Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,381 - 3,390 15,388 resultaten gevonden
Percussiehamer (m.)
De percussiehamer is een licht hamertje (ca. 18 cm lang, 50 gr zwaar) uit de diagnostiek dat bestaat in diverse materialen. Het metalen, plastic of (ebben)houten handvat is vaak geribbeld voor een goede greep. Het werkend deel van metaal met been of ivoor staat haaks op het handvat. De holte aan het conische uiteinde is soms voorzien van rubber of gom, die vervangen kan worden. De arts slaat ermee op de plessimeter, een metalen plaatje, soms van ivoor of glas en met maataanduiding, om te percuteren. Door middel van licht aankloppen op het huidoppervlak onderzoekt hij de toestand van de onderliggende organen van de patiënt. Men tracht hierbij een helder en gelijkmatig geluid te veroorzaken om eventuele aandoeningen op te sporen. De dierenarts gebruikt de percussiehamer voor onderzoek van de buikholte van vee. Het werktuig is verwant aan de reflexhamer. [MOT]
Penwortelsteker (m.)
De penwortelsteker is een beitelvormig werktuig waarmee de wortels van paardebloemen e.d. in de grond doorgestoken worden. De snede is vaak in V geslepen om de wortel te vatten. Sommige modellen kunnen ook al trekkend de wortel doorsnijden. Te onderscheiden van de distelsteker en de penwortellichter. Zie ook aspergeguts, wiedvorkje, plantschopje en penworteltrekker. [MOT]
Pijp- en fitterstang (v.)
Bij deze tang zijn de functies van de pijptang en de fitterstang samengevoegd. Men kan zowel moeren als pijpen aan- of losdraaien. De betrekkelijk lange bek heeft één of meerdere openingen van verschillende grootte. De bek eindigt in de haakvormige ronde kaak en de korte rechte kaak die het bewerkt stuk tegen de haak drukt. Net als bij de pijptang is de bovenste kaak naar achter getand, de onderste naar voor. De tang grijpt de pijp wanneer men ze naar beneden drukt, maar glijdt erover wanneer men ze terug naar boven brengt. Men hoeft dus niet telkens de tang te openen om de pijp verder aan te draaien. De loodgieter gebruikt daarnaast ook de waterpomptang en de sifontang. [MOT]
Penijzer (o.)
Het penijzer is een langwerpig, ijzeren plaatje - ongeveer 20 cm lang, 3 cm breed en 0,5 cm dik - met verscheidene, soms gegroefde gaten die van grootte verschillen (ca. 0,5-2 cm), dat gebruikt wordt om relatief kleine houten pennen te maken. Men neemt een stuk hout dat ongeveer dezelfde doorsnede heeft als de pen die men wil bekomen. Eén uiteinde rondt men af en steekt men in het gat van het penijzer; vervolgens klopt men het stuk hout met bv. een (houten) hamer verder door het gat. Grotere pennen worden met een krammes of met een dekkersbijltje gemaakt. Te onderscheiden van het nagelijzer.[MOT]
Pianosleutel (m.)
Een pianosleutel is een haakvormige dopsleutel met houten hecht waarmee de bouten, waaraan de snaren van een piano, harp of hakkebord bevestigd zijn, bij het stemmen aan- of losgedraaid worden. De achtkantige dopsleutel bestaat in verschillende diameters. [MOT]
Pannenraam (o.)
Het pannenraam dient om de vlakke kleiplaat te vormen die nadien haar definitieve vorm krijgt op de pannenvorm. De pannenbakker bestrooit het raam en het vormblok (1) waarop het ligt, met rivierzand om het kleven van de klei te voorkomen. Dan duwt hij met de handen een hoeveelheid klei uiteen en zorgt dat het raam goed gevuld is. Met de strijker, uit de waterbak naast hem, strijkt hij de overtollige klei weg. Hierdoor wordt tegelijkertijd de klei in het raam gladgestreken. Het teveel aan klei valt in een bak aan de andere kant van de vormtafel. Vervolgens neemt de arbeider het pannenraam rond de kleiplaat weg en kan de pan verder worden gevormd. Er bestaan ramen voor alle formaten van pannen (2) en de afmetingen kunnen bovendien verschillen van pannenbakkerij tot pannenbakkerij; ze houden rekening met de krimp van de klei tijdens het drogen en bakken. Naast de ramen voor de S-vormige pan, bestaan er specifieke voor nokpannen en voor hoekkeperpannen. [EMABB] (1) Het vormblok is een dik...
