Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,731 - 4,740 15,477 resultaten gevonden
Lijstschaaf (v.)
De lijstschaaf is een betrekkelijk smalle schaaf met aanslag (1), zonder keerbeitel, om een lijst uit te schaven. Haar beitel en haar zool hebben dezelfde vorm als de lijst die ze uitschaaft. Er bestaan zeer veel verschillende lijsten en derhalve ook lijstschaven. Niet enkel de vorm maar ook de breedte wisselt sterk af. Om ingewikkelde lijsten uit te schaven, hebben de lijstschaven soms twee of drie beitels. Zo is het vijlen ervan gemakkelijker. Er bestaan -zeldzame- zijdelings gebogen lijstschaven (V 83.0341 a-c3) om ronde lijsten uit te schaven. Dubbele lijstschaven komen ook voor, die het mogelijk maken twee verschillende lijsten te schaven- de doorsnede van de ene is meestal het spiegelbeeld van de andere (2). [MOT] (1) De Japanse lijstschaven (Men tori kanna (ODATE: 112)) hebben meestal geen aanslag. (2) Zie bv. GREBER: afb. 164.
Lijmijzer (o.)
Het lijmijzer dient tot het warmen van de gestolde lijm onder een fineerblad en desnoods om grote stukken te warmen voor het lijmen (1). Het bestaat uit een metalen rechthoekig blokje (ca. 10/15/1-2 cm), vaak puntig aan het uiteinde, en een schuin (ca. 135°) metalen hecht van ca. 30 cm. Niet zelden wordt voor zwaarder werk een massief strijkijzer of zelfs een biljartstrijkijzer gebruikt. De vakman warmt het ijzer op een kachel en laat het op het fineerblad glijden waar de lijm hard is geworden. Zo nodig drukt hij er met zijn plakhamer (2) op. De week geworden lijm wordt met dat laatste werktuig opengestreken (3). [MOT] (1) VAN KEIRSBILCK 1898: 263. (2) Bv. ROUBO: 3. 852. (3) Nu bestaan er elektrische plakhamers die het lijmijzer vervangen.
Lepelmes (o.)
Het lepelmes (1) is een mes waarvan het lemmet niet in één vlak ligt maar zijdelings gebogen is om hout uit te hollen, bv. bij het snijden van lepels, schoppen e.d.(2) Het gebogen blad kan U-vormig of O-vormig zijn en bevestigd zijn op een rechte of een gaffelvormige (3) steel. Er bestaan verschillende modellen en hanteerwijzen, de steel kan lang (tot 50 cm) of kort zijn (4). In het eerste geval wordt hij op de schouder of onder de oksel geplaatst (5). In het tweede wordt hij met één of beide handen vastgehouden (de kattsak van de Lappen) (6). Die hanteerwijzen hebben tot doel meer kracht en nauwkeurigheid te bekomen. Het lepelmes is gemakkelijk te onderscheiden van het staarttrekmes door de richting van de beweging. Deze is zijdelings in het eerste geval, en asgericht in het tweede. [MOT] (1) Tech-term: 8.16g. Wellicht ook schoppemes (VADER: 14). (2) Zie DU BREUIL : 940: een groot lepelmes om rotte delen van de olijfboom uit te snijden. (3) Bv. NORMAN: fig. 11c en 12d. (4) Bv. MANGA:...
Lijsterwigje (o.)
Het lijsterwigje is een streekgebonden stroperswerktuig, gebruikt bij de jacht op lijsters. Het heeft een driehoekig uitsteeksel in het midden van een metalen, in doorsnede vierkantige schacht (ca. 20-25 cm lang; ca. 1 cm breed), die in een houten hecht steekt. De schacht is op het uiteinde haaks in een halve cirkel gebogen; de doorsnede is daar cirkelvormig. Met het gekrulde uiteinde van het lijsterwigje wordt een stam gevat en vervolgens kerft men met het driehoekig blad twee evenwijdige spleetjes daarin. Diezelfde handeling herhaalt men op enige afstand daaronder. Vervolgens steekt men een takje met het éne uiteinde in de bovenste insnijding in de stam en met het andere uiteinde in de onderste insnijding. Aan de onderzijde van dat takje hangt men een trosje lijsterbessen en aan de bovenzijde bevestigt men een stropje van koperdraad. Wanneer de lijster op het takje landt en de bessen wil opeten, geraakt zij verstrikt in de strop. [MOT]
Kuipwindas, -vijzel (v.)
