Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,101 - 3,110 15,388 resultaten gevonden
Snijvorm (tegelbakker) (m.)
Hardhouten (bv. eiken) snijmal voorzien van ijzeren randen om slijtage tegen te gaan. Het houten gedeelte is aan de onderzijde licht uitgehold (een paar millimeter) tot op enige centimeters van de randen opdat de snijvorm steeds vlak op de te snijden kleiplaat komt te liggen die gevormd werd in de tegelvorm en na een eerste droging, voldoende gekrompen zal zijn om ze op het juiste formaat te snijden. Zie ook snijvorm voor ventilatiepan. [EMABB]
Smeltlepeltje (o.)
Een smeltlepeltje is een klein metalen of porseleinen vuurvast lepeltje (ca. 15 cm lang) met een uitschenktuitje, dat de edelsmid gebruikt om was in te smelten. Met de was wordt een positief model gemaakt dat - eens gestold - gebruikt zal worden om een negatieve gietvorm te maken; het wederom positieve gietsel in deze mal zal het originele model in ieder detail weergeven. Zie ook smeltkroes. [MOT]
Sondeerijzer (o.)
Ronde of vierkante ijzeren (1) stang (0,80-4 m lang; 1-5 cm dik) eindigend onderaan in een punt en bovenaan in een oog waardoor een stok gestoken wordt dat als handvat dient; bij kleine modellen is het werktuig helemaal van ijzer en T-vormig. “Veelal zijn in de sondeerstaaf op onderlinge afstanden van ongeveer 30 cm, onder een hoek van 45° schuin naar beneden gerichte gaatjes geboord, met een wijdte van ongeveer 8 mm. Bij het uittrekken van de staaf worden deze gaatjes, vooral wanneer de grond nat is, gevuld met grond, zoodat met behulp van de sondeerstaaf dan tevens op afstanden van 30 cm eenvoudige grondmonsters kunnen worden verkregen.” (2) Bij bouw- en dijkwerken wordt het werktuig in de grond gedrukt of geslagen om de bodemgesteldheid en de dikte van de lagen te bepalen. “Uit den weerstand, welke hierbij wordt ondervonden, kan een, zij het eenigszins oppervlakkig denkbeeld worden verkregen van het draagvermogen van den grond en van den aard en van de vastheid van de door het ijzer...
Spaarbord (o.)
De stukadoor schept een hoeveelheid mortel uit de kuip op het spaarbord (1) en brengt de mortel daarna aan op muren en/of plafonds. Het spaarbord kan van verschillende grootte, - van ca. 15 cm bij 15 cm met twee aansluitende opstaande randen van 2,5 cm tot een grootte van 40 cm bij 48 cm met twee aansluitende opstaande randen van 1 cm -, en van verschillend materiaal (zink, plaatijzer, hout of multiplex) zijn. Het kleine spaarbord is voorzien van een rond handvat van ongeveer 11 cm lang en een diameter van ca. 3 cm. Bij het grotere spaarbord is het handvat onder het blad vastgemaakt, maar niet precies in het midden van het spaarbord, zodanig dat een deel van het gewicht op de onderarm van de stukadoor kan rusten. Het spaarbord met kniesteun is ongeveer 30 cm bij 50 cm en heeft hogere randen (ca. 25 cm) dan de twee vorige modellen. De kniesteun is een houten lat van ongeveer 50 cm lang en aan het uiteinde voorzien van een holle uitsparing voor de knie. Dat spaarbord, met meer mortel, plaatst...
Spade (holle) (v.)
