Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,511 - 3,520 15,388 resultaten gevonden
Schuurpapier (o.)
Schuurpapier dient om een vervaardigd voorwerp glad te wrijven. Het schuren is de laatste bewerking die een voorwerp ondergaat tijdens het vervaardigen. Schuurpapier is een blad papier of stof waarop fijngestoten glas of zand, amaril of ijzervijlsel gelijmd is. Er bestaan verschillende soorten, van zeer grof tot zeer fijn. Een ambachtsman zal het papier gebruiken in combinatie met een schuurblok (1), zoals hierboven afgebeeld. Het schuurblok is een houten blokje waar het schuurpapier in- of omgeklemd wordt om overal dezelfde druk te kunnen uitoefenen. Om dezelfde reden wordt het papier soms ook op een stuk kurk gelijmd. Schuurpapier vervangt de paardestaart (2), de huid van de haai (3) en van de zeehond (4), en gedeeltelijk de puimsteen. [MOT] (1) Zie enkele vormen in CARPENTER: 3-4. (2) GROTHE:212; KARMARSCH: 1.801; ROUBO:3.859. (3) GROTHE: 212. (4) ROUBO: 3.859.
Schraapstaal (o.)
Stalen plaatje van ca. 5 bij 10 cm om hout glad te schrapen of de laatste sporen van bewerking te doen verdwijnen. Het is vaak een stuk afgedankt zaagblad. Om een beter houvast te bieden, is het dikwijls in een plankje of een hecht geklemd. De snede heeft doorgaans geen vouw, de rand wordt rechthoekig geslepen. Voor platte vlakken is ze recht, voor hol- of bolronde vlakken, boogvormig (zie schraapstaal (kuiper)). Het werktuig wordt bijna verticaal op het hout getrokken en wordt soms vervangen door een stuk glas. [MOT]
Singelspanner (m.)
Dit wigvormig houten handwerktuig (ca. 15 cm hoog en 7 cm breed), bestaat uit een plankje met aan het smalste uiteinde een vijftal scherpe pinnen op één rij. De andere zijde is met jute of andere stof afgewerkt, zodat het stevig maar toch zacht tegen de handpalm wordt aangedrukt. Het dient om de singel over de stoelzitting te spannen, net als de sinteltang. Het werktuig wordt met de rechterhand bediend, terwijl men met de linkerhand de singel stevig vasthoudt. Bij een ander model singelspanner is de breedste zijde wigvormig uitgezaagd, waardoor het werktuig tegen de zogenaamde blinde regels (de latten die nog bekleed zullen worden) kan geplaatst worden. De pinnen aan de andere zijde van het werktuig haken tegelijkertijd stevig in de singel vast (1).De singelspanner is ook in gebruik bij taxidermisten om de dierenhuid op te spannen rond de vorm. Niet te verwarren met de robber, of het strekhout. [MOT] (1) VELU: 9-12.
Sigarenschaartje (v.)
Het sigarenschaartje is een handwerktuig waarmee men het topje van een sigaar afknipt, voordat men ze opsteekt. Het kan een kleine schaar zijn (ca. 6-10 cm) met twee halvemaanvormige bladen of waarvan één blad een ronde uitsnijding heeft en het andere een holronde snede. Een ander model heeft een blad met een ronde uitsnijding - waar het topje van de sigaar in past - en een recht snijblad dat door middel van het hefboomprincipe langs de uitsnijding bewogen kan worden. Ook is er de mogelijkheid om een V-vormige uitsnijding aan het monduiteinde van de sigaar aan te brengen. Soms is dat laatste sigarenschaartje gecombineerd met een sigarenkistopener of is het een onderdeel van een zakmes. [MOT]
Singeltang (v.)
De stoffeerder kan de singel of de draagband onder de zitting van een stoel spannen met een singelspanner of een singeltang. Deze tang heeft een zeer brede ellipsvormige en vaak geribde bek. Het grijpvlak is groot zodat de singel volledig in de breedte kan vastgenomen worden en met een gelijkmatige druk kan aangespannen worden. De stoffeerder laat de tang op het hout steunen en drukt beide armen vervolgens naar beneden. Met de andere hand kan hij de singel vastspijkeren. De arm van sommige modellen eindigt in een koevoet en soms kan men een ring over de armen glijden om het werktuig toe te houden. Ze is verwant aan de spantang van de schilder en de zwiktang van de schoenmaker. [MOT]
Schovenmes (o.)
