Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,951 - 3,960 15,388 resultaten gevonden
Kraanzittingsfrees (v.)
De kraanzittingsfrees is een handwerktuig om de zitting van een lekkende waterkraan of tapkraan op te zuiveren en oneffenheden en kalk weg te nemen. Rond een centrale staaf van ca. 10 tot 15 cm lang zit een taps lichaam in kunststof of koper met draad, dat op het hoofd van een waterkraan kan worden gedraaid. Aan het uiteinde wordt een stevig ruimervormig opzetstuk bevestigd, naargelang de kraanmaat en diameter van de zitting. Daartoe is meestal een set met vaste maten voorzien. Men hoeft niet te veel druk te zetten bij het roteren van de knop omdat de veer en draad het werktuig voldoende in de kraan klemmen. Het gebruikte materiaal varieert van kunststof doe-het-zelfwerktuigen tot zwaardere, koperen modellen voor professionele tapinstallaties. [MOT]
Krabbertje (o.)
Handwerktuig dat op een krabber lijkt, maar waarvan het dun scherp blad meestal niet symmetrisch is en de zwanenhalsschacht - met open dille of angel, en korte (ca. 15 cm) houten steel - zich op het linkse of rechtse deel van het werkend deel bevindt. Er bestaan ook rechte krabbertjes (V Dv 0851). Met het krabbertje snijdt men, al trekkend, net onder het aardoppervlak de wortels van het onkruid door. Het werktuig wordt ook in de landbouw gebruikt bij het handwieden en het uitdunnen van bieten. Zie ook schoffel. [MOT]
Kousjesuitdruktang (v.)
De schoenmaker brengt kousjes aan met een kousjestang en verwijdert ze indien nodig met een kousjesuitdruktang. De doorboorde kaak plaatst men onder het kousje. De dunne kaak plaatst men erop en men knijpt de tang dicht. Soms belet een stelschroef het te ver drukken, waardoor men het leer zou beschadigen. [MOT]
Korstprikker (m.)
Met een korstprikker worden kleine gaatjes in taartbodems en korstdeeg geprikt. Daardoor blijft het deeg vlak en rijst het gelijkmatig, omdat de damp op gelijkmatige wijze door de gaatjes kan ontsnappen. Hij kan bestaan uit een houten of metalen rol met rijen naalden of scherpe uitsteeksels, die in een U-vormige houder met recht hecht bevestigd is. Een eenvoudiger model bestaat uit een handgreep die aan de benedenzijde scherpe tanden heeft. [MOT]
Koudehand (v.)
Haakvormig werktuig waarmee de ketels van het vuur getild werden; op deze wijze bleef de werkende hand koud en schroeide men zich niet aan het hete ketelhengsel.  Het kan een U-vormig ijzer zijn waarvan de uiteinden een haak vormen en het middenstuk tot handvat dient. Andere modellen bestaan uit een U-vormige metalen haak met een ring of een houten hecht als handvat; het kan ook een S-vormige metalen haak zijn (1).Zie ook het handvat om pakje te dragen. [MOT] (1) Zie BARNES: 86.
Krammes (o.)
Na het ruw bewerken met hakbijl en dissel (zie klompenmakershakbijl en klompenmakersdissel) gebruikt de klompenmaker het krammes om de klomp of klompschoen in de gewenste vorm te snijden (1).  Het is een langwerpig mes (ca. 70-100 cm / ca. 4-9 cm) met aan één uiteinde een houten handvat dat haaks op het mes bevestigd is, en aan het andere uiteinde een haak die in een zware kram gehangen wordt. Er bestaan ook krammessen met een knop i.p.v. een haak. Deze knop wordt in een plaatje - met gaten op verschillende hoogten - gestoken, dat op de werkbank bevestigd is. De klomp rust in schuine stand met de neus of de hiel op de werkbank terwijl de klompenmaker met de linkse hand, rustend tegen de linkse dij, het andere einde tegenhoud. Met zijn rechterhand hanteert hij het krammes dat met op- en neergaande bewegingen de hoofdlijnen van de klomp gestalte geeft. Doordat het krammes als een hefboom van de tweede soort werkt, kan er heel wat kracht op gezet worden. Bij het maken van schoenklompen wordt...
