Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,961 - 3,970 15,388 resultaten gevonden
Krabber (m.)
Handwerktuig dat lijkt op de hak, maar lichter is (ca. 500-800 gr) en ook een langere steel heeft (ca. 120-150 cm). Met de krabber breekt de tuinier de bovenste laag van de grond om onkruid te ontwortelen en/of, bij droogte, verdamping te reduceren. In tegenstelling tot de hak wordt met dit werktuig niet gehouwen maar wordt al trekkend het blad oppervlakkig door de grond gehaald, terwijl bij het terugstrijken het onkruid eventueel nog eens losgeduwd wordt. Zie ook schoffel, krabbertje, klauwkrabber, handcultivator. [MOT]
Aardappelkneusmolen (m.)
Met de aardappelkneusmolen worden aardappelen in grove stukken gemalen als veevoer. Het werktuig is volledig uit metaal en bestaat uit een vultrechter van ca. 35 bij 40 cm en een hoogte van ongeveer 23 cm. De bodem van de vultrechter heeft een 13-tal gleuven van 1,5 cm breedte. In de gleuven draait een as met een gelijk aantal tanden die loodrecht en spiraalvormig op de as staan. De tanden hebben een lengte van ongeveer 7 cm en een diameter van 0,7 cm. De as wordt met een draaizwengel met houten handvat in beweging gebracht. De aardappelkneusmolen wordt bovenop een ton of houten bak gemonteerd en de aardappelen worden in de vultrechter geladen. Men draait ondertussen de zwengel, waardoor de tanden de aardappelen grijpen die dan door de gleuven worden geperst en zodoende gekneusd. [MOT]
Aanaardploegje (o.)
Met de hand getrokken metalen ploegje bestaande uit een dubbel rister (ca. 30 cm breed) dat een hoek van ca. 45° vormt met dille (1) en steel (ca. 140 cm). Het aanaardploegje wordt in de moestuin gebruikt om de op rijen geteelde gewassen zoals o.a. aardappelen, selderijplanten, witloof en asperges, aan te aarden, d.i. met een laagje grond uit het tussenliggende pad ophogen. Hiermee vermijdt men wateroverlast op de aarden rug, worden de koppen van bepaalde gewassen tijdens hun groei ondergronds gehouden en wordt het oogsten vergemakkelijkt (2). Zie ook handschoffelmachine. [MOT] (1) Het werkend deel heeft soms ook een aansluiting voor losse steelverbindingen (COENEN: 2). (2) Onder de naam "charrue" meldt het Grand Larousse encyclopédique (Parijs, 1960) dat een gelijkvormig werktuig dient om bij laag water zandalen uit te graven.
Aardappellepel (v.)
Open, holronde, cirkelvormige lepel (ca. 25-40 cm doorsnede) met haaks op elkaar geklonken platte metalen repen. Meestal is het blad door middel van een dille bevestigd aan een houten steel (ca. 1 m). Men kan ook een beerlepel hergebruiken door er gaten in te maken. De aardappellepel wordt gebruikt om aardappelen die als veevoer gebruikt zullen worden uit de ketel, waarin ze gekookt worden, te scheppen. Zie ook aardappelschepvork. [MOT]
Aardappelrasp (v.)
Langwerpige (ca. 50 cm lang; ca. 20 cm breed), bolronde rasp met vrij grove driehoekig uitgeprikte gaatjes waarmee rauwe aardappelen geraspt worden. Aan één korte zijde is ze halfrond ingesneden; aan de andere korte zijde heeft ze een handvat. De geraspte aardappelen werden met bloem, eieren en spek gemengd om er een soort van pannenkoek mee te bakken. [MOT]
Achtpasser (m.)
