Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,331 - 3,340 15,388 resultaten gevonden
Suikerbijltje (v.)
Klein en licht (ca. 300 gr) bijltje waarmee men suiker brak, die vroeger in grote kegelvormige blokken verkocht werd. Het is meestal gecombineerd met een hamertje waarmee de afgebroken stukken suiker fijn geklopt kunnen worden. De houten steel steekt meestal in een dille. Voor kleinere stukken suiker gebruikte men een suikerbreektang. [MOT]
Strijkglas (o.)
Glazen werktuig dat sterk op een kleine loper voor kleurstof of stamper gelijkt, waarmee linnen en o.m. borduurwerk glad gestreken wordt; het werkvlak is bolrond of heeft afgeronde hoeken. Net zoals het strijkhout warm je het strijkglas niet. [MOT]
Suikerbreektang (v.)
Vroeger verkocht men de suiker in grote kegelvormige blokken, suikerbroden genoemd. Men brak ze met een suikerbijltje of met een suikerhamertje. Voor kleinere stukken gebruikte men een suikerbreektang. Deze tang onderscheiden we van de suikertang die we gebruiken om een klontje uit de suikerpot te nemen. De kaken van de suikerbreektang eindigen in twee punten of twee ronde licht T-vormige bladen. Sommige modellen waren op een plank bevestigd (1). Men legde vaak een doek op de tang tijdens het werk om te voorkomen dat de stukjes suiker in het rond zouden springen. Er bestaan ook kleine breektangen die bij het koffie-en theeservies horen (zie suikertang met suikerbreektang). Men noemt ze soms suikerschaar. Een ander model (2) heeft de vorm van een tang bestaande uit twee hefbomen van de derde soort, die rond een spil draaien. De dunne kaken eindigen in oren zoals bij een schaar. De kaak heeft langs de binnenzijde een rechte snede. De buitenzijde heeft vaak een grillige vorm, louter ter...
Taartschep (v.)
Troffelvormig keukenwerktuig met een driehoekig blad (ca. 10-12 cm bij 5-7 cm) met afgeronde hoeken, bevestigd aan een omhooggeknikt hecht. Men kan er een stuk taart van de schotel naar een bordje mee transporteren door het blad onder het stuk taart te schuiven. Sommige modellen hebben gekartelde zijden om eerst een stuk taart verder los te snijden. Een uitzonderlijk model heeft een U-vormig toeknijpbaar hecht met aan één uiteinde het taartschepblad met een gleuf in en aan het andere uiteinde een langwerpig plaatje dat heen en weer in de gleuf kan schuiven. Wanneer men het handvat dichtknijpt, schuift het plaatje naar voren en wordt het stuk taart van het blad afgeschoven. [MOT]
Suikertang (v.)
Bij het koffieservies hoort een suikertang, waarmee men een klontje uit de suikerpot neemt. Vaak bestaat ze uit 2 hefbomen van de derde soort verbonden door een veer. De kaken eindigen in tanden of in lepeltjes. Een ander model bestaat uit een staafje waarbij 3 tanden opengaan als men het naar beneden drukt. De suikertang met suikerbreektang maakt het mogelijk een klontje (1) te nemen én te breken. Men noemt ze ook klontjesschaar of suikerschaar. Deze tang verschilt sterk van de grotere suikerbreektang, die gebruikt werd om suikerbroden te breken. [MOT] (1) N.L.I.: s.v. coupe-sucre, meldt dat deze tang ook voor stukjes nougat kan gebruikt worden.
Suikerstamper (m.)
Metalen staafje (ca. 15 cm) met aan één uiteinde een ring en aan het andere een plat, cirkelvormig plaatje met nopjes. Daarmee kan men in een glas geuze bier suiker fijn stampen. Er bestaat ook een model waarvan de ring vervangen is door het blad van een lepel. Moderne versies zijn van plastic en kunnen ook dienen om een schijfje citroen in een frisdrank uit te persen (zie ook citroenknijper). [MOT]
Suikerstrooilepel (m.)
Vroeger verkocht men de suiker in grote kegelvormige blokken, suikerbroden genoemd. Men brak deze met een suikerbijltje en suikerbreektang en kon ze fijn kloppen met een suikerhamertje. Schaven, zeven of vijzelen kon ook. De suiker werd verstrooid of op tafel opgediend uit een recipiënt met dit stuk bestek, de suikerstrooilepel. De lepel is meestal van verzilverd of vertind metaal. Het hol blad heeft ronde gaten maar kan ook rijkelijk gedecoreerd zijn met allerlei patronen. Zie ook de absintlepel. [MOT]
Taartvorm (m.)
Cirkelvormige (ca. 10-35 cm doorsnede) blikken, aluminium of porseleinen vorm met schuin oplopende, vaak geribbelde randen, waarin het deeg komt om taarten te bakken. De geribbelde randen zorgen voor een steviger baksel. De blikken of aluminium vormen hebben vaak een losse bodem waardoor de gebakken taart makkelijker eruit te halen is. Andere modellen hebben een vaste bodem en een langwerpig plaatje dat in het midden van de bodem vastzit en over de rand geschoven kan worden. Op deze wijze kan de taart van de bodem losgesneden worden. [MOT]
Tabaksmesje (o.)
Nieuwe fiche in opbouw
Vissersknipmes (o.)
Het vissersknipmes is een knipmes voorzien van diverse hulpmiddelen, die bij het vissen of bij het schoonmaken van vis onontbeerlijk zijn. Het bevat meestal een scherp lemmet, waarvan de rug een kartelsnede bezit en dienst doet als schubbenschraper voor het ontschubben van vis. De schubbenschraper kan ook een apart blad zijn waarvan het uiteinde meestal een V-vormige inkeping heeft, dienend als onthaker. Het mes is meestal vervaardigd uit roestvrij staal en wordt gebruikt voor het doorsnijden van lijnen en het fileren van vis. Dicht tegen het hecht zit vaak een flesopener voor kroonkurk. Het vismes kan ook dienst doen als visdoder als het voorzien is van een knuppeltje van metaal, om de gevangen vis direct na de vangst te verdoven of te doden (zie visdoder). Deze zware, ronde verdikking van ca. 100 gr is tevens bedoeld als visweger of unster. Ongeveer in het midden van het mes zit dan een ring waaraan een stevig touwtje of lederen riempje is bevestigd waarmee het bijvoorbeeld aan een...