werktuig
Splitshout, -ijzer (o.)
Om de strengen van een touw uiteen te halen, gebruikt de schieman (1) een
splitshout of een splitsijzer (2). Het splitshout is kegelvormig en gemaakt
van hard hout, vaak Buxus. Het is zo'n 25-50 cm lang en zo'n 3-5 cm dik; de
grote exemplaren, waarop vaak met een hamer geklopt wordt, dragen wel eens
een beslagring. Ook het splitsijzer is doorgaans kegelvormig, al dan niet
met een verdikking of een haak aan het uiteinde; niet zelden is er een
gaatje door het dik uiteinde geboord om het werktuig aan een koordje te
kunnen hangen. Het meet zo'n 15 cm. Er bestaan ook gootvormige splitsijzers
waarin een streng kan glijden. Voor staalkabel wordt een plat splitsijzer
gebruikt, dat soms voorzien is van een haak (3). Op een zeemansknipmes
vindt men altijd een dun, vaak licht gebogen splitsijzer. Zie ook
zeilpriem. Te onderscheiden van het poothout en het wetstaal. [MOT] (1) "De
timmerman doet het ook wel met zijn passer" (DEGROOT: 18). (2) Vgl.
mandenmakerspriem. (3) DE BOER & SCHAAP: 73.