De achtpasser is een metalen diktepasser waarvan de ronde of ovale symmetrische benen met centraal scharnierpunt samen een cijfer acht vormen. Kleine modellen van minder dan 10 cm dienen voor precisiewerk. Het model van de uurwerkmaker wordt soms balanceerpasser genoemd (1). Er bestaan varianten met stelschroef (bv. V 2004.0411) of met spitse opzetstukken (bv. V 90.1228) op de uiteinden met een fijn gaatje, een soort holle naaldjes, waarmee men afstanden tussen de uiteinden van de assen van de fijne tandwieltjes van uurwerken kan afpassen en kan verifiëren of ze niet verbogen zijn (2). Het gewicht op de assen van de tandwieltjes wordt geleidelijk in evenwicht gebracht. Grote modellen van achtpassers, tot een meter lang, in feite twee symmetrische diktepassers, worden door draaiers gebruikt om de dikte of diameter van een hol of rond object te meten (3). [MOT] (1) Afgeleid van het Engelse balance truing caliper en balance poising caliper. (2) ROYER & VERSTRAETE: 320-324. Om de grote diversiteit...
Aardappelschepvork (v.)
Na het rooien (zie aardappelrooivork en aardappelrooihaak), schept men de aardappelen op met een aardappelschepvork. Ze heeft 8 à 12 lange gebogen tanden die relatief dicht bij elkaar staan (ca. 2-3 cm) over een breedte van ca. 25-35 cm, en die op de uiteinden voorzien zijn van knoppen of door middel van een ijzeren band met elkaar verbonden zijn. Zo worden de aardappelen minder beschadigd tijdens het scheppen. Meestal is het blad door middel van een dille bevestigd aan een houten T- of D-steel (ca. 1 m). Soms zijn de tanden op een afstand van ca. 20 cm afgezaagd. Dit werktuig wordt dan gebruikt om de uitwerpselen van paarden en koeien in de weide op te scheppen. Te onderscheiden van de bietenschepvork die minder tanden (ca.5-6) heeft en de steenslagvork met in doorsnede vierkantige tanden. Zie ook aardappellepel. [MOT]
Accupoolreiniger (m.)
Dit handwerktuig wordt bij het controleren en verwijderen van (auto)batterijen in garages gebruikt om zowel de poolklemmen als de accupolen zelf te reinigen. Het is meestal een samengesteld werktuig en bestaat in diverse modellen met drie of vier armen. Ondanks die vorm is het geen sleutel. Een model bevat een conische, cilindervormige ruimer met gekartelde buitenomtrek, om de bouten en poolklemmen te zuiveren van bvb. corrosie. Dit element is vergelijkbaar aan de bek van de poolklemspreider. Vervolgens kan men de polen zelf reinigen met twee cilindervormige schrapers, geschikt voor de positieve en negatieve polen van de accu. Zij schrapen de harde, slecht geleidende laagjes accuzuur van de polen om de elektrische geleiding en dus de capaciteit van de batterij te verbeteren. Door het werktuig te vatten aan de bol, kan men het stevig met de handpalm grijpen. Andere modellen bevatten een borsteltje dat enigszins doet denken aan een borstel voor radiatoren. Zie ook de poolklemtang. [MOT]
Aasspade (v.)
Langs de kust - bij laag water - in het zand van slijkerige stranden vind je kleine trechtervormige gaatjes en, een 15 cm verderop, rolronde hoopjes. Het zijn de twee uiteinden van een verticale U-vormige gang (ca. 50cm diep), woonplaats van de zeepieren (Arenicola marina) (2). De zeepieren worden gebruikt als aas in de zeevisserij. De aasspade (1) is een spade met dik (ca. 3 mm), klein (ca. 16 x 13 cm), lepelvormig, ijzeren - uitzonderlijk aluminium - blad dat door middel van twee veren is verbonden met een houten D-steel (ca. 80 cm). De kleine afmetingen van de spade vergemakkelijken het snel graven, dat nodig is om het diertje te vangen; bij de geringste trilling van de bodem trekt de zeepier zich immers dieper terug in zijn gang. Sommige legerschopjes werden lichtjes aangepast en als aasspade gebruikt. [MOT] (1) Zie ook het artikel over de aasspade. (2) Vroeger Arenicola piscatorum.
Aardappelrooihaak (m.)
Aardappelen kan men rooien met een tuinspade, een hak, een aardappelrooivork of een aardappelrooihaak. De laatste heeft drie, soms vier, brede (ca. 2-3 cm) en platte tanden met puntige uiteinden (ca. 25-30 cm lang), die net niet haaks bevestigd zijn aan een houten steel (ca. 100-130 cm) door middel van een dille. [MOT]