werktuig
Steekspade (v.)
Spade met lang (ca. 30-40 cm) en smal (ca. 10-17 cm) blad, met dille of
veren, dat licht gebogen staat ten opzichte van een T- of D-steel (70-95
cm). Om gemakkelijker in de grond te kunnen dringen, is de snede van het
blad vaak licht gebogen en versmalt het meestal een tweetal centimeter naar
onder toe (1). Bovenaan is het blad soms voorzien van een voetsteun om de
schoen van de gebruiker niet te beschadigen. Om te voorkomen dat de
kleigrond aan het blad blijft kleven, wordt dat laatste voor elke steek in
een emmer water gedompeld; soms worden er met een hamer deuken in de holle
zijde van het blad geslagen (2). In de 19de eeuw werd in de lichte grond
naast de stalen steekspade ook nog een houten, met beslagen blad, gebruikt
(3). Uitzonderlijk wordt in plaats van de steekspade soms een verlengstuk
bovenaan op het blad van de tuinspade bevestigd om dieper te kunnen spitten
(4). Een steekspade dient om te graven of diep te spitten, d.i. de grond
twee, drie of vier steken diep om te werken...