Pannenvorm (m.)
Houten mal waarin de S-vormige pan (Boomse pan, Vlaamse pan) haar vorm krijgt. Ze wordt vervaardigd uit een in de lengte uitgeholde dikke wilgenhouten plank. Een uitsparing in het midden van de holle rand dient voor het aanbrengen van de neus van de pan en over de afgeronde zijkant brengt de pannenmaker de krul van de dakpan aan. De pannenvorm is niet makkelijk te maken en wordt zo veel mogelijk hersteld, vooral de zijkanten waar de slijtage groot is. Die zijkanten worden na te grote slijtage weggesneden en vervangen door hardhouten stukken, rekening houdend dat de welving nagenoeg de zelfde moet blijven. De onderkant heeft een handvat. Hierdoor kan de pannenmaker de mal omdraaien zodat de gevormde pan op de pannenlepel komt te liggen en in de droogrekken kan geplaatst worden. Er zijn zowel linkse als rechtse pannenvormen voor het maken van respectievelijk linkse en rechtse pannen. De pannenbakker maakt doorgaans zelf zijn vorm. Ook voor de nokpannen bestaan er vormen. Soms wordt de mal...
Paternoster (loodgieter) (m.)
Touw met een reeks (ca. 10) houten kralen - waarvan één zijde de vorm heeft van een afgeknotte kegel (1) - van variërende diameter (ca. 2-15 cm), afhankelijk van de binnendiameter van loden buizen, die genormaliseerd is. Voor de vierkante loden regenpijpen bestaat een paternoster met rechthoekige blokjes waarvan de hoeken afgerond zijn (2). De loodgieter gebruikt de paternoster om een loden buis te buigen zonder deze plat te drukken. Het werktuig wordt door de buis getrokken; deze kan nu zonder scherpe knikken te veroorzaken, gebogen worden. Ook wordt de paternoster door een loden buis getrokken om er een deukje uit te duwen. [MOT] (1) Niet te verwarren met het rak van een zeilboot, waarvan de bollen sferisch zijn. (2) Bv. WOOLGAR: 89.
Peilglassnijder (m.)
Op ketels en machines worden soms peilglazen gemonteerd, waarin men het niveau van een vloeistof, vaak water of olie, kan nazien. Die peilglazen worden gesneden van langere glazen buizen met behulp van een speciale glassnijder. De peilglassnijder is een tangvormig werktuig. Op een van de kaken staat een graduatie, een geleider en een snijwieltje; op de andere, een aanslag. De eerste kaak wordt in de glazen buis gestoken totdat deze tegen de geleider komt. Het werktuig wordt toegeknepen en rond het buisje gedraaid. Het snijwieltje krast het glas in. Een ander model bestaat uit een stang met graduatie, een geleider en op het ene uiteinde een (vervangbaar) snijwieltje. Op het andere uiteinde is de stang voorzien van een handvat en een hendel. Het werktuig wordt in de glazen buis gestoken totdat deze tegen de geleider komt. De duim drukt de hendel in zodat het snijwieltje tegen het glas wordt gedrukt. Met de andere hand draait men het buisje rond tot het is ingesneden (1). Zie ook snijpasser...
Papillottang (v.)
Met een papillottang zet men haar in de krul. De kapper rolt een lok op, wikkelt het in papier (papillot genoemd) en perst het geheel met een warme papillottang, waarvan de twee kaken de vorm van een afgeknotte kegel, van een ei of van een rechthoek hebben. De tang warmt men op een bijzonder komfoortje. Men knijpt er een stukje papier mee om te zien of ze niet te warm is. Zie ook krulstok, plooischaar, krultang (lokkentang) en friseertang. De kleermaker gebruikt deze tang ook wel eens als knoopsgaten-perstang wanneer de stof een beetje gekreukeld was (1). [MOT] (1) Volgens DEN BESTEN G.J. & DEN BESTEN-DE BURGER L.S.J. zou de eivormige tang, zelfs uitsluitend, door een kleermaker worden gebruikt.