Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,861 - 3,870 15,388 resultaten gevonden
Kachelhaak (m.)
De kachelhaak is een handwerktuig om het deksel van (vul)kachels te openen en te sluiten, alsook de asbak te trekken en om het rooster te schudden. Het bestaat uit een ronde staaf, voorzien van een afgeplat lipje. Het andere uiteinde, dat als handvat dient, kan haakvormig zijn. Een ander model, met de kachel meegeleverd, bestaat uit een geknikt, plat gietaluminium handvat met langs een uiteinde een taps toelopend omgebogen (90°) lipje – om het deksel en de laden te openen - en aan het andere uiteinde een opening; op de kop is het voorzien van een gleuf. De opening wordt over de bedieningsstang van de kachelrooster geschoven. Sommige modellen zijn te onderscheiden van de pook (kachel) en de koevoet. [MOT]
Kabelschaar (v.)
De kabelschaar wordt door de elektricien gehanteerd om draden voor leidingen door te knippen met een rechte snede. In vergelijking met diverse draadkniptangen, is ze doorgaans groter en steviger en knipt ze dikke draad egaal door zonder deze te vervormen. Er zijn heel wat variaties op de kabelschaar. De armen kunnen geleed zijn en al dan niet geïsoleerd. Een zwaar model kan gelijken op een boutenschaar of een plaatschaar. [MOT]
Kaassnijdraad met rol (m.)
Halfzachte soorten kaas kan men snijden met een kaassnijdraad met rol. Die heeft een stalen draad die gespannen is in een houder met een rechte steel; boven de snijdraad is er een roller.  De snijdraad wordt tegen de korst van de kaas gezet. Door het naar u toe te trekken, worden er plakken kaas afgesneden. De dikte van de plak wordt bepaald door de hoek waarin het handvat gehouden wordt als de roller over de kaas getrokken wordt: hoe scherper de hoek, hoe dunner de plak. Dunne plakjes kaas schaaft men af met een kaasschaaf. Zie ook kaassnijdraad. [MOT]
IJspriem (m.)
Priem (ca. 20 cm lang) waarmee men grote blokken ijs in stukken breekt. Men houdt de priem in een hoek van 45° en stoot de punt in het ijs om dit te breken. Zo gaat men door totdat men schilfers van de gewenste grootte heeft. Een ijspriem kan ook bestaan uit een zestal kortere priemen (ca. 3 cm) op enige afstand naast elkaar zodat deze een vorkachtige vorm heeft (1). [MOT] (1) Volgens BRIDGE & TIBBETTS: 55 zou dit instrument gebruikt worden om ijs te sculpteren.
Kaassnijder (m.)
Toestel met een hefboom waarmee men kaas kan snijden. Deze hefboom bevindt zich steeds aan één zijde van een snijplank en er kan een mes of een strak gespannen draad aan bevestigd zijn. Een stelschroef of geleider bepaalt de dikte van de plakken. De kaas wordt op de snijplank tegen de stelschroef of geleider geplaatst en de hefboom met mes of snijdraad wordt naar beneden geduwd. De snijdraad kan meestal vervangen worden. Er bestaan lichte keukenmodellen en zwaardere winkelmodellen. Zie ook broodsnijder. [MOT]
Kaasmesje (o.)
Mesje (ca. 15-20 cm lang) met een lemmet, al dan niet gedeeltelijk voorzien van zaagtanden, dat een naar boven gebogen, gaffelvormig uiteinde heeft. Het hecht kan van hout, plastic of been zijn; het lemmet is meestal uit inox, soms geheel uit plastic. Met het kaasmesje wordt kaas geserveerd. Men snijdt een stukje kaas van het geheel af en vervolgens prikt men erin met het gaffelvormig uiteinde om het zo te verplaatsen tot op het eigen bord. Zie ook kaassnijmes. [MOT]
Kaasschaaf (v.)
Met de kaasschaaf kan men van halfzachte kaas dunne plakjes afschaven. Het bestaat uit een blad met een gleuf - die aan één zijde scherp is (1) - aan een omhoog gebogen rechte steel. Door het schaafblad over de kaas te trekken, schaaft de scherpe gleuf er een dun plakje af. Het blad zelf dient om de plakjes op te nemen en te serveren. [MOT] (1) De snede kan wat gegolfd zijn om licht geribde plakjes af te schaven.
Kasspuit (v.)
Grote, meestal koperen, spuit (lengte 60-65 cm; diameter ca. 5 cm), al dan niet met verwisselbare spuitdoppen zodat fijne tot dikke druppels of een straal bekomen kan worden. De spuit wordt bij het trekken aan de zuiger gevuld door dezelfde gaatjes waardoor gespoten wordt; om de operatie te versnellen, wordt vaak een tweede, grote, opening op het uiteinde voorzien, die door een kogeltje afgesloten wordt. De kasspuit dient om een bestrijdingsmiddel tegen parasieten, schimmels of onkruiden toe te dienen, om pluimvee te ontsmetten, om bijen te verdoven, om het stof van planten te verwijderen, om dieren of vensters te wassen, om muren en serreglas te witten enz. Sommige fabrikanten leveren zelfs een speciale spuitdop om het werktuig als lavementspuit te kunnen gebruiken of om "tot 10 m hoog" te kunnen begieten (1). Zie ook nevelspuit (hand). [MOT] (1) Merk A.D., Avicole.
Jachtknipmes (o.)
Het jachtknipmes heeft één enkel blad of is een samengesteld werktuig met diverse onderdelen die in het hecht kunnen worden gevouwen. Het lemmet van ca. 9 cm kan meestal vergrendeld worden. Met dat blad snijdt men het geslacht van het mannelijk dier af of maakt men een kleine opening in de onderbuik en snijdt men het buikvel door met de snede naar boven. Samengestelde jachtknipmessen hebben een villemmet, een kleiner blad met zeer scherpe, holle snede en stompe punt, om de ingewanden van het dier niet te beschadigen. Het villen kan ook met een groot blad met vilhaak dat men vindt bij het jachtmes met vast lemmet. Het jachtknipmes bevat nog een kort zaagblad (ca. 6 cm) om het bekkenbeen en andere beenderen door te zagen. Het zaagblad eindigt soms op een fijne schroevendraaier en heeft tegen het hecht aan soms een flesopener voor kroonkurk. Verder is het jachtknipmes vaak voorzien van een wildhaak om de ingewanden van kleinwild en gevogelte te verwijderen, een patroontrekker in kaliber...
Kettinghaak (m.)
De kettinghaak is een ca. 80 cm lange ijzeren haak met T- of ringhandvat, waarmee op de schepen of in de haven de zware (anker)kettingen versjouwd worden, bijvoorbeeld bij controle. Wanneer bij het te water laten van een boot, het vaartuig door middel van een ketting tegengehouden wordt, haalt de arbeider aan de kaapstander die ketting in met behulp van twee kortere kettinghaken (1). [MOT] (1) FROST: 140.