Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,911 - 3,920 15,388 resultaten gevonden
Blaaspijp (glasblazer) (v.)
Lange (ca. 1,30-2 m), ijzeren buis (doorsnede opening is ca. 1-2 cm) met één breder uitlopend uiteinde - het glasstuk - en één uiteinde waar soms een houten omhulsel rond zit - het mondstuk. De glasblazer steekt de blaaspijp in de smeltkroes en neemt een hoeveelheid gesmolten brij op. Hij blaast zacht en voortdurend in de pijp; de brij wordt een peervormig blaasje dat steeds verder uitzet en dunnere wanden krijgt. Ondertussen draait de glasblazer de pijp rond. Wanneer het de gewenste vorm heeft, wordt het glas van de pijp afgeknipt. Zie ook blaaspijp (huisraad). [MOT]
Blaaspijp (edelsmid) (v.)
Bij het solderen kan de edelsmid gebruik maken van een blaaspijp. Dat is een taps toelopend metalen, vaak messing, pijpje (ca. 20 cm lang; ca. 5 mm doorsnede) met een haaks omgebogen uiteinde. Vaak bevindt er zich op ca. 1/3 een bolletje. Het wordt samen met een soldeerbrander gebruikt. De combinatie van ingeblazen lucht met gas produceert de grote warmte die vereist is voor soldeerwerk. [MOT]
Boetseerhoutje (o.)
Het boetseerhoutje is een houten staafje (ca. 10-20 cm), meestal van buxus, maar ook van ivoor, hoorn en nu ook van plastic, waarvan de uiteinden verschillende vormen kunnen aannemen: puntig, schuin of recht afgeplat, afgerond, getand, enz. De grotere worden gebruikt voor de algemene vormgeving van geboetseerde stukken, de kleinere voor het gedetailleerd afwerken van figuren uit klei of marsepein (zie marsepeinvorm); boetseerhoutjes met tanden of puntig uiteinde kunnen worden gebruikt om het aardewerk een tekening of patroon te geven. Zie ook boetseerijzer en kleisnijder. [MOT]
Boezemschop (v.)
Meestal houten (ca. 40-60 cm x 15-20 cm), soms ijzeren (ca. 25x35 cm) schop (1) met opstaande randen en T-steel (ca. 65 cm) en doorgaans bovenaan het (houten) blad een leren lap. Soms is onderaan de steel een tweede handvat voorzien (2). De houten schop is doorgaans monoxiel (behalve het T-handvat). De boezemschop wordt gebruikt om water of bagger uit een sloot of vloeibare mest uit een schuit (3) te scheppen, ook, door de steen-, pannen- en tegelbakker, om water te gieten over de klei tijdens de voorbereiding van die grondstof. Zie ook baggerbeugel, blekersschop en zandschop (steenbakker). [MOT] (1) SIRAG: 50. (2) Larousse agricole: 1.523. (3) V.A.W.P.: 1.433.
Amputatiezaag (v.)
Fijne zaag uit staal, gechromeerd staal of inox, gebruikt door de chirurg om er een lichaamsdeel mee af te zetten, te amputeren. Bij het ene model bestaan hecht en blad uit één geheel. Dan is het rechte zaagblad ongeveer 12 cm lang en versmalt geleidelijk naar een spits uiteinde. Deze amputatiezaag heeft een dubbele, zaagvormige snede met zeer fijne, scherpe puntjes. Een ander model amputatiezaag heeft een los, vervangbaar zaagblad van ca. 10 à 33 cm lang dat in een metalen boog gespannen is en voorzien is van een recht hecht of een pistoolkolf. Tenslotte bestaat ook een amputatiezaag in de vorm van een handzaag met een blad van ca. 22 à 33 cm lang en 4 à 10 cm breed. Het blad dat puntig of afgerond uitloopt, is aan een zijde over de gehele lengte getand. De amputatiezaag zaagt door het bot heen en wordt samen met het amputatiemes gebruikt. Zie ook draadzaag (arts). [MOT]
Bodemtrekker (m.)