Krabber voor koninginnenrooster (m.)
Werktuig om koninginnenroosters uit metaaldraad terug schoon te maken en eventuele resten van was of propolis te verwijderen. De koninginnenrooster, met een maasbreedte van maximaal 4,1 mm, wordt geplaatst tussen de broedkamer (1) en de honingkamer (2). De bedoeling is te verhinderen dat de koningin (en darren), die in tegenstelling tot de werkbijen niet door het rooster kan, haar eitjes in het jonge raat legt bij het opzetten van een nog uit te bouwen honingkamer. De koninginnenrooster kan ook worden gebruikt bij methoden voor broedbeperking, of om de koningin in de kast te houden zodat het volk niet kan gaan zwermen. De roosterkrabber bestaat uit een dik (ca. 2 mm) licht gebogen roestvrij stalen plaatje waar beide zijden grof getand zijn. De U-vormige uitsparingen glijden over de draden van het metalen rooster. Angel en houten hecht (ca. 13 cm) staan haaks op het werkend deel. [MOT] (1) De ruimte in de bijenkast waar de koningin haar eitjes legt. (2) De ruimte in de bijenkast waar de...
Kramspade (v.)
Het talud van een zeedijk wordt boven hoog water beschermd met een grasnerf, verkregen door zoden in rijen in verband te leggen. Opdat de nog niet vastgehechte zoden bij zeer hoog water door de golfslag niet zou worden weggeslagen, legt men ze vast met krammen of beugels van stro. Een handvol rechte halmen worden op de grond gelegd en om de 10 à 12 cm met een kramspade dubbel gevouwen in de grond gedrukt. De kramspade bestaat uit een ca. 20 cm lang, smal (ca. 3 cm) en dik (ca. 0,5 cm) blad met rechthoekige, halvemaanvormige of ruitvormige uitsparing in de "snede" - zodat er twee platte tanden ontstaan - en een korte (ca. 50 cm) houten steel met dille. Het werkend deel wordt op het stro gezet, het vlakke uiteinde van de steel tegen de kramplaat (1). De arbeider buigt dan de knieën en door zijn gewicht duwt hij het werktuig in de grond. [MOT] (1) Een kramspade met D-steel wordt enkel in vers opgeworpen aarde gebruikt en zonder hulp van de kramplaat.
Kroestang (v.)
Een kroestang is een metalen tang met relatief lange armen (ca. 10-40 cm) en bolrond gebogen kaken, waarmee men de smeltkroes uit het vuur kan nemen. Ook gieters zoals de bronsgieter gebruiken kroestangen om het metaal in een smeltvorm te gieten of om de kroes uit de oven te tillen. Bij grote hoeveelheden kan het zowel een tang betreffen, als een draagbeugel voor een kroes met meer dan 50 kg vloeistof (1). Dit laatste model kan wel 2 tot 4 meter lang zijn en moet met twee personen gehanteerd worden. [MOT] (1) DUPONTCHELLE, J.: Manuel pratique de fonderie, 1914, 114.
Kramplaat (dijkwerker) (v.)
Een kramspade wordt met de buik, voorzien van een tot bescherming dienende kramplaat, in de grond geduwd. Ze bestaat uit een ovale ijzeren of leren plaat, dat meestal langs de binnenzijde met stof of stro is bekleed (1) en enigszins holrond gebogen staat om gemakkelijk het uiteinde van de kramspade te vatten zodat het niet uitglijdt, en om de oppervlakte, die met de buik in aanraking komt, zo klein mogelijk te maken, met het oog op het transpireren van de werkman. Aan beide uiteinden van de plaat is een leren riem voorzien die de dijkwerker rond zijn middel gespt. [MOT] (1) KRAMER & ROHDE: 68.