Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,291 - 3,300 15,388 resultaten gevonden
Pook (kachel) (m.)
De kachelpook is een ijzeren ronde of platte staaf (ca. 40-100 cm) met een puntig - al dan niet omgebogen - uiteinde, die gebruikt wordt om het vuur in een open haard, in een kachel, een verwarmingsketel of een oven aan te wakkeren. Meestal eindigt de pook in een haak of een ring waarmee men hem kan ophangen. Voor de openhaard of de ketel bestaan er stellen met een pook, een rakelijzer, een vuurschop (stoker) en een sinteltang of een vuurtang.  De kachelpook is te onderscheiden van de kachelhaak. [MOT]
Platenbuigtang (v.)
De zinkwerker en de blikslager buigen, op de werf, de randen aan platen met behulp van een tang met platte, brede bek. Die bek kan zowel in hetzelfde vlak als de armen liggen als haaks (1) op de armen staan. De platenbuigtang (2) bestaat in verschillende formaten: het kleine model is zo'n 20-30 cm lang en zijn bek, 3,5-8 cm breed; de grote tang (3) is 45-55 cm lang, en haar bek 10 tot 20 cm breed. Omdat de bek in dat laatste geval te zwaar zou zijn indien hij, zoals bij de kleine tang, geleidelijk breder zou worden, is hij T-vormig. Sommige modellen kan men makkelijk hangen met de haak op het eind van één van de armen. Een bijzonder model is van een verstelbare geleider voorzien (4). [MOT] (1) TABAK: 102-103 laat een "Meelis" platenbuigtang zien om de kraal van een dakgoot te buigen. (2) Ook wel felstang genoemd (''Tech-term'': 33). Mogelijk is de bekledingstang uit ''Tech-term'': 33, gebruikt om te bekleden met lood, een grote platenbuigtang. (3) Ook dektang genoemd (TABAK: 96). (4)...
Polijstijzer (o.)
Het polijstijzer is een handwerktuig dat bestaat uit een ijzeren middenstuk met aan beide uiteinden een houten handvat. De totale lengte varieert tussen 35 en 45 cm. De schoenmaker gebruikt het - net zoals de bollikker - om glans te geven aan het leder, vooral aan de zool en hiel. Doordat er twee handvatten zijn, kan men echter meer druk uitoefenen dan met de bollikker. Het middenstuk kan verscheidene vormen aannemen: halfrond of ovaal in doorsnede, ei- of bolvormig met een trapje aan één zijde, specifiek om de concave zijden van de hiel te polijsten. [MOT]
Poolklemspreider (m.)
Voordat men de klemmen op de polen van bijvoorbeeld een autobatterij weer aanbrengt, is het gewenst om ze eerst met de poolklemspreider te reinigen, d.i. het vastgezette accuzuur verwijderen, en ze bovendien iets te verwijden zodat men zeker is dat ze voldoende ver over de accupool grijpen. De poolklemspreider is een tang waarvan de conische halve cilindervormige bekken (ca. 4-8 cm), met gekartelde buitenomtrek, haaks op de armen staan. Tussen laatstgenoemde bevindt zich soms een veer. Bij het dichtdrukken van de armen vormt zich een V-vormige opening tussen de twee bekken.  Zie ook de accupoolreiniger. Om de poolklemmen te verwijderen, gebruikt men een poolklemtang. [MOT]
Pompboor (boortuig) (v.)
Boortuig die in een heen- en weergaande beweging wordt gebracht door een touw dat op en afrolt rond een spil met onderaan een vliegwiel en een boorhouder. Het touw steekt door een opening bovenaan de spil en beide uiteinden zijn vastgemaakt aan een dwarshout waar de spil doorsteekt. Het vliegwiel zorgt voor extra stuwkracht. De pompboor wordt gebruikt om in harde materialen zoals steen of metaal te boren (1). De kleinere pompboren worden door juweliers gebruikt. Soms is het vliegwiel vervangen door een steen (2). [MOT] (1) Bij zachte houtsoorten zou de boor vast komen te zitten in het hout en zo beletten dat het vliegwiel het touw terug opwindt. (SALAMAN 1976: 191). (2) SELLENS: 82.
