Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,501 - 3,510 15,388 resultaten gevonden
Schrobzaag (v.)
De schrobzaag dient tot het zagen van kromme lijnen en vooral tot het uitzagen van een gat in het midden van een plank. Ze gelijkt op de handzaag maar is korter (ca. 20-30 cm) en heeft een veel smaller blad (ca. 1,5-2 cm) dat spits toeloopt en in een open pistoolkolf of een recht hecht bevestigd is. Er bestaan nu kleine schrobzagen met recht metalen hecht waarin het blad glijdt, zodat de vakman dat laatste juist zoveel kan laten uitsteken als nodig is. De schrijnwerker boort een gaatje in de plank en steekt er het uiteinde van de zaag in. Ondanks het gebrek aan stijfheid werkt deze zaag doorgaans bij het duwen.Om dezelfde bewerkingen met één handwerktuig uit te voeren, hanteert men de boorzaag. [MOT]
Seegerringtang (v.)
Vele onderdelen van machines worden samengehouden door Seegerringen. Dit zijn hoefvormige borgringen met een gat in hun uiteinden, zodat men ze met de Seegerringtang kan vatten. Er zijn binnenspannende en buitenspannende Seegerringen. De binnenspannende worden in een buis geklemd en moet men samendrukken om ze te plaatsen of te verwijderen. Dit kan met een binnenspannende Seerringtang, aangezien ze gekruiste armen heeft en zo de ring dichtknijpt wanneer men de armen samendrukt. De buitenspannende Seegerringen daarentegen klemmen rond een stuk en dienen opengetrokken te worden om ze te verwijderen of te plaatsen. De buitenspannende Seegerringtang opent de gelijknamige ringen wanneer men de armen samendrukt. Soms belet een stelschroef dat men een ring te ver zou openen. Er bestaan Seegerringtangen met verwisselbare bekken, zodat men elke grootte van ring met één enkel werktuig kan plaatsen en verwijderen. [MOT]
Schulpzaag (v.)
De schulpzaag dient om planken in de lengte, d.i. in dezelfde richting als de vezels, te zagen (vgl. raamzaag, kraanzaag). Het is een grote spanzaag (zie glossarium) (tot 1,2 m) (1) met breed blad (3-5 cm). Dat laatste wordt door twee draaibouten aan de armen bevestigd zodat het kan draaien (zijn vlak kan veranderen tegenover het vlak van de armen) om lange stukken te zagen. Een van de draaibouten is vaak ca. 15 cm lang en dient als handvat. Deze zaag wordt doorgaans verticaal gehanteerd en werkt in één richting, als ze naar beneden geduwd wordt. Zie ook draaizaag en gewone spanzaag. Zie ook de handzaag en de Japanse dubbelzijdige handzaag. [MOT] (1) In China worden de boomstammen met grotere schulpzagen in planken gezaagd (HOMMEL: 227).
Sigarenkopsnijder (m.)
De sigarenkopsnijder is een toestel waarmee de sigarenmaker het vuureinde en/of het mondeinde van een sigaar kan afsnijden. De arm voor de hefboom van de tweede soort bevindt zich aan de korte zijde van een houten snijplank. Daarop is vaak een maataanduiding en verstelbare geleider aangebracht langs een groef waarin de sigaar ligt, om de gewenste lengte te bekomen. Het werktuig werd vaak aan het houten bord bevestigd waarop de sigaar gerold werd. Er bestaan diverse varianten. Aan een model is een stevig blad bevestigd, dat scharniert zoals een slagschaar langs een ijzeren plaat op de korte zijde. Bij een ander model snijdt een scherp stuk scharnierend metaal, waartussen de sigaar past, de kop van de sigaar af. Zie ook het sigarenschaartje waarmee de roker het topje afknipt voor de sigaar op te steken. [MOT]
Sifontang (v.)
