Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,201 - 3,210 15,388 resultaten gevonden
Schrijnwerkersguts (v.)
De schrijnwerkersguts is een hakguts met één vouw aan de binnenzijde, een angel of een dille en een borst, bestemd voor relatief zwaar werk (zie ook hakbeitel), o.a. voor het maken van afgeronde groeven. In tegenstelling tot de steekguts van de houtsnijder (zie houtsnijdersguts) wordt de schrijnwerkersguts geslagen met een hamer. Zij is aan het uiteinde van het hecht meestal voorzien van een beslagring om splijten te voorkomen. Zie ook klompenmakersguts en timmermansguts. [MOT]
Slagstempel (m.)
Metalen stempel die met een hamer geslagen wordt. Het is een metalen staaf van 5-20 cm met de stempel op het uiteinde. De slagstempel dient om een vervaardigd voorwerp te merken. Hoofdzakelijk metalen producten (ijzeren werktuigen, tinnen borden of gouden sieraden) maar ook houten (een meubel (1), een kuip (2), een wagen (3), en soms een gevelde boom (4). [MOT] (1) JANNEAU: 86. (2) LEGROS 1949: 189. (3) MEISCHKE: 37. (4) Zie ook blesbijltje en stempelhamer (houthakker).
Sigarettenvuller (m.)
De sigarettenvuller is een handwerktuig waarmee men lege filtersigaretten kan vullen met tabak. Het is een langwerpige (ca. 10 cm lang) metalen cilinder (ca. 1 cm doorsnede) waar een uitschuifbaar buisje in zit dat men kan openen en vullen met tabak. Eenmaal gevuld klapt men het dicht en schuift men er een lege sigarettenhuls over. Wanneer het buisje terug in de cilinder - waar aan het benedenuiteinde een plaatje zit dat als stamper fungeert - geduwd wordt, komt de tabak in de sigarettenhuls terecht. Modernere modellen zijn van plastic.  De sigarettenvuller is te onderscheiden van de pillenschieter van een dierenarts. [MOT]
Sleutel voor rolschaatsen (m.)
Kleine pijpsleutel gecombineerd met twee ringsleutels of met een schroevendraaier, waarmee de rolschaatsrijder zijn schaatsen aan zijn schoenen aanpast (1). Een ander model bestaat uit een kleine (ca. 12 cm) dunne dubbele ringsleutel. [MOT] (1) Het gaat hier om schaatsen die door middel van riempjes aan de schoenen bevestigd worden.
Slatang (v.)
Met een slatang (ca. 25-35cm lang) kan men makkelijk sla serveren. Ze is veelal van hout, eventueel van plastic of roestvrij metaal. Meestal is één kaak lepelvormig en de andere vorkvormig. Zie ook uitjestang. [MOT]
Slamand (v.)
Komvormig recipiënt van vertinde staaldraad met twee hengsels waarmee men de mand afsluit of opendoet. Stop de gewassen sla erin en zwier de slamand rond; het water zal doorheen de mand naar buiten geslingerd worden. Een modern model is de slacentrifuge. Deze is van plastic en volledig dicht, met een geperforeerd mandje binnenin. Door middel van een krukje worden de tandwielen in het deksel in beweging gebracht; het geperforeerd mandje draait rond en het water wordt eruit geslingerd en opgevangen in de trommel. Het mandje kan ook ronddraaien door aan een touwtje te trekken. [MOT]
Schraapstaal (kuiper) (o.)
Het schraapstaal van een kuiper is een metalen plaatje van ca. 5 bij 10 cm met een bolronde snede, geklemd in een handvat, waarmee de kuiper de holronde duigen afschraapt. Het werktuig wordt bijna verticaal op het hout getrokken. Zie ook het schraapstaal met rechte en holronde snede. [MOT]
Spitsboor (v.)
De spitsboor wordt gebruikt om kleine geboorde of geponste gaten in een dunne ijzeren plaat bij te ronden of wijder te maken door ze er in rond te draaien. Zij bestaat meestal uit een stalen tweebenige haak met vierkante tot achthoekige (of een combinatie) doorsnede die in een punt eindigen. De spitsboor kan ook een stalen staaf met vierkante tot achthoekige doorsnede zijn, eindigend in een punt en aan het andere uiteinde voorzien van een kruk (ca. 8 cm) (1). Het werktuig wordt vaak door de smid zelf gesmeed uit een afgedankte vijl. Zie ook de ruimer, die wordt gebruikt indien er hogere eisen aan de maatnauwkeurigheid en de oppervlaktegesteldheid van de ijzeren platen worden gesteld. [MOT] (1) SALAMAN 1975: 391; ''Catalogue des outils Goldenberg'': 234.
Splijthoutje (o.)
Het splijthoutje dient om tenen, bramen (Rubus) (1) e.d. in drie of vier te splijten. Het is een rond stukje hout, bv. palmhout (Buxus sempervirens), sleedoorn (Prunus spinosa), metaal, been (2) of ivoor (3) van ca. 5-10 cm (doorsnee 1-10 cm), waarin aan een uiteinde, drie of vier driehoekige inkepingen gesneden zijn zodat er drie of vier sneden ontstaan. Sommige splijthoutjes hebben drie inkepingen aan een uiteinde en vier aan het ander. De mandenmaker neemt de teen in zijn linkerhand en splijt er het uiteinde van over 5-10 cm met zijn krommes. Daarna duwt hij de sneden van het splijthoutje in de spleten zodat de teen over de hele lengte open gaat. Elk stuk heeft een driehoekige doorsnee. Wanneer platte banden bekomen moeten worden, wordt het splijthoutje niet gebruikt. De mandenmaker snijdt dan de twijg in en buigt ze op zijn knie om er een stuk van los te maken (bv. met hazelaar, Corylus avellanus) (4). De hoepelmaker splijt meestal op een stuk hout dat in zijn bank steekt (zie hoepelmakersdissel),...
Spitgreepje (o.)
Kleine en lichte spitgreep om in de tuin de grond te verkruimelen rond bomen en struiken. Hij is ook geschikt voor het werken in de borders, perken en plantenbakken. Terreinverzorgers van sportgrasvelden gebruiken dergelijke vork om het water in vochtige zones van een grasveld te laten indringen door gaten in de grond te prikken om het veld speelbaar te maken. Het werktuig bestaat uit vier gesmede of gestanste tanden met een rechthoekige (1 cm bij 0,2 cm) doorsnede en puntig uiteinde. De tanden kunnen zowel plat in het vlak van het blad liggen als haaks gedraaid (1). In dat laatste geval is het de bedoeling de wortels van de planten nog minder te beschadigen. Werkend deel en een houten T-, D- of knopsteel (ca. 80 cm) zijn d.m.v. een dille aan elkaar bevestigd. Te onderscheiden van het wiedvorkje dat een kortere (ca. 15-20 cm) steel heeft en dus al hurkend wordt gebruikt. [MOT] (1) HUXLEY: 122 toont een model waarvan de tanden in twee verschillende vlakken liggen.