Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,311 - 3,320 15,388 resultaten gevonden
Smeedhamer (m.)
De smeedhamer is hét werktuig van de smid, waarmee hij al het smeedwerk verricht, al dan niet samen met een voorhamer. Het is een tamelijk zware (ca. 500-2000 gr) hamer met een vrij dikke wigvormige pen, die in sommige gevallen in hetzelfde vlak ligt als de steel (ca. 30-35 cm) (1). De baan is lichtbol en de scherpe kanten moeten zorgvuldig zijn weggenomen daar het te bewerken ijzer anders niet vlak afgewerkt kan worden (2). Te onderscheiden van sommige modellen bankhamers die lichter zijn. Zie ook hoefsmeedhamer. [MOT] (1) In dit geval spreekt men van een kruispen (''Tech-term'': 7). (2) VAN DONGEN: 78.
Sloopbeitel (m.)
De sloopbeitel is een ronde of vierkantige stalen staaf (70-120 cm) met een breder kopeinde, die onderaan plat uitgesmeed is, bestemd voor zwaar sloopwerk, het opbreken van bestratingen en het lichten van spoorwegbalken (zie ook handspaak). Het is een zwaardere (ca. 5 kg), uitvergrootte versie van het breekijzer maar er wordt niet met de hamer op geslagen. Zie ook rooiijzer. [MOT]
Slokdarmsonde (v.)
De slokdarmsonde dient om in de slokdarm van het vee vast zittende voorwerpen - zoals stukjes aardappelen of voederbiet - voort te duwen tot in de maag. Zij wordt tevens gebruikt om de gezwollen pens, de eerste afdeling der maag van herkauwers, te ledigen van opgestapelde gassen (zie ook trocart). De slokdarmsonde is een buigzame buis (ca. 140-200 cm) in leer of spiraalsgewijs gewikkelde ijzerdraad of rubber met aan het uiteinde een mondstuk in hout of metaal en, in de buis, een puntige houten stang. Aan het ander uiteinde is soms een houten dwarsstuk voorzien om de bek van het dier open te houden. [MOT]
Sleutel voor ontromer (m.)
Bij een ontromer, d.i. een machine die de room van ruwe melk verwijdert, hoort een sleutel om de ‘bol’ – het centrifugerende cilindrische deel van de ontromer – los te schroeven voor reiniging. Deze sleutel voor ontromer kan de vorm hebben van een haaksleutel met gaffelvormige bek of van een ringsleutel met binnenin de ring nokjes om in de gleufjes van de bol te grijpen. [MOT]
Steekpasser (m.)
De steekpasser is een V-vormige passer waarvan de twee benen rond een op hun uiteinde geplaatste spil draaien, en in stalen punten eindigen (1). Soms is er op een been een boog gesmeed. Door middel van een schroef kunnen de benen dan vastgezet worden; men spreekt hier soms van een voegpasser (2). De steekpasser is meestal van metaal. Grote modellen van houtbewerkers bv. timmerlieden en ook van tuiniers en landmeters zijn vaak van hout, modellen van boetseerders en pottenbakkers steeds van (buxus-)hout (3). De steekpasser dient om te meten en om cirkels of bogen te beschrijven. Zie ook de veerpasser en ritspasser. [MOT] (1) Het gebogen mes dat een groef uitsnijdt (TITA: fig. 1j) schijnt hier onbekend. Er zou ook een passer met zandreservoir bestaan waarmee de tuinier duidelijk gebogen lijnen kan aftekenen. een van de punten is hier vervangen door een zinken buisje waardoor wit zand loopt (''Courrier horticole'' 9 (1947): 118. (2) Ook juistheidspasser (VAN HOUCKE: 540). (3) Buxushout is...
Steeksleutel (m.)
De steeksleutel is een gaffelvormige moersleutel (zie glossarium) met open bek die de moer van terzijde vat (in tegenstelling tot de ringsleutel bv.). De bek ligt in hetzelfde vlak maar heeft een standhoek van 0° tot 90° ten opzichte van de steel. De sleutel kan enkel of dubbel zijn, gecombineerd met een ringsleutel (men spreekt dan soms van een steekringsleutel), een haaksleutel, enz. (1). Zie alligatorbeksleutel, kalkoensleutel, magneetsleutel, slagsteeksleutel, conussleutel. Te onderscheiden van de open ringsleutel. [MOT] 1) Uitzonderlijk kan men "om zekerheid te hebben, dat de sleutel niet met een stuk gaspijp verlengd kan worden, de steel in een knop of in een tweede omgezette bek doen eindigen…" (ZIECK & POSTEMA: 182).
Staarttrekmes (o.)
Hoewel ook gebruikt in plaats van het hol trekmes om smalle holronde vlakken te bewerken, dient het staarttrekmes (1) hoofdzakelijk om het binnenste van een ton glad te schaven. De ambachtsman drukt het werktuig tegen het hout met zijn linkerhand en trekt met zijn rechterhand. Het is een trekmes (zie glossarium) met half-cirkelvormig of cirkelvormig (2) kort blad waarvan het ijzer in een dille eindigt. Een ander model heeft een recht of gebogen blad en beugel, die overgaat in twee angels, die al dan niet zijn samen gesmeed. De houten steel is 20-40 cm lang. Tenslotte kan het een gebogen blad (ca. 10 cm bij 4 cm) zijn dat haaks op het uiteinde van een stang (ca. 20 cm), al dan niet met dille, is gesmeed. De houten steel is hier ca. 40-45 cm lang. Het werktuig onderscheidt zich van de steelschraper door het feit dat het vlak van het blad en dat van het bewerkt stuk hier nagenoeg evenwijdig zijn. In tegenstelling tot het lepelmes wordt met het staarttrekmes asgericht gewerkt. Het Japanse...
Steekmes (mandenmaker) (o.)
Het steekmes van een mandenmaker is een mes met breed, gebogen of halfrond (ca. 4-7 cm) lemmet waarvan de buitenzijde scherp is. De mandenmaker gebruikt het steekmes om de tenen die uit een gevlochten mand steken, af te snijden. Hij plaatst de snede op de teen en steekt deze af door een asgerichte beweging (vgl. krommes). Het steekmes wordt soms door een schoenmakersmes vervangen (1). [MOT] (1) AUDIGER: 3; LEROUX & DUCHESNE: 4.
Stamper voor voedselmolentjes (m.)
Houten stamper gebruikt om voedsel in de trechter van een molentje (bijv. vleesmolen, raspmolentje, enz.) te drukken.De stamper neemt steeds de vorm aan van de trechter van het molentje waar hij bij hoort. Zo bestaan er cilindervormige, kegelvormige en parallelepipedumvormige stampers.De kegelvormige stamper is te onderscheiden van de kegelvormige stamper van de pureezeef, die kleiner is, en de vorm voor kartonnen dozen. De cilindrische stamper is te onderscheiden van de houten steenhouwersklopper. [MOT]
Steekzetter (m.)
De steekzetter is een schoenmakerswerktuig dat bestaat uit een metalen staafje (ca. 4-5 cm lang) dat naar het uiteinde toe vaak breder uitloopt en dat aan het hoofdeinde voorzien is van een groef, bevestigd in een houten hecht. Met de steekzetter wordt er tussen elke steek op de bovenrand van de schoenzool een inkerving gemaakt om de steken vast te zetten en ze beter te laten doen uitkomen. Voor hetzelfde doeleinde kan ook een randwieltje gebruikt worden. [MOT]