Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,721 - 4,730 15,477 resultaten gevonden
Figuurzaag (v.)
De figuurzaag is een beugelzaag met kort (ca. 15-20 cm) en smal blad (0,1-0,3 cm), om zeer dunne platen uit te zagen. De boog kan 15 tot 50 cm hoog zijn en is soms in de hoogte verstelbaar met stelschroeven.. Het handvat staat er haaks op.De plaat wordt op de schaafbank gelegd en de zaag verticaal gehanteerd. De vakman moet ervoor zorgen niet te hard op de zaag te duwen omdat de bladen gemakkelijk breken. [MOT]
Fruitpers (m.)
Werktuig met een metalen, geperforeerd recipiënt (ca. 7-10 cm doorsnede; ca. 8-15 cm hoog) op een sokkel met opstaande randen; aan de bovenzijde zit er een schroef die een plaatje naar beneden duwt als men eraan draait (1) (zie ook vleespers) (2). Voor druiven en bessen gebruikt men ook een ander model, dat te onderscheiden is van de vleesmolen. Hij heeft een huis van (vertind) gietijzer met bovenaan een vultrechter en binnenin een Archimedesschroef die door een draaizwengel in beweging wordt gebracht en waaronder zich een zeefbodem bevindt. Deze fruitpers wordt met een schroefklem aan het tafelblad bevestigd. De trechter wordt gevuld en men draait aan de zwengel. De schroef duwt het fruit tegen de zeefbodem; het sap komt er doorheen en wordt opgevangen in een kom, de velletjes en zaadjes komen er gescheiden van het sap uit en worden in een andere kom opgevangen. Zie ook citruspers. [MOT] (1) De kleine fruitpers die men in de keuken gebruikt, is gebaseerd op de grote druivenpers die in...
Formeerijzer (o.)
Het formeerijzer dient om groeven uit te snijden aan de binnenkant van het leer (1) om het toevouwen ervan te vergemakkelijken. Het wordt ook gebruikt om stiknaden uit te tekenen. Het werktuig wordt schuin op het leer gezet en langs een liniaal steeds naar je toe getrokken (2). Het formeerijzer bestaat uit een dik (ca. 3,5 mm) ijzeren, meestal haakvormig, blad (ca.5,5 bij 10 cm) waarvan de schuine zijde is omgebogen en zo een snijdende U-vormige punt vormt. Het werkend deel steekt door middel van een angel in een houten hecht (ca. 13 cm) dat verstevigd is met een beslagring. Een ander model bestaat uit een platte ijzeren stang waarbij één of beide uiteinden tot een rits zijn omgebogen (3). Het formeerijzer kan ook uit een stalen pincet-vormig werktuig bestaan met al dan niet haakvormige uiteinden (4). Eén uiteinde is omgebogen en snijdt. Het andere uiteinde dient als geleider. Met dit model snijdt men een groef evenwijdig aan de rand van het stuk leer. Een schroef stelt de breedte (max....
Friseertang (v.)
Met een friseertang zet men haar en snor in de krul. Ze heeft een holronde kaak en een bolronde die in de eerste past. Het werktuig wordt opgewarmd op een komfoortje en men knijpt er een stukje papier mee om te zien of ze niet te warm is. Het haar wordt dan met de tang genomen en er rond gedraaid om de krul te bekomen. De friseertang bestaat in verschillende dikten. Doorgaans kruisen de armen van die tangen zich maar er bestaan er ook andere; een veer houdt het werktuig dan dicht. In sommige gevallen is één van de armen zelfs veel korter dan de andere. Het reismodel heeft vouwbare armen. Zie ook krulstok, pijpschaar, krultang (lokkentang) en papillottang. [MOT]
Fritessnijder (m.)
