Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,261 - 3,270 15,388 resultaten gevonden
Lijnrol (o.)
Handwerktuig (ca. 20-35 cm lang) dat de boekbinder gebruikt bij het versieren en vergulden van in leer gebonden boeken, meer bepaald om rechte of gebogen (1) ononderbroken lijnen aan te brengen op het voor- en/of achterplat van het boek. De lijnrol bestaat uit een smal koperen wieltje (diameter ca. 2 - 9 cm) dat in een metalen beugeltje (2) zit; de stang is met een angel bevestigd in een recht, houten of plastic handvat. Dat kan zowel kort (ca. 10 – 15 cm) als lang (tot ca. 33 cm) zijn. Dat laatste is ontworpen om vanuit de schouder te werken zodat er meer druk op het wieltje kan gezet worden. Het wieltje kan vervangbaar zijn. Bij de meeste modellen is het wieltje voorzien van een inkeping al dan niet in V-vorm, om mooi afgewerkte kaders te maken met lijnen in verstek. Voor het aanbrengen van lijnen of motieven op de rug van een boek gebruikt men een filetstempel. Na verhitting wordt het werkend deel over het leer - al dan niet voorzien van bladgoud - gerold, om een motief van 1 tot 4...
Leidekkershamer (m.)
Hamer (400-800 gr) die door de leidekker gebruikt wordt bij het dekken of herstellen van een leiendak. Het is een samengesteld werktuig dat aan één zijde een puntig einde heeft - waarmee gaten voor de spijkers in de leien worden geslagen - en aan de andere zijde een hamereinde waarmee de leinagels in het hout worden geslagen. In het midden, tussen de twee uiteinden, kan er een peervormige uitsnijding aanwezig zijn waarmee nagels kunnen uitgetrokken worden. Een andere mogelijkheid is dat er aan de bovenzijde een uitsprong met een V-vormige uitsnijding is. Tussen het werkend deel en de hamersteel is er - aan één of beide zijden - een scherpe zijde waarmee de leien op maat gekapt worden. Dat gebeurt met behulp van een leidekkersbrug. [MOT]
Lijmijzer (o.)
Het lijmijzer dient tot het warmen van de gestolde lijm onder een fineerblad en desnoods om grote stukken te warmen voor het lijmen (1). Het bestaat uit een metalen rechthoekig blokje (ca. 10/15/1-2 cm), vaak puntig aan het uiteinde, en een schuin (ca. 135°) metalen hecht van ca. 30 cm. Niet zelden wordt voor zwaarder werk een massief strijkijzer of zelfs een biljartstrijkijzer gebruikt. De vakman warmt het ijzer op een kachel en laat het op het fineerblad glijden waar de lijm hard is geworden. Zo nodig drukt hij er met zijn plakhamer (2) op. De week geworden lijm wordt met dat laatste werktuig opengestreken (3). [MOT] (1) VAN KEIRSBILCK 1898: 263. (2) Bv. ROUBO: 3. 852. (3) Nu bestaan er elektrische plakhamers die het lijmijzer vervangen.
Leghaak (m.)
Nadat men met de buizenlepel de drainsleuf nauwkeurig heeft afgewerkt, kan de arbeider, die op de rand van de sleuf - of er dwars over - blijft staan, de draineerbuizen met een leghaak erin laten zakken en ze tegen de andere aandrukken. De leghaak bestaat uit een haaks of C-vormig gebogen ijzeren stang (ca. 20-30 cm) die door middel van een dille aan een lange (ca. 180-230 cm) houten steel is bevestigd. Deze wordt in de holle draineerbuis (buitendoorsnede ca. 7-10 cm; lengte ca. 30 cm) gestoken. Voor het plaatsen van draineerbuizen die met elkaar verbonden worden door een ronde ring, gebruikt men een gelijkaardig model (1) voorzien van twee schijven waarvan de ene in de ring past en de grotere hem tegenhoudt. De afstand tussen beide is gelijk aan de helft van de breedte van de ring zodat deze beide draineerbuizen evenveel zal overlappen. Soms is er maar één enkele schijf (de kleinste). In dat geval is de afstand tussen die schijf en de knik gelijk aan de helft van de breedte van de ring....
Margrietje (v.)
Het margrietje (1) is een metalen, meestal messing, steeksjabloon met een diameter van ca. 5 cm, om met gekleurd garen bloemenmotieven te naaien in de vorm van margrietjes. Deze werden verwerkt in bv. bovenkleding en borduurwerk.Wanneer de bloem is afgewerkt, kan je door een korte draai aan de knop de priempjes naar binnen klikken, zodat de lusjes vrijkomen, waarop je de bloem eenvoudig uit het patroon kan halen (2).Tot hetzelfde doel zijn ook diverse sjablonen en toestelletjes in kunststof ontwikkeld, zowel voor hobbyisten als knutselaars en kinderen. [MOT](1) Eigen benaming onbekend.(2) Het gebruik wordt getoond in deze cataloog uit 1970 en in dit filmpje.
Marmertang (v.)
De marmertang wordt door de marmerwerker gebruikt om stukjes van marmerplaten (tot 3 cm dikte) af te knijpen (1). De oneffenheden worden daarna met het bordijzer verwijderd. De marmertang bestaat uit twee brede (ca. 3 cm) kaken met scherpe snede evenwijdig aan elkaar en haaks op het vlak van het werktuig. De opening tussen de twee kaken kan door stelschroeven aangepast worden van ca. 0,5 cm tot ca. 3 cm. De armen bestaan uit dubbele hefbomen. Zie ook dakpantang en tegeltang. [MOT] (1) Een jop wordt gebruikt bij harde steensoorten en marmerplaten dikker dan 3 cm om de overtollige steen af te slaan met behulp van een steenhouwersvuist.
Manenkam (m.)
Een manenkam is een korte kam met lange dikke tanden (ca. 2 - 3,5 cm lang, 1 mm dik) van hoorn, brons, koper of aluminium waarmee stof en stro uit de manen van een paard verwijderd worden; men raadt af dat werktuig te gebruiken voor de staart omdat het de haren zou uitrukken (1). Een bijzonder model is bevestigd op een kort handvat dat haaks op het vlak van het werktuig ligt (2). Zie ook roskam. [MOT] (1) BENOIST-GIRONIERE: 114. (2) Nouveau Larousse Illustré: s.v. peigne.
Luizenkam (m.)
Een luizenkam is een plastic, hoornen of metalen kam met hele fijne (ca. 1 mm), tegen mekaar staande tanden. Hij wordt gebruikt om neten uit haren te verwijderen. Doordat de tanden tegen mekaar staan, kunnen de neten er niet doorheen en worden ze uit het haar gekamd. [MOT]
Maatlepel (m.)
Lepel (ca. 30 cm lang) met een eivormig blad en een steel met een houten handvat. In het blad zijn vier cirkels gemarkeerd die de maat van thee- en eetlepels aanduiden. Er is een tuitje om het uitschenken te vergemakkelijken. Zie ook sauslepel. [MOT]
Malietang (v.)
De schoenmaker zet de malie of de nestel op de veter met een malieroller of met deze malietang. Hij plaatst dit ijzeren bandje op de veter om het uitrafelen te voorkomen en het rijgen te vergemakkelijken. De kaken zijn licht uitgehold voor de ronding van de nestel. [MOT]