Bij drainagewerken wordt de sleuf soms enkel met een tuinspade en een steekspade gegraven. Om het graafwerk te beperken wordt voor de laatste steek echter meestal een holle spade gebruikt die net iets breder is dan de gebakken draineerbuizen. Deze laatste worden dan met een leghaak in de sleuf geplaatst. De witloofteler gebruikt een holle spade om de warmwaterbuizen van het verwarmingssysteem (thermosiphon) in te graven. Het werkend deel van de holle spade is zo'n 60 cm lang en onderaan zo'n 8 cm breed. De steel is zo'n 75 cm lang en eindigt in een D-, T- of bolhandvat, al komt de rechte steel zonder handvat ook voor (1). De snede is rond. "De wegruiming wordt voleindigt by middel eener holle en zeer lange spade… Men maekt nog met die spade twee zydelingsche insnydingen voor dat men de aerde wegneemt; men regelt de schuinte van den steel zoodanig, dat men slechts op den bodem eene breedte overhoudt gelyk aen de buizen…"(2). [MOT] (1) ''Larouse agricole'':s.v. drainage. (2) LECLERC in...
Spaakschaaf (v.)
Ondanks haar naam is de spaakschaaf geen schaaf. Het is een kort stuk hout van ca. 30-40 cm waarop in het midden een ermee evenwijdig lopend scherp blad bevestigd is (vgl. trekschaaf). De afstand tussen blad en hout kan door middel van twee punten of twee schroeven geregeld worden. Het blad is recht of bolrond. De vakman vat de uiteinden met beide handen en trekt het werktuig naar zich toe. Het werkt dus zoals een trekmes (zie glossarium) maar het wordt vooral gebruikt om een stuk glad te snijden (1), terwijl het trekmes ook tot het uitsnijden dient. [MOT] (1) Te vergelijken met de rohkel van de Lappen (MANKER: 191).
Spaghettilepel (m.)
Houten, roestvrijstalen of plastic lepel met lange steel (ca. 25 cm) en 8-10 stompe tanden (ca. 2-3 cm) om spaghetti uit het kokende water te nemen en te laten uitlekken. Sommige modellen zijn voorzien van een opening in het midden van de lepel. Men steekt de spaghettilepel in de pan van de pas gekookte spaghetti en draait er mee rond zodat de tanden de slierten spaghetti meenemen. Haal het geheel boven de pan om het te laten uitlekken. Zie ook spaghettitang die wordt gebruikt nadat de spaghetti in een vergiet is uitgelekt. [MOT]
Snijvorm voor ventilatiepan / Snijvorm voor duivenpan (m.)
Houten, vlakke snijmal aan de bovenkant voorzien van een klein houten blokje als handvat. De pannenbakker gebruikt deze mal om de juiste vorm en oppervlakte uit een kleiplaat te snijden. Vervolgens maakt hij hiermee het kapje van een ventilate- of duivenpan. In tegenstelling tot de snijvorm van de tegelbakker (zie snijvorm (tegelbakker)) wordt deze mal niet voorzien van metalen randen om slijtage tegen te gaan. Dat is niet nodig daar de productie van ventilatie- en duivenpannen eerder klein is. Zie ook vorm voor ventilatiepan. [EMABB]
Spadevorm (m.)
Hulpmiddel dat de smid gebruikt bij het smeden van sommige spaden en schoppen, gemaakt uit twee stukken ijzer. De twee stukken worden aan elkaar gesmeed en er wordt met de voorhamer vanuit het midden, waar een verdikking blijft, gewerkt naar de kanten toe voor het uitsmeden. Nadien worden de rug en het blad opgewerkt en de dille, die hier in de spade loopt, wordt met behulp van de spadevorm uitgezet (1). De spadevorm bestaat uit een stalen staaf (diam. ca. 3,5cm) die aan het uiteinde in de vorm van een driehoek is uitgesmeed en naar de zijkanten toe dun uitloopt. Het is deze vorm die de dille van de spade gaat aannemen. De onderzijde van de driehoek is vlak, de bovenzijde bol. [MOT] (1) VAN DONGEN: 210.
Spaghettitang (v.)
Met deze tang grijpt men de spaghetti uit de kom om ze op de borden te scheppen. De kaken zijn breed en getand om de bovenste laag spaghetti te vatten. Wanneer men te diep grijpt, is de spaghetti moeilijk te vatten of neemt men teveel ineens mee. De kaken staan licht schuin op de as zodat men makkelijk in de kom kan en toch de volle breedte van de kaken kan benutten. Zie ook spaghettilepel. [MOT]