werktuig
Mofhout (o.)/Mofstang (v.)
Na het snijden van een loden buis met de lodenpijpsnijtang, verwijdt de
loodgieter de opening om er een andere pijp in te kunnen solderen. Dit kan
gebeuren met een opruimtang, een opruimkegel, een looduitdrijver of een
mofhout. Dat laatste is een monoxiel cilindrisch werktuig uit palm- of
azijnhout waarvan één helft een kleinere doorsnede heeft dan de andere
helft. Indien het werktuig uit ijzer is vervaardigd, wordt het mofstang
genoemd. Het mofhout/de mofstang wordt met het smalste gedeelte in de loden
pijp gestoken; wanneer men het verder klopt, verwijden de afgeronde
schouders tussen het smalle en het dikkere deel van het mofhout de pijp. De
afmetingen van het mofhout/de mofstang variëren naargelang de doorsnede van
de te verwijden pijp. [MOT]