Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,641 - 4,650 15,477 resultaten gevonden
Bordijzer (o.)
Het bordijzer is een stompe geheel metalen beitel met dubbele vouw, waarvan de rechte snede tussen 12 en 35 mm breed is. Het bordijzer wordt door de steenhouwer hoofdzakelijk gebruikt om een randslag of ruigeslag (1) aan te brengen. Dit bestaat uit het slaan van een vlakke rand van enkele centimeters breedte rondom het te bewerken oppervlak, die de referentie vormt. Hiervoor wordt het bordijzer met de houten steenhouwershamer geslagen. Daarnaast wordt het bordijzer gebruikt om af te schrijven en om zo'n 10 cm dikke natuursteen te kloven. De steenhouwer hakt met het bordijzer een rits, d.i. een keepvormige gleuf van ongeveer 2cm breed en diep, in de steen. Door met een moker op het in de rits geplaatst bordijzer te slaan, en deze bewerking enige centimeters verder te herhalen, splijt de steen (2). Te onderscheiden van de ceseel die een bredere (ca. 3,5-12 cm en meer) snede heeft en de miniatuurbeitel met afgeronde snede. Zie ook marmertang. [MOT] (1) Randslag (Fr: bordure) volgens JANSE:...
Borduurschaartje (o.)
Het borduurschaartje is een schaartje (ca. 8-10 cm) met twee korte (ca. 2-3 cm), smalle, puntige bladen. Het wordt tijdens het borduren gebruikt om draad af te knippen maar ook algemeen bij het naaien. De hoedenmaker knipt er de stof, de linten en de andere opsmuk mee (1). Een ander (Japans) model (2) kan tijdens het naaien makkelijk in de hand worden gehouden. Het bestaat uit één stuk U-vormig gebogen staal (ca. 10 cm) met twee korte (ca. 3 cm), driehoekige snijbladen. [MOT] (1) MIDGLEY & LAWTHER: 292. (2) Ook wel draadknippertje genoemd.
Borgdraadtang (v.)
Men kan snel borgdraad draaien met een borgdraadtang. Dit is vooral nodig bij constructies die onderhevig zijn aan trillingen. De twee uiteinden van de draad worden tussen de kaken geplaatst en men vergrendelt de tang. Vervolgens laat men de tang los en trekt men aan de staaf onderaan. De tang tolt rond haar as en draait de draad. Indien men nog een tweede maal wil draaien, duwt men de staaf omhoog en herhaalt de handeling. De borgdraadtang is vaak gecombineerd met een zijkniptang om het werk af te maken en de uiteinden af te knippen. [MOT]
Bosbessenkam (m.)
De bosbessenkam is een handwerktuig waarmee men bosbessen oogst. Het bestaat uit drie opstaande randen waartussen ijzeren tanden zijn bevestigd (1). Eén model heeft een handvat in het verlengde van de tanden. Een ander, boven de tanden. De bessen worden van de struik 'afgekamd'. Dan worden ze overgebracht in een korf. Er bestaan ook zelfgemaakte modellen uit blik. [MOT] (1) PASCAL 2002: 42 laat een gesloten model zien (zonder handvat) dat zou dienen om de zaadjes van klaverbloemen te oogsten.
Borstavegaar (m.)
Het boorijzer van de borstavegaar (1) steekt in het uiteinde van een ronde houten stang waarvan het ander uiteinde halfrond is of in een kleine ronde pen eindigt. De kruk steekt door die stang, op ongeveer een derde van haar lengte, aan het rond uiteinde (2). Dat laatste draait in een borstplaat of, wanneer er een pen is, in een knop. De timmerman plaatst de borstplaat of de knop tegen zijn borst of zijn schouder en doet het werktuig draaien zoals een gewone avegaar. De druk is gedeeltelijk uitgeoefend door het lichaam van de vakman. Gezien het werktuig een steunpunt heeft kan de juiste richting gemakkelijk gehouden worden (vgl. sponzaag). Zie ook borstboor. [MOT] (1) Het werktuig is in onze streken verdwenen. Daar borstboor reeds een ander werktuig aanduidt, verkiezen we deze benaming. (2) Zie een monoxiel exemplaar in TEGNER: fig. 3.
Boterlepel (m.)
Houten lepel (ca. 20 cm) met een geribbeld, holrond blad. Hij wordt gebruikt om boter te nemen van een groter boterblok. Soms wordt hij ook gebruikt bij het kneden en opwerken van de boter, maar meestal gebeurt dat met een boterspaan. Zie ook botermesje. [MOT]
Draadsnij-ijzer (voor bouten) (o.)
Werktuig om een uitwendige schroefdraad te snijden aan ijzeren bouten en dunne staven. Er bestaan verschillende modellen, die allemaal van gehard staal zijn. Het kan een troffelvormig werktuig zijn van variërende grootte (ca. 15-35 cm lang) met in het blad verscheidene gaatjes met draad van verschillende diameter (van enkele millimeters tot 1 cm), voor bouten van verschillende grootte (1). De bout wordt in een bankschroef geklemd en het overeenstemmende gat van het snij-ijzer wordt op het uiteinde geplaatst. De vakman draait vervolgens het werktuig over de bout naar beneden, erop lettende dat het loodrecht op de bout blijft. Het draadsnij-ijzer kan ook een rechthoekig plaatje zijn met in het midden een - eventueel verstelbare - uitsnijding, met rechte handvatten aan de twee korte zijden (2). Daarmee kan men makkelijker draaien. In sommige gevallen is er op hetzelfde draadsnij-ijzer ook een snijtap om inwendige draad te snijden aan de bijbehorende moer (zie draadsnijtap (voor metaal))....
Deegsnijder (m.)
Met een deegsnijder kan men van bloem en stukjes boter, zonder dat dit mengsel warm wordt, snel een kruimelige massa maken voor bv. korst- of kruimeldeeg. Hij bestaat uit zes relatief buigzame stalen draden die in een U-vorm gebogen zijn; tussen de uiteinden bevindt er zich een houten of plastieken handgreep die soms voorzien is van een duimsteun. Door de deegsnijder op en neer te bewegen in de massa worden de ingrediënten vermengd en de stukjes boter of vet fijn verdeeld. In de plaats van de draden kunnen er ook verschillende stalen messen met gebogen snede aanwezig zijn. Deze zijn onbuigzaam en dus beter geschikt om harde brokken vet door te snijden. Zie ook deegsteker. [MOT]
Dopsleutel voor spoorschroeven (m.)
De spoorwerker gebruikt een dopsleutel sterk gelijkend op de watersleutel maar zonder wigvormig uiteinde, om de kraagschroeven aan- of los te draaien waarmee de spoorstaven (met een Vignoleprofiel) op de dwarsliggers bevestigd worden. [MOT]
Dooierscheider (m.)
Met een dooierscheider kan men eiwit en dooier makkelijk van elkaar scheiden.Het is van blik of plastiek, rond (ca. 6-10 cm), met gaten of sleufjes onderaan en eventueel met een handvat. Wanneer men de dooierscheider boven een kommetje plaatst en het ei erboven breekt, blijft de dooier liggen in de kleine uitholling in de bodem van de dooierscheider terwijl het eiwit door de openingen in het kommetje druipt. De dooierscheider kan ook van steen zijn. Het bestaat dan uit een schaaltje met gleuf dat op een recipiënt past. Schaaltje en recipiënt vormen aldus één geheel.Kunstschilders zoals temperaschilders hanteren soms een dooierscheider om de dooier als bindmiddel te gebruiken voor de temperaverf (1). [MOT](1) MIDGLEY, R. & LAWTHER, G.: 71.