werktuig
Houthakkersbijl (v.)
Bijl gebruikt om jonge bomen te vellen, om een gevelde boom van zijn takken
te ontdoen, om te snoeien, om brandhout op het kapblok te hakken, enz. Er
bestaan allerlei vormen, soms wordt zelfs een mijnwerkersbijl of een zware
timmermansbijl gebruikt. Het gaat echter doorgaans om een bijl van ca.
0,7-1,3 kg, met een oog en twee vouwen. De steel is zo'n 30 cm lang. De
bijlen om brandhout te hakken (zie kloofbijl) gelijken sterk op sommige
houthakkersbijlen maar zijn lichter. Deze bijlen zijn te onderscheiden van
de brandweerbijl, de aks en van de topbijl. [MOT]