Keukenwerktuig waarmee men frietjes uit aardappelen kan snijden. Het heeft een rond of vierkantig messenblok, bestaande uit verscheidene rijen vierkantige, snijdende openingen (ca. 6-12 mm), bevestigd in een metalen of plastic huis. Er bestaan talloze modellen. Het eenvoudigste heeft een drukplaatje dat door middel van twee handvatten naar beneden geduwd wordt en zo de aardappel doorheen het messenblok duwt. Bij andere modellen wordt het drukplaatje door middel van een hefboom naar het messenblok bewogen. [MOT]
Fretboor (v.)
De fretboor is een zeer kleine avegaar die met één hand gedraaid wordt en dient om kleine gaten te boren, bv. voor een schroef (1). De kruk staat vast op het boorijzer (zie glossarium). Ze kan van hout of van metaal zijn. In het eerste geval eindigt het boorijzer in een angel, soms in een oog. In het tweede zijn boorijzer en kruk uit één stuk gemaakt. Het boorijzer is vaak een schroefboor (2) en juist omdat dit model het hout doet barsten, wordt de fretboor weinig aangewend voor smalle stukken. De fretboor is te onderscheiden van de zwikboor. [MOT] (1) Volgens TIDEMAN: 93 zou de fretboor ook gebruikt worden "bij onderzoekingen van hout omdat het boorsel minder fijn verkorreld is ...". (2) Zie glossarium. Vandaar dat fretboor soms het boorijzer van deze vorm aanduidt (LOMBAERT: 88).
Frituurschep (v.)
Met een frituurschep laat men gefrituurd voedsel uitlekken. Ze heeft een opengewerkte, cirkelvormige, lichtjes holronde schep van metaaldraden (ca. 15-20 cm doorsnede) aan een lange steel (ca.30-55 cm). Aan de rand is de schep versterkt met een steviger ring en over de bodem lopen verstevigingsdraden. De steel is lang zodat men op veilige afstand van het hete vet kan blijven. De Chinese frituurschep heeft een schep van messingdraad die een patroon van gelijke cirkels vormt, bevestigd aan een houten steel. Zie ook schuimspaan. [MOT]
Fototang (v.)
Negatieven en afdrukken van foto's kan men makkelijk vastnemen met een fototang. Ze bestaat uit een u-vorm die men dichtknijpt. Soms zijn beide armen ook halverwege met elkaar verbonden door een scharnier en houdt een veer het werktuig open. De pannenkoektang lijkt sterk op de fototang. [MOT]
Garnaalschaar (v.)
Schaar waarmee men garnalen kan pellen. Eén arm heeft twee aparte onderdelen: een in doorsnede vierkantig, smal (enkele millimeters) en spits staafje met ernaast een plat en buigzaam blad. De andere arm bestaat uit een stevig snijblad met erop een ander smaller blad bevestigd. Om een garnaal te pellen, steekt men het spits staafje langs de kop naar binnen; de schaal kan nu losgeknipt worden. [MOT]
Lijnrol (o.)
Handwerktuig (ca. 20-35 cm lang) dat de boekbinder gebruikt bij het versieren en vergulden van in leer gebonden boeken, meer bepaald om rechte of gebogen (1) ononderbroken lijnen aan te brengen op het voor- en/of achterplat van het boek. De lijnrol bestaat uit een smal koperen wieltje (diameter ca. 2 - 9 cm) dat in een metalen beugeltje (2) zit; de stang is met een angel bevestigd in een recht, houten of plastic handvat. Dat kan zowel kort (ca. 10 – 15 cm) als lang (tot ca. 33 cm) zijn. Dat laatste is ontworpen om vanuit de schouder te werken zodat er meer druk op het wieltje kan gezet worden. Het wieltje kan vervangbaar zijn. Bij de meeste modellen is het wieltje voorzien van een inkeping al dan niet in V-vorm, om mooi afgewerkte kaders te maken met lijnen in verstek. Voor het aanbrengen van lijnen of motieven op de rug van een boek gebruikt men een filetstempel. Na verhitting wordt het werkend deel over het leer - al dan niet voorzien van bladgoud - gerold, om een motief van 1 tot 4...