Vòòr het dorsen snijdt de landbouwer met het schovenmes het touw of stro los dat de schoven samenbindt. Het is een mes waarvan het lemmet doorgaans bestaat uit een stuk van een zeisblad. Het is dan ook vaak licht gebogen met een brede rug, en eindigt in een punt. De lengte van het lemmet varieert van 12 tot 20 cm en steekt door middel van een angel in een recht hecht (ca. 10-20 cm). Laatstgenoemde is al dan niet beslagen met een ring. Zie ook het strodekkersmes en de strobaalsnijder. [MOT]
Snoeizaag (v.)
Deze benaming duidt een aantal zagen aan om bomen te snoeien. De twee hoofdvormen zijn de zaag met stijf blad en de beugelzaag (zie glossarium). De eerste kan in een recht of gebogen hecht of in een pistoolkolf steken. Haar blad is puntig en smal (ca. 4-6/20-40 cm), soms enigszins gebogen. Het kan vouwbaar zijn; het werktuig gelijkt dan sterk op de mijnwerkerszaag. Een haakje op het uiteinde maakt het soms mogelijk een doorgezaagde tak naar zich toe te trekken. Het is een licht werktuig (150-250 gr.). Sommige snoeizagen die op een handzaag gelijken, hebben een tweesnijdend blad. De tanden hebben dan aan een verschillende vorm om groen en droog hout te kunnen zagen. Wanneer het zaagblad gespannen is door een beugel, is deze laatste minder hoog aan het uiteinde om niet aan de takken te haperen. Het blad is smal (1-1,5 cm). De tanden zijn altijd tamelijk groot en worden breed gezet (zie glossarium) vermits groen hout gezaagd wordt. Ze werken doorgaans bij het trekken, ook eens bij het duwen...
Sponningschaaf (v.)
De beitel van een sponningschaaf (1) steekt onderaan en aan één zijde van het blok uit om een sponning uit te schaven. Het blok heeft een aanslag of een verstelbare geleider om de breedte van de sponning te bepalen, en een aanslag of een tweede geleider om haar diepte te bepalen. Vaak snijdt een voormes, d.i. een voor de beitel rechtstaand mes, de rand van de sponning af. Sommige sponningschaven hebben een handvat. Bij de Japanse sponningschaaf (2), die niet noodzakelijk is voorzien van een geleider, zit de schaafbeitel schuin in het blok zodat de hoek tussen de twee snedes juist gelijk loopt met de zijde van het blok. Er bestaan verschillende varianten op de Japanse sponningschaaf die allen zowel een linkse als een rechtse snede hebben. Zo bijvoorbeeld het model dat een sponning schaaft waarbij de zijkant 45° bedraagt. De sponningschaaf is te onderscheiden van de bredere bossingschaaf. [MOT] (1) Soms wordt een onderscheid gemaakt tussen een kleine sponningschaaf met aanslagen (glassponningschaaf)...
Sponboor (v.)
Avegaar om het spongat in een ton te boren of te verbreden (vgl. sponzaag en snijpasser (hout)). De meest gebruikte sponboor is een korte schulpboor (zie glossarium) van ca. 20-25 cm, die een vooraf geboord gat verbreedt. Soms eindigt ze in een schroefboor of een slingerboor; ze boort dan zelf het eerste gat. Een jongere vorm is de messponboor (1). Ze heeft een kegelvormig boorijzer (2) met één of twee overlangse spleten waarvan een zijde snijdt of waarin een mes bevestigd is. De messponboor met twee spleten snijdt tweemaal (twee messen) terwijl de schulpboor eenmaal snijdt. Op sommige van die messponboren staan de doorsneden van de spongaten aangeduid. De kegelvormige raspsponboor heeft tandjes over heel haar oppervlakte zoals een rasp. Ze wordt vooral gebruikt om een spongat wat te verbreden of effen te raspen. Een combinatie bestaat in de sponboor met raspvormig bovenuiteinde (3) en de raspvormige schroefboor (4). [MOT] (1) Eigen benaming onbekend. Fr. bondonnière à couteau (BRUNET...
Spontrekker (m.)
De spontrekker is een handwerktuig dat gebruikt wordt om de spon uit het spongat te trekken. Het bestaat uit een schroefdraad die losdraait in het midden van een U-vormig ijzer en een kruk. De schroefdraad wordt in de spon gedraaid totdat het U-vormig ijzer tegen de duigen komt. Wanneer men nu verder draait, wordt de spon uit het gat getrokken. Een hamervormig model is gecombineerd met een sponsleutel. Zie ook kurkentrekker. [MOT]