werktuig
Schoffel (m.)
De schoffel is een handwerktuig (1) waarvan het blad verschillende vormen
kan hebben. Gewoonlijk is het rechthoekig (ca. 10-16 cm breed), al dan niet
voorzien van een beugel, en door middel van een dille op een lange (ca.
140-160 cm), soms licht gebogen, steel bevestigd. Het blad kan ook
halvemaanvormig (2) of hartvormig (3) zijn. Meestal worden schoffels
geduwd, enkele getrokken (4) maar in beide gevallen ligt het blad
evenwijdig met de grond. Als beide bewerkingen worden gecombineerd dan is
het blad (ca. 18 x 2,5 cm) langs beide zijden geslepen (5). Rond de Niger
(Afrika) is de schoffel van een kruk voorzien (6). De schoffel wordt
gebruikt om onkruid - op tuinpaden of tussen plantenrijen - te wieden (7).
In tegenstelling tot de krabber wordt met de schoffel, door licht stotende
beweging, de onkruidwortels op vrij geringe diepte afgesneden, zonder de
aarde te breken (8). Nadien kan men het onkruid met de grondhark opruimen.
Zie ook bietenkopschoffel en schoffel met harkje. Zie ook krabbertje....