Schroef van 3-4 cm met een ring of een kruk aan een uiteinde om de bodem van een ton of een laatste stuk ervan in de kroos te trekken. De kuiper draait de schroef in de bodem, steekt zijn vinger in de ring of neemt de kruk vast en trekt naar boven. De bodemtrekker wordt ook als steunpunt gebruikt bij het rechtzetten van de duigen. Hij wordt dan in een duig gedraaid en ondersteunt de hoepel (1). [MOT] (1) Soms wordt daarvoor een gespleten stokje (kuiperskeephoutje: KRAMERS: s.v. chambrière. Fr. chambrière) gebruikt dat sterk op de houten wasknijpers (Fr. fichoir) gelijkt. Ook een in twee geplooid stuk metalen hoepel kan hiertoe dienen (KILBY: 37).
Aspergeguts (v.)
Witte asperges kan men oogsten met een aspergemes of een aspergeguts. Dat laatste heeft een gutsvormig (ca. 3 cm breed; ca. 10-15 cm lang) blad dat met een lange (ca. 20 cm) angel bevestigd is in een houten hecht. Witte asperges worden op hoge bedden geteeld en worden geoogst juist voordat het loof aan de oppervlakte komt, omdat bij het blootstaan van de kop aan het licht, deze snel blauw of groen wordt. Met een aspergeguts of -mes is het mogelijk de stengel zo dicht mogelijk bij de wortelstok af te steken, zonder deze of nog niet volgroeide, naburige stengels te beschadigen. Zie ook aspergesteker. [MOT]
Bodemhamer (m.)
De bodemhamer is een lichte rechthoekige houten hamer met een smalle kop (ca. 3 cm) en lange (tot 60 cm) veerkrachtige steel die soms van bamboe is gemaakt. De kuiper gebruikt hem om de duigen die te diep gezakt zijn, hoger te doen komen door op de volgende te slaan (1). De vakman draait de bodemtrekker in de bodem of in het laatste bodemstuk (wanneer het om losse stukken gaat) en terwijl hij het werktuig naar boven trekt, slaat hij met de bodemhamer op de duigen. Hij zou ook gebruikt worden om de spon losser te kloppen door op de sponduig te slaan, dicht bij de spon. [MOT] (1) FOUGEROUX: 56; BRUNET: 78.
Boenborstel (m.)
Voor het boenen van parketvloeren gebruikt men een boenborstel. Dat is een kortharige borstel die zich onder een metalen, rechthoekige plaat bevindt die aan een lange (ca. 1,30 m), houten of metalen steel bevestigd is. Wanneer de met was ingewreven parketvloer bijna droog is, wrijft men deze op met een boenborstel totdat hij mooi blinkend is. [MOT]
Entmes (o.)
Het entmes heeft een rechte of licht gebogen snede. Het vast of vouwbaar stalen blad heeft een lengte van 5 tot 7 cm, is dun en zeer scherp, terwijl de punt bot is. Zowel de ent als de wortel of stam waarop hij geënt wordt, worden ermee gesneden. Er bestaat ook een groter entmes met vast gebogen blad (ca. 6-8 cm lang) en eindigend in een scherpe punt. Dat mes, dat niet verward mag worden met de voegenkrabber van de tuinier, kan ook als snoeimes dienen. Voor het oculeren, d.i. een entmethode waar enkel knoppen op de andere plant overgebracht worden, bestaat er een bijzonder entmes, namelijk het oculeermes. Bij het spleetenten wordt vaak een entbeitel gebruikt. Speciaal bij de wijnbouw wordt gebruik gemaakt van een ent-oculeersnijder die stevig wordt vastgeschroefd op een werk- of tafelblad (1). Het entmes wordt tenslotte ook gebruikt bij het stekken, d.i. het in water of grond steken van takjes zonder wortels, om die takjes af te snijden (2). Zie ook zakmes en sapsnijder, tang. [MOT] (1)...