werktuig
Hakselsnijder met los blad (m.)
Het hakselmes wordt samen met de hakselgoot gebruikt om stro, hooi en
maïsgroen te snijden dat in het veevoeder wordt verwerkt. Het geheel wordt
een hakselsnijder (met los blad) genoemd. Het blad van het hakselmes is
ongeveer 70 tot 100 cm lang en is tussen 10 en 20 cm breed. Het handvat aan
de ene zijde van het mes ligt in het verlengde van het blad; aan de andere
zijde is het handvat dwars aan het mes bevestigd. De hakselgoot bestaat uit
een brede bak (ca. 25 cm) met twee (naar boven toe wijder) openstaande
planken, waartussen het stro e.d., wordt gelegd. Het hakselmes wordt met
beide handen vastgehouden terwijl men het stro, dat uit de goot steekt,
afsnijdt. Er bestaat ook een hakselsnijder met vast blad, waar het mes aan
één uiteinde vastgemaakt is aan het houten onderstel van de hakselgoot. In
dit geval werkt het mes als een hefboom van de tweede soort (1). Zie ook
hooimes. [MOT] (1) Er bestaat ook een hakselsnijder met draaiende messen.