Pollepel (m.)
Met een pollepel roert en schept men soep, saus, beslag e.d. Hij heeft een komvormig metalen blad aan een rechte lange steel die vaak in een haak of oog eindigt. Soms heeft de pollepel een houten handvat. De steel is lang om goed tot bij de bodem van een diepe pan te geraken. De grootte varieert (ca. 8-16 cm doorsnede; ca. 25-63 cm lang). Te onderscheiden van de loodlepel. [MOT]
Poolklemtang (v.)
Wanneer men de bouten van de accupolen van een batterij (bv. een autobatterij) losschroeft, kunnen de poolklemmen nog aan de accupolen vastzitten door vuil en lekkend accuzuur. De poolklemtang heeft een gaffelvormig uiteinde om stevig rond de poolklem te grijpen. Met de hefboom kan men de klem vlot verwijderen. (1) Om de poolklemmen te reinigen en terug aan te brengen op de accupolen, hanteert men een poolklemspreider. De poolklemtang is te onderscheiden van de klepveertang. [MOT] (1) C. BUITER, Gereedschapskennis voor de opleiding van leerling- en hulpmonteurs, Rotterdam, 1951, 126-128.
Pijpschaar (v.)
Ondanks haar naam is de pijpschaar een tang. Men warmde de kaken op om kant e.d. te pijpen of er plooien in aan te brengen. De bek bestaat uit twee ronde lange staafjes. Soms draaide men touw rond de ogen van de armen om de handen te beschermen tegen de warmte. De plooischaar kon meerdere plooien tegelijkertijd aanbrengen. [MOT]
Poothout, pootijzer (o.)
Handwerktuig bestaande uit een houten of ijzeren steel (ca. 25-70 cm) eindigend in één (1) of meerdere kegel- of wigvormige punt(en) (diam. ca. 4 cm) (2). De punt kan zowel van hout, met ijzer bekleed of volledig uit ijzer zijn. Het L-vormig, D-vormig, T-vormig of knopvormig handvat (3) kan uit hout, plastic of ijzer zijn. (4) Sommige (kleine) modellen zijn volledig uit aluminium vervaardigd en kunnen gecombineerd zijn met een plantschopje (5). De grotere poothouten zijn soms voorzien van een voetsteun (bv. V 2009.0421) (6). Een model (bv. V 2023.0003) met brede (8 cm) afgeplatte ijzeren punt dient om aardbeien te poten en tegelijk het beschermdoek ter plaatse te doorboren. Een bijzonder model, waarvoor we de benaming plantplankje voorstellen, bestaat uit een houten plank waar, langs de ene zijde, een reeks houten pennen op gelijke afstand in bevestigd is, en die aan de andere zijde, voorzien is van een rechte houten steel (7). Het poothout wordt gebruikt om plant- of pootgaten met gelijke...
Pomplepelboor, -schroefboor, -schulpboor (v.)
Om houten buizen of de buis van een houten pomp uit te hollen, worden avegaars gebruikt waar, tussen boorijzer en kruk, metalen stangen kunnen bijgevoegd worden, zodat de drie tot vijf meter lange stam doorgeboord kan worden (1). In tegenstelling tot de andere avegaars, is de stang van het boorijzer maar enkele centimeter lang (7-15 cm). Zij is rechthoekig gesmeed met een gat, om te passen in de dille van een verlengstuk waarin zij door een ijzeren pen of een bout bevestigd is. De pomplepelboor en de pompschroefboor dienen enkel om een klein gat met steeds dezelfde middellijn te boren. Daarom is het boorijzer soms op een zeer lange stang gesmeed zodat geen verlengstuk nodig is. De kruk is gewoonlijk van hout maar een kruisvormige kruk, gedeeltelijk van metaal, wordt soms aangewend (2). Twee verschillende soorten van boorijzers zijn voor het uithollen van een pompbuis nodig. Een neuslepelboor of een schroefboor (3) om een gat met kleine middellijn door het stuk te boren (4), en een stel...