Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,781 - 4,790 15,477 resultaten gevonden
Mestkrabber (m.)
Om in een stal de goot achter de veestanden - groep, grep of grup genoemd - schoon te schrapen, gebruikt men een mestkrabber. De breedte van het werkend deel is ongeveer gelijk aan de breedte van de groep. Het werktuig wordt ook soms gebruikt om de paardenstal of het kippenhok uit te schrapen of op straat om de uitwerpselen van trekdieren of modder te verzamelen. De mestkrabber bestaat uit een houten plank (1) maar meestal uit een stalen plaat (ca. 15-50 cm bij 15 cm) al dan niet met een haaks gebogen (ca. 4 cm) bovenrand en dille; uitzonderlijk is haaks in het midden van het blad een beugel met dille voorzien. In de dille steekt een steel van ca. 150-180 cm. In de catalogus van J.-C. Tissot (2) wordt een gelijkaardig werktuig aangeboden bestaande uit een houten plank (ca. 50, 60, 70 of 80 cm) met rubberen rand, waarvan de stand gewijzigd kan worden. De steel zou verstelbaar zijn. De tuinier gebruikt het om modder en dergelijke bijeen te schrapen. Zie ook hak en klauwkrabber. [MOT] (1)...
Messenslijper (m.)
Keukengerei waarmee men messen kan slijpen. Het heeft een slijpgleuf met aan weerszijden kleine stalen schijfjes (ca. 1,5 cm) die meedraaien als men het mes er over haalt, wat maar in één richting kan. Met enkele krachtige bewegingen, maar niet te hard drukken, wordt het mes geslepen. De messenslijper kan een tafelmodel zijn of een handmodel, bevestigd in een recht hecht. De messenslijper kan ook gecombineerd zijn met andere keukeninstrumentjes zoals een flesopener voor kroonkurk en zelfs een glassnijder. Keukenmessen kunnen ook geslepen worden op een wetstaal of eventueel op een heel gladde wetsteen. [MOT]
Metaalponstang (v.)
In metalen platen drijft men een gat met een doorslag. Voor dunne platen (tot 0,5 mm) kan men de metaalponstang gebruiken. Deze lijkt sterk op de holpijptang, maar de holpijp is vervangen door een verwisselbare hippel, d.i. een stalen cilindervormige pen (diam. ca. 1-8 mm). Het materiaal is immers vaak te hard voor een holpijp. Op de andere kaak zit een holle cilinder waar de hippel in past. Een bladveer opent de tang automatisch. Voor bijzondere bewerkingen zoals bijvoorbeeld het ponsen van spatborden maakt men gebruik van een spatbordponstang. [MOT]
Metselaarstroffel (m.)
Handwerktuig dat dient om mortel te mengen, te scheppen en uit te strijken over stenen, muren, vloeren, plafonds, enz. Het wordt ook gebruikt om stenen af te hakken en om tijdens het voegen de afvallende mortel op te vangen. Het bestaat uit een afgerond of puntig metalen blad dat met een omgebogen steel aan een kort recht handvat bevestigd is. Het blad is meestal vrij groot (ca. 16-19 cm/10-15 cm), dit in tegenstelling tot het blad van de pleistertroffel. [MOT]
Mofhout (o.)/Mofstang (v.)
Na het snijden van een loden buis met de lodenpijpsnijtang, verwijdt de loodgieter de opening om er een andere pijp in te kunnen solderen. Dit kan gebeuren met een opruimtang, een opruimkegel, een looduitdrijver of een mofhout. Dat laatste is een monoxiel cilindrisch werktuig uit palm- of azijnhout waarvan één helft een kleinere doorsnede heeft dan de andere helft. Indien het werktuig uit ijzer is vervaardigd, wordt het mofstang genoemd. Het mofhout/de mofstang wordt met het smalste gedeelte in de loden pijp gestoken; wanneer men het verder klopt, verwijden de afgeronde schouders tussen het smalle en het dikkere deel van het mofhout de pijp. De afmetingen van het mofhout/de mofstang variëren naargelang de doorsnede van de te verwijden pijp. [MOT]
Moertang (v.)
Moeren kan men aan- of losdraaien met een moertang. De kaken zijn aangepast aan de vorm van de moer. Ze grijpen de moer op vier van de zes vlakken. Anders dan bij de moersleutels bewegen de kaken niet parallel. Soms zijn ze aan de binnenzijde geribd voor een betere grip en kan men de opening fixeren met een stelschroef. Men kan dan de tang niet verder sluiten dan de schroef het toelaat, zodat men geen te grote druk op de zijvlakken van de moer kan uitoefenen en ze daarmee zou beschadigen. Zie ook combinatietang. [MOT]
Mijnwerkerszaag (v.)
Hoewel vooral de mijnwerkersbijl voor het beschoeien van de mijngangen gebruikt wordt, wordt daarvoor ook soms een zaag gebezigd. Het is een vouwbare zaag met stijf, op het einde afgerond blad (ca. 35-45/4-5 cm). Dat blad is door middel van een spil op een recht hecht van dezelfde lengte bevestigd. Voor het vervoer komen de tanden in de gleuf van het hecht. Soms echter is het blad vast. Het hecht is dan korter en de zaag wordt in een houten koker gedragen. [MOT]
Mosterdpoederlepel (m.)
Klein (ca. 10-15 cm lang), bolvormig (ca. 1,5 cm doorsnede) houten lepeltje waarmee mosterdpoeder geserveerd kan worden (1). Voor het serveren van mosterd in pastavorm bestaan er houten, benen, keramische, metalen mosterdspateltjes of -lepels. [MOT] (1) Volgens CAMPBELL: 126 wordt deze lepel gebruikt als zoutlepel.
Miniatuurbeitel (m.)
De miniatuurbeitel wordt hoofdzakelijk gebruikt door de beeldhouwer (steen) om kleine stukjes steen weg te slaan of voor het aanbrengen van het fijnere detailwerk. De steenhouwer gebruikt de miniatuurbeitel veelal voor detailwerk, bijvoorbeeld om (holle) sierlijsten vorm te geven en bij te werken. De miniatuurbeitel is een fijne geheel metalen beitel (ca. 16-23 cm lang) met soms zeer smalle (ca. 4-30 mm) (1) afgeronde snede. Hij is te onderscheiden van sommige modellen bordijzers waarvan de hoeken afgerond zijn. [MOT] (1) Volgens ''Taille de la pierre'': 58; volgens ROCKWELL: 43 is de gebogen snede ca. 0,5-2 cm lang.
Middentrekker (m.)
Met de middentrekker kan een lijn in het midden van smaller wordende balken getrokken worden (1). Het werktuig bestaat uit een plankje van zo'n 30 x 12 cm met een brede inkeping; in het midden van die inkeping steekt een nageltje. Wanneer twee tegenovergestelde hoeken van de inkeping tegen de randen van een spits toelopende balk gehouden worden, krast de punt een lijn in het midden van de balk. Een variante hiervan bestaat uit twee latjes die op een dwarslat scharnieren, waarin het nageltje steekt. Zie ook kruishout. [MOT] (1) Zie VAN KEIRSBILCK 1898: 245.