Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,521 - 4,530 15,477 resultaten gevonden
Glaceerspalter (m.)
Dikkere spalter, al dan niet met steel, gemaakt uit wit varkenshaar (1) dat in een platte bus van blik of koperplaat is gevat en waarin de haarbundels door een kit (2) samengekleefd zijn. Modellen met steel bestaan in een breedte van 27, 40, 60, 80 en 95 mm, deze zonder steel enkel in de maten 80 en 95 mm. De glaceerspalter wordt hoofdzakelijk (3) gebruikt (bij hout- en marmerimitatie) om een teveel aan natte kleur van het oppervlak weg te nemen. "De vochtige, even uitgeknepen glaceerspalter neemt gretig vocht op en daarmee worden dan in de donkere, natte waterkleur gemakkelijk lichte partijen en kleurschakeringen gemaakt." (4). De glaceerspalter wordt ook gebruikt voor het aanbrengen van een laagje verdunde, doorschijnende verf op een dekkende ondergrond. Ook de banketbakker gebruikt de glaceerspalter om te glaceren, d.i. het gebak met een laag gladde glanzende suiker overdekken. [MOT] (1) De glaceerspalter heeft een dunnere soort varkenshaar dan de gewone spalter. (2) Meestal hars of...
Gazonmaaimachine (hand) (v.)
Om een gazon te maaien; kan men gebruik maken van een gazonmaaimachine. Het is een toestel bestaande uit een licht metalen frame met vast geslepen blad, waarop een cilinder (diam. ca. 12-25 cm; lengte ca. 25-60 cm) van 3 à 10 (meestal 5) in een spiraalvorm gebogen stalen messen zijn gemonteerd, tussen twee (rubberen) wielen (diam. ca. 20-25 cm) en een houten of ijzeren steel (ca. 70-100 cm) met breed (ca. 50 cm) dwarsstuk. Door de gazonmaaimachine voor zich uit te duwen, komt het gras tussen de nauwe opening van het vast geslepen blad en de draaiende cilinder terecht. Deze laatste draait sneller dan de twee wielen die de draaibeweging overbrengen door middel van tandwielen. Het werkend deel is meestal in de hoogte instelbaar. Het gras kan eventueel opgevangen worden door een ijzeren of plastic bak en soms bevindt er zich achter het frame een houten rol, nu ook van plastic. [MOT]
Glaceerijzer (o.)
Gietijzeren keukenwerktuig bestaande uit een rond plaatje (ca. 5-8 cm doorsnede; ca. 1-3 cm dik), in het midden bevestigd aan een geknikte, lange (ca. 40 cm) steel, met of zonder houten handvat. Wanneer men het glaceerijzer roodgloeiend verhit boven het gas of in het vuur, kan men daarmee de bovenkant van gratineerschotels of gesuikerde nagerechten bruineren met een knapperige korst of een karamellaag. Het glaceerijzer is vrijwel niet te onderscheiden van het mutsstrijkijzer, een gelijkaardig werktuig dat op de kachel verwarmd werd en waarmee de binnenkant van mutsen gestreken werd. [MOT]
Gehaktbaltang (v.)
De gehaktbaltang is een metalen tang, doorgaans van aluminium of roestvrij staal, waarmee men gemakkelijk kleine balletjes kan persen in plaats van ze manueel te rollen. Na het samenknijpen, strijkt men overtollige stukken weg langs de rand, bv. met een keukenspatel. Overtollig kookvocht kan wegvloeien via een ronde opening aan de buitenkant. De tang wordt voornamelijk gebruikt voor gehaktballen maar evengoed om rijst of puree in een bolvorm te presenteren. [MOT]
Groefkrammes (o.)
Het groefkrammes is een mes (1) van ongeveer dezelfde lengte als het krammes (ca. 80-100 cm) en dat eveneens aan één uiteinde een houten hecht heeft en aan het andere een haak die in een zware kram aan de werkbank bevestigd wordt; het mes fungeert aldus volgens het hefboomprincipe van de tweede soort. Het heeft een smal (ca. 1-3 cm), langwerpig (ca. 10 cm) V- of U-vormig onderdeel dat in de hefboom bevestigd is door middel van een schroef (2) en waarmee een groef gesneden wordt rond de randen van de zool van de klompschoen om er het leder in vast te nagelen. Soms wordt het groefkrammes gecombineerd met een hielafrondmes. Laatsgenoemde is dan eveneens in de hefboom bevestigd d.m.v. een schroef. [MOT] (1) Eigen benaming onbekend. Het mes werd in onze streken niet gebruikt, wel in Groot-Brittannië en Frankrijk. (2) Het kan ook in een gleuf bevestigd zijn zodat het verstelbaar is.
