneden drukt. Met de vetpers wordt het laatste vet uit gekookt runds- en
varkensvet geperst. Na het koken blijven vezelachtige bestanddelen,
kaantjes genaamd, in een vergiet achter. Het laatste vet dat er ingebleven
is, wordt er door middel van de vetpers uitgeperst. Soms zijn er
bijbehorende roostertjes die in het recipiënt tussen verschillende lagen
kaantjes geplaatst kunnen worden, opdat het persen nog efficiënter kan
gebeuren. Zie ook spatel voor smout, vleespers. [MOT]