werktuig
Plaatschaar (v.)
"Plaatschaar" duidt een aantal scharen aan om blik of dunne (ca. 0,5mm)
metalen platen door te knippen. Als het om dikker materiaal gaat, hakt men
eerst een ruwe snijlijn in met een koubeitel of gebruikt men een
stokschaar. De plaatschaar bestaat uit 2 hefbomen van de eerste soort die
rond een spil draaien. De vrij lange, rechte armen eindigen in ogen of zijn
op het uiteinde licht naar binnen gebogen; bij het Japans model (Japans:
kanekiri hasami) zijn de bladen smaller en de armen gebogen. Er bestaan
verschillende modellen, die soms een eigen benaming dragen, al is het
gebruik ervan niet altijd constant. Met de blikschaar knipt de plaatwerker
rechte sneden in de plaat. De bladen liggen in hetzelfde vlak als de armen
en worden steeds haaks ten opzichte van het materiaal gehouden. Zo voorkom
je ruwe snijkanten in de plaat. Bij een ander model, soms doorloopschaar
genoemd, zijn de arme, gebogen zodat de hand zich een vijftal centimeter
boven de plaat bevindt. Hierdoor kan men langere stukken...