werktuig
Bootshaak (m.)
De bootshaak is een enkele of dubbele haak om een boot naar een andere
boot, een boei of de oever te trekken of van de oever te duwen, om stammen,
balken, een ijsschots of een ander drijvend voorwerp af te duwen, ook om
een verdronkene naar de boot of de oever te trekken. Touwen worden er ook
mee doorgegeven of opgepikt. Doorgaans bestaat het werkend deel uit een
halfronde puntige haak om mee te trekken en een rechte punt om mee te
duwen. Beiden zijn aan elkaar op een dille gesmeed (1). Daarnaast bestaan
er modellen met een punt die niet in het verlengde van de steel ligt, maar
schuin (zo'n 45°), met twee haakse punten enz. De lichtere modellen, die op
plezierboten dienen om een boei te vangen e.d., zijn nu van brons of
plastic en de punten zijn geknopt om beschadiging en verwonding te
voorkomen. De houten steel is zo'n 2 à 4-5 m lang. Op ondiepe vaartuigen
wordt de diepgang wel eens op de steel aangeduid om te peilen. Voor de
pleziervaart is de steel kort (1,5-2 m); hij kan ook van aluminium...