Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 3,061 - 3,070 15,388 resultaten gevonden
Ontzegelmes (o.)
Alvorens de honingraten in de honingslinger te plaatsen om de honing vrij te maken, moet de imker ze ontzegelen, d.w.z. de wasdekseltjes of zegels van de honingraten verwijderen. Dat gebeurt met een ontzegelvork of een ontzegelmes. Het ontzegelmes heeft een langwerpig (ca. 20 - 30 cm) blad (breedte ca. 4 - 5,5 cm; dikte ca. 1,5 - 2 mm) dat spits uitloopt, langs beide zijden voorzien van een afgeschuinde snede en met een omgebogen steel aan een kort recht hecht bevestigd is; het lijkt op de pannenstrijker van de dekker, maar is lichter. Een ander model ontzegelmes heeft een vrij onbuigzaam, recht en lang (20 à 30 cm) blad, waarvan rug en snede parallel lopen. Het blad heeft een stomp of spits uiteinde dat al dan niet licht omhoog staat. De snede is afgeschuind en soms voorzien van tanden. Het blad is bevestigd aan een recht hecht. Dit mes mag niet verward worden met het broodmes. Nog een ander ontzegelmes heeft een hecht aan beide uiteinden van het blad zodat het met twee handen gehanteerd...
Onthaker (m.)
De onthaker wordt gebruikt om een haak uit de bek van een gevangen vis te verwijderen. De metalen pen (ca. 12 cm) heeft een afgeplat uiteinde (ca. 1,5 cm) dat voorzien is van een V-vormige inkeping. De V-vormige inkeping wordt op de bocht van de haak geplaatst en teruggeduwd tot de haak loskomt. De onthaker kan ook een uiteinde hebben in de vorm van een holle, recht afgesneden verdikking (3 mm) waarin een schuine snede is aangebracht. Voor het onthaken van de vis brengt men de lijn boven de haak in de snede, waarna de onthaker zelf zijn weg zoekt naar de haak, geleid door de lijn. Er bestaat ook een vouwbaar model (1). Sommige modellen worden door de visser zelf gemaakt uit ijzerdraad. De onthaker ontbreekt zelden aan het vissersknipmes. [MOT] (1) F. BIGUET, ''La pêche à la ligne d'aujourd'hui'', Paris, s.d.: 109.
Oorlepeltje (o.)
Houten, benen, koperen of zilveren werktuigje met aan het uiteinde een kleine spatel of lepeltje om o.a. het oorsmeer uit de oren te halen. (1) Meestal is het oorlepeltje gecombineerd met een ander toiletartikel zoals een tandenstoker, een vijl, enz. Hij kan ook worden vergezeld door een kleine spons om de oren schoon te maken. Soms is hij gemaakt van een spijker bevestigd aan een metalen handvat. (2) [MOT] (1) WNT s.v. oorlepel vermeldt: “In sommige gevallen wordt dit (t. w. het onderzoek van den gehoorgang) … belet door vreemde lichamen, vooral door oorsmeer, slijm of etter, die men … door inspuitingen met lauw water of een oorlepeltje moet verwijderen.” SWAAGMAN, Oorheelk. 68. (2) ARMINJON & BLONDEL: 320.
Oogstmes voor paddenstoelen (o.)
Wie in het bos of in een weide eetbare paddenstoelen oogst, snijdt ze met een mes tegen de grond af (behalve wanneer het om plaatzwammen gaat, die uitgegraven moeten worden). Hij of zij maakt ze ter plaatste schoon. Daarvoor bestaat een speciaal hang- of knipmes, dat een samengesteld werktuig is, met een lemmet om de steel van de paddenstoel af te snijden en een borstel van everzwijnhaar om aarde en vuil te verwijderen; die borstel is al dan niet inklapbaar. Op de rug van het blad zijn er soms tandjes om grover vuil te verwijderen of, volgens sommigen, de buitenlaag van de huid (het cuticula)(1). [MOT] (1) http://www.opinel.com/ (november 2009).
Opruimtang (v.)
Na het snijden met de lodenpijpsnijtang verwijdt de loodgieter de opening van een loden buis om een andere loden buis erin te kunnen solderen. Men kan een opruimkegel, een looduitdrijver, een mofhout of een opruimtang gebruiken. De bek van deze laatste is meestal kegelvormig - sommige zijn cilindrisch - en gaat open wanneer men de armen samendrukt. De kaken van de kegelvormige tang blijven parallel doordat de ze bovenaan op de armen zelf vastgemaakt zijn en onderaan met een staaf op de andere arm vastzitten. Wanneer men de armen samendrukt, trekken de armen de kaken bovenaan open en duwen de staven de kaken onderaan open. De voet van de kegel is immers veel breder en kan dus niet rechtstreeks op de armen gemonteerd worden. [MOT]
Rakelijzer (o.)
Ijzeren staaf met een haaks omgebogen uiteinde (ca. 15 cm) waarop een metalen plaatje (1) (ca. 15-30 cm lang; 3-6 cm breed) kan gelast zijn, en waarmee kolen in de broodoven of de verwarmingsketel omgeroerd, of eruit getrokken worden. Het rakelijzer voor de oven (ca. 75-100 cm) is meestal voorzien van een dille waarin een lange houten steel (ca. 1-2 m) steekt. Het werktuig voor de verwarmingsketel is geheel van metaal, 90 à 120 cm lang en eindigt in een ring; het maakt vaak deel uit van een stel van drie of vier werktuