Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,701 - 4,710 15,477 resultaten gevonden
Draaddoorsteker (m.)
Hulpmiddel om makkelijk de draad door het oog van een naald te steken. Het bestaat meestal uit een dun ruitvormig metalen lusje dat in een plastic of metalen plaatje bevestigd is dat als handvat dient. Soms is het slechts een ijzeren reepje met een haakje. Men steekt het werkend deel door het oog van de naald en de draad door het lusje of haakje. Bij het terugtrekken van het werktuig komt de draad mee door het oog. Zie ook maastang. [MOT]
Emmerdreg (v.)
Dreg met drie of vier gebogen armen (ca. 20 cm breed; ca. 20 cm hoog) aan een lang touw, waarmee een in de waterput gevallen emmer of een verdronken dier uit het water gehaald kan worden. Emmerdreggen worden ook zelf gemaakt van ander gereedschap. Zo bv. van een drietand of van een tweetandige hooivork; voor ondiepe putten of om een drijvend voorwerp uit het water te halen, wordt de vork dan soms op een lange steel bevestigd. [MOT]
Epileerpincet (v.)
Overtollige of ongewenste haartjes kan men verwijderen met een epileerpincet. Dit is een tang van kleine afmeting (ca. 10 cm), zoals de splintertang, bestaande uit twee hefbomen van de derde soort. Met de platte, lichtjes gebogen kaken wordt het haartje gevat en zonder veel kracht kan het uit de huid getrokken worden. [MOT]
Figuursteker (m.)
Met een figuursteker (ca. 5-8 cm groot) maakt men figuurtjes uit deeg. Er bestaan tal van vormen: dieren- en mensenfiguren, ster-, maan-, hart-, bloemvormig, enz. Ze zijn van blik of plastic en hebben scherpe randen om vlot door het deeg te gaan. De bovenkant van de randen is omgekruld, zodat men de vingers niet snijdt. Om gemakkelijk snel een reeks (ronde) vormpjes uit koekjesdeeg te snijden, kan je gebruik maken van een figuursteker op een as. Het heeft twee naar buiten gebogen, ovaalvormige bladen (ca. 5-7 cm/ ca. 4-5 cm) die met hun rugzijde aan elkaar vastzitten. Ze scharnieren in een beugel die bevestigd is in een recht hecht. Soms is hij gecombineerd met een trogschraper (1). Een ander model heeft een cirkelvormig blad (enkele centimeters hoog) dat aan beide zijden snijdend is. Wanneer men ermee over een stuk deeg rolt, wordt er een reeks ronde vormen uitgesneden die allemaal even groot zijn en zich op gelijke afstand van elkaar bevinden (2). Zie ook deegsnijrol. [MOT] (1) Zie...
Fietssleutel (ringsleutel) (m.)
Kleine samengestelde ringsleutel voor fietsers. Er bestaan twee hoofdvormen. De eerste is een doorboorde plaat (ca. 10-12 cm bij 3 cm), waarop soms een haaksleutel en/of een pensleutel voorzien is. De verschillende ringen kunnen ook in twee vouwbare plaatjes aangebracht zijn; vaak is er dan ook nog een steeksleutel en een schroevendraaier. De tweede vorm, soms doodskopsleutel genoemd, bestaat uit een stang (ca. 11-14 cm) met aan beide uiteinden vier of vijf werkende delen en soms een hamertje. [MOT]
Filetradertje (o.)