Werktuig dat de kuiper gebruikt om de duigen te buigen zodat de laatste hoepels op de ton geplaatst kunnen worden. Het bestaat uit een houten kader (ca. 50 cm / 100 cm) waaraan een touw bevestigd is dat door middel van een windas of een vijzel aangespannen kan worden. In het eerste geval bevindt het windas zich in het midden in de breedte van het kader. Het touw is met één uiteinde bevestigd aan de as en met het andere aan het kader. Het kader wordt aan de bovenzijde tegen de ton geplaatst en het touw wordt rond de ton gehangen. Wanneer men aan het windas draait, wordt het touw rond de as gedraaid en worden de duigen samengetrokken. In het tweede geval loopt er een schroef doorheen de lengte van het kader. Het touw is met één uiteinde bevestigd aan een beweegbaar onderdeel waar de schroef loodrecht doorheen loopt en met het andere uiteinde aan het kader. Wanneer men de schroef draait, wordt het beweegbaar onderdeel naar achteren verplaatst en de duigen samengetrokken. Om beter te buigen,...
Letterschroef (v.)
Werktuig dat de boekbinder gebruikt bij het versieren en het vergulden van in leer gebonden boeken. Het bestaat uit een metalen - vaak koperen - langwerpige (ca. 10-12 cm lang; ca. 1 cm breed) houder, bevestigd in een houten hecht. In de houder kan men blokjes met letters erop plaatsen die door een schroef vastgeklemd kunnen worden. Na verhitting worden de letters in het (vergulde) leer gestempeld, om zo het gewenste woord te bekomen. Sommige modellen zijn instelbaar voor verschillende letterhoogten (1) en worden ook wel universeeltang genoemd. Zie ook filetstempel. [MOT] (1) Dit omdat letters voor de boekdrukpers niet altijd van dezelfde hoogte zijn als handdrukletters (KIEL & LOBLER: 105).
Lepel (houten) (m.)
Lichte (ca. 10-20 gr), monoxiele lepel (ca. 25-45 cm lang) die in de keuken gebruikt wordt om mengsels te roeren of beslag te kloppen. Hij moet van hardhout gemaakt zijn dat niet gauw vocht of smaak opneemt, splintert of barst. Naast de ovaalvormige bestaan er ook lepels die een rechte hoek hebben voor het uitschrapen van hoekige pannen of schalen. [MOT]
Likbeen (o.)
Het likbeen is een langwerpig (ca. 12-20 cm lang; ca. 1-2 cm breed) benen handwerktuig met een platte ovaal als doorsnede, en afgeplatte uiteinden. Deze laatste kunnen afgerond of recht zijn, met of zonder groefjes. De schoenmaker gebruikt het likbeen om te polijsten en glad te maken, plooien te verwijderen en naden vlak te wrijven. Te onderscheiden van het vouwbeen. [MOT]
Lonttang (v.)
Bij het maken van dynamietpatronen wordt een lonttang (1) gebruikt. De lont (2) wordt aan beide zijden afgesneden zodat het poeder bloot komt. Daarna wordt deze in de opening van de ontsteking gestoken. Het koperen omhulsel van de ontsteking wordt dan vastgeklemd zodat het lichtjes in de lont dringt. Er bestaan verschillende modellen lonttangen (ca. 14 – 17 cm). De bek kan een schaar zijn waarmee de lont wordt doorgeknipt. Ter hoogte van de spil is er dan een tweede bek van dikke uitgeholde kaken waarmee wordt geklemd (bv. MOT V 2002.0140). Een ander model (bv. MOT V 91.0289) bestaat uit een lange (ca. 3,5 cm), smalle (ca. 1,7 - 2 cm) bek voorzien van een snijdend gedeelte, al dan niet met een afneembaar blad (3), en eronder een uitsparing om te klemmen. Soms is één van de armen rond en eindigt het in een punt, al dan niet van brons (ca. 3,5 – 4,5 cm). Die punt dient om een gat te steken door het papier van paraffine dat rond de explosieven is gewikkeld, waarin dan de ontsteking wordt...
Loodklopper (m.)
De loodklopper is een langwerpige (ca. 30-35 cm) monoxiele klopper met een rechte steel die gebruikt wordt om bladlood te bewerken en effen te slaan. Het gedeelte waarmee men klopt, kan bovenaan halfrond zijn en onderaan zowel vlak als in de lengte gebogen ofwel rechthoekig zijn, vlak of gebogen. In het laatste geval lijkt hij enigszins op de wasklopper en de kurkenklopper, maar hij is smaller (ca. 5-7 cm). De loodklopper kan ook driehoekig van doorsnede zijn, zodat makkelijker in hoeken gewerkt kan worden. Doorgaans is hij van azijnhout. Zie ook grondstamper. [MOT]