Grendel (steenhouwer) (m.)
De grendel is een handwerktuig van de steenhouwer om de oneffenheden weg te “spitsen” bij de ruwe bewerking van harde steensoorten of een stuk zandsteen. Het is samengesteld uit puntijzers, vierkant in doorsnede en bij elkaar gehouden in een beugel met een opsluitwig. Voor de bewerking dienen de ijzers minstens aan één kant mooi op een lijn te staan. Het aantal puntijzers varieert meestal tussen 9 en 13. (1) Gezien ze vlot verwisselbaar zijn, kunnen ze individueel geslepen of bijgesmeed worden. Het handvat kan van hout of metaal zijn en wordt met beide handen gevat. Dit handwerktuig wordt niet meer actief gebruikt. (2) Zie ook bouchardhamer. [MOT] (1) Het aantal puntijzers kan sterk variëren. Op diverse exemplaren zijn tussen 5 en 15 puntijzers aangetroffen. (2) Wegens de overmatige stofvorming zou het in Nederland in 1921 reeds verboden zijn. JANSE 1998: 26. Zie artikel over een onderzoek naar stofvorming in 1910: ELIAS S., Een en ander over de gevaren van het steenhouwersvak, in Nederlands...
Graskantsteker (m.)
Handwerktuig waarmee de kanten van het gazon worden afgestoken. Bij nauwkeurig werken geschiedt dit langs een richtsnoer. De graskantsteker maakt een korte rechte snede, maar met enige oefening kunnen ook gebogen lijnen langs het gras worden gestoken. Hij heeft een halvemaanvormig ijzeren blad (breedte 20-22 cm) dat door middel van een dille of een angel - verstevigd met 2 veren en een beslaghuls - aan een houten of ijzeren knop- of T-steel (ca. 70-125 cm) is bevestigd. Bovenaan is het blad soms voorzien van een voetsteun om de schoen van de gebruiker niet te beschadigen. Niet te verwarren met de zodensteker waarvan het zwaar blad de vorm heeft van een driehoek. Zie ook borduurafsnijder (roterend) en zodensnijder. [MOT]
Griendhakmes (o.)
Bij het oogsten van tenen, d.i. één- en tweejarige wilgentwijgen, in snijgrienden (zie rijshaak) gebruikt men een lattentrekker of een griendhakmes. Met dat laatste worden de tenen van de stoof, d.i. de levende stronk, afgehakt. In Vlaanderen wordt er liefst geen hakmes met hecht en blad in hetzelfde vlak gebruikt maar wel een griendhakmes met afgerond of puntig S-vormig blad (ca. 30/12 cm; 1,1-1,5 kg) en met boogvormige snede. Zie ook de rijshaak waarmee tevens gehakt wordt. [MOT]
Graanschop (v.)
De graanschop is een houten schop (ca. 150 cm lang) gebruikt voor het omroeren van het graan en om het in de kaar van de wanmolen en in zakken te scheppen. Het blad heeft een lengte van ca. 35 cm bij 30 cm, is holrond, en is door middel van twee pennen of twee bouten aan de steel bevestigd. Zie ook graanschep en graanschepbak. Te onderscheiden van de omzetschop. [MOT]
Groefmes (o.)
Schoenmakerswerktuig dat dient om het teveel aan leder af te snijden aan de ingenaaide zoolrand. Het heeft een smal (ca. 5 mm) blad met een gaffelvormig, snijdend uiteinde en een smalle, ondiepe, overlangse groef (ca. 1-2 mm) aan de onderzijde. Men duwt het groefmes langs de rand en een stripje leder wordt afgeschaafd. Sommige schoenmakers zouden voor dat doeleinde een afkorter van de zadelmaker gebruiken (1). [MOT] (1) SALAMAN 1986: 105.