Handwerktuig (ca. 20-35 cm lang) dat de boekbinder gebruikt bij het versieren en vergulden van in leer gebonden boeken, meer bepaald om een recht ononderbroken (figuur)motief aan te brengen op het voor- en/of achterplat van het boek. Het filetradertje bestaat uit een koperen of bronzen wieltje (diameter ca. 4,5 - 11 cm) - met een brede rand voorzien van een motief - dat in een metalen beugeltje (1) zit; de stang is met een angel bevestigd in een recht, houten of plastic handvat. Dat kan zowel kort (ca. 10 – 15 cm) als lang (tot ca. 40 cm) zijn. Dat laatste is ontworpen om vanuit de schouder te werken zodat er meer druk op het werkend deel kan gezet worden. Het wieltje kan vervangbaar zijn Na verhitting wordt het werkend deel over het leer – al dan niet voorzien van bladgoud - gerold, om een decoratief motief te bekomen. Een lijnrol daarentegen geeft een lijnpatroon als resultaat. Voor het aanbrengen van lijnen of motieven op de rug van een boek gebruikt men een filetstempel. Zie ook letterschroef,...
Doorslag (smid) (m.)
Korte (10-17 cm) stalen cilinder, aan de omtrek vaak gekarteld, met steeds een vlak uiteinde (diam. ca. 1,5-6 mm), om gaten in dun plaatijzer te slaan. Onder de plaat wordt een stukje lood of kopshout gelegd, de doorslag wordt op de plaat geplaatst en aan het andere uiteinde wordt er met een bankhamer op geslagen. De smid gebruikt ook een zwaarder (15-25 cm; diam ca. 1 cm) model om in een gloeiend stuk ijzer gaten te slaan. Onder het werkstuk wordt dan een onderlegplaat gelegd en er wordt op de doorslag geslagen met de smeedhamer. De doorslag kan verschillende vormen aannemen naargelang het gat rond, vierkantig of langwerpig moet zijn (1). Zie ook stokdoorslag. Te onderscheiden van de drevel die een kegelvormig of licht uitgehold uiteinde heeft. [MOT] (1) Bv. ZWIERS: s.v. doorslag.
Felsmachine (hand-) (v.)
De handfelsmachine (1) is een werktuig om aan blik een naar binnen geduwde rand te forceren (2). Dit handmatig model bestaat uit een houten T-vormige kruk, geschroefd in een cilindrisch metalen frame met intern een veer en aan het uiteinde een centraal roterend wiel. De veer vormt via drie armen een hefboom op drie kleinere roterende flenswieltjes. Alle wieltjes hebben een groef waarbij de bovenste en onderste flens een verschillende diameter en dikte heeft. Door de randen van blikwerk tussen deze flenswielen te draaien, kunnen ze omgeplooid of gefelst worden bv. om een naad aan het deksel van een recipiënt te sluiten. (1) V.D. (1950) sv felsmachine: "vouwmachine voor blikwerk: de felsmachine vormt een rand aan de beide stukken blik, haakt de randen in elkaar en drukt de naad toe" (2) Handmatige modellen lijken betrekkelijk zeldzaam. Een vergelijkbaar exemplaar uit een vernis- en lakfabriek is bewaard in de collectie van Museum Rotterdam.
Ertshaak (m.)
De ertshaak is een handwerktuig dat gebruikt werd door havenarbeiders bij het lossen van een scheepsruim of het verplaatsen van bulkgoederen zoals ertsen. Na een lange opslag en zeereis waren sommige ertsen te hard vastgekoekt om los op te scheppen. In vergelijking met diverse houwelen is de metalen pik opvallend lang (ca. 60-95 cm) in verhouding tot de houten steel (ca. 60-75 cm), die er met een oog of dille bijna haaks op staat. De haak versmalt tot een punt, die in het erts wordt geslagen om deze los te hakken om verder te kunnen opscheppen. De stratenmaker zou ook van deze haak gebruikmaken om kasseien los te wrikken. [MOT]
Escargottang (v.)
Escargots zijn vaak te warm om met de hand vast te houden en daarom gebruikt men een escargottang. Deze tang heeft gekruiste armen die door een veer dichtgehouden worden. De bek is aangepast aan de vorm van het slakkenhuis, zodat men de escargot goed kan vatten. Door de veer klemt de tang zich rond de escargot wanneer men de armen niet langer dichtknijpt. Het slakkenhuis is nu voldoende gefixeerd om het vlees met een escargotvorkje eruit te halen. Zie ook escargotschotel. [MOT]