Men kan kwetsbare cilindrische delen makkelijk vastnemen met een sifontang. Aan de binnenzijde van de kaken zijn immers vaak kussentjes bevestigd om bij het draaien niets te beschadigen. De kussentjes zijn met schroeven op de kaken bevestigd en kunnen vervangen worden. De kaken staan licht schuin op het vlak van het werktuig om makkelijk te kunnen werken op moeilijk bereikbare plaatsen. De tang kan tevens door een bout versteld worden om de opening tussen de kaken te vergroten of te verkleinen. Deze bout vormt ook het scharnier van de tang. Andere loodgieterstangen zijn de pijptang, de fitterstang, de pijp-en fitterstang en de waterpomptang. [MOT]
Sigarensnijwieltje (o.)
Het sigarensnijwieltje bestaat uit een kort (ca. 8 cm) houten hecht, waaraan een ijzeren snijwieltje met ca. 2 cm diameter is bevestigd. Met dit radertje versnijdt de sigarenmaker het dekblad op maat, het buitenblad van hoge kwaliteit tabaksbladeren om de geperste bosjes in te draaien. Het kostbare dekblad werd spaarzaam versneden en met de richting van de aren mee (1). Dit handwerktuig is niet te verwarren met andere kleine snijwieltjes zoals het behangsnijwieltje. [MOT](1) BERTRAM S., Leidraad bij de techniek der sigarenfabricage, en de melanges voor het sigaren- en tabaksfabrikaat, Culemborg, 1899: 29.
Schrijnwerkershamer (houten) (m.)
Houten, rechthoekige hamer met korte steel, gewoonlijk van beuken- of azijnhout gemaakt. Soms kan het hoofd lichtjes gebogen zijn. De schrijnwerker gebruikt deze hamer voor klopwerk of voor hakwerk met beitels, om pen-en-gat verbindingen te doen sluiten, enz. Zie ook schrijnwerkershamer. [MOT]
Serveervork (v.)
Met een serveervork kan men makkelijk worsten, aardappelen,... serveren. Zij bestaat uit een U-vormig toeknijpbaar hecht waarvan één uiteinde in twee scherpe tanden eindigt. Aan het andere uiteinde is een plaatje met twee gaatjes bevestigd waar men de tanden van de vork door kan steken. Wanneer men nu een worst of iets dergelijks op de vork prikt en het hecht toeknijpt, wordt deze eraf geschoven door het naar voren schuivende plaatje. De taartschep werkt op een vergelijkbare manier. [MOT]
Sealkam (m.)
De sealkam is een metalen, langwerpige (ca. 15 cm) kam met relatief korte (ca. 5-7 mm) en fijne (ca. 1 mm) tanden die de bontwerker gebruikt om bij de verwerking van kort behaarde of geschoren bontsoorten, o.a. zeehonden en -leeuwen, oneffenheden uit te kammen en om gemaakte takkennaden uit te dunnen. Zie ook bontkam. [MOT]
Sikkel (v.)
Handwerktuig met een halvemaanvormig of licht gebogen blad (ca. 20-60 cm) waarvan de snede soms voorzien is van kleine - schuin naar het handvat toe - tandjes, en door middel van een angel bevestigd aan een kort hecht (ca. 10-15 cm). De sikkel, die zo'n 200-500 gr weegt, wordt gebruikt om (winter)graan, gras, bonen enz. te oogsten. Met één hand houdt men de stengels vast, met de andere - waarin men de sikkel houdt - snijdt men ze af. Over het algemeen wordt dus door wrijving gesneden. Het hakken gebeurt evenwel ook (1). Uitzonderlijk werd een getande sikkel gebruikt als haarmes, om de boter te haren, d.w.z. een kluit boter in alle richtingen doorsnijden om er de haren, strootjes e.d. uit te halen (2). De Japanse sikkel heeft een langwerpig, relatief kort (ca. 15-20 cm) blad dat haaks aan een ca. 30-40 cm lange steel bevestigd is. De snede is lichtjes holrond; de rug is bolrond en relatief breed (ca. 2-6 mm). Die sikkel weegt zo'n 150 gr en wordt gebruikt om gras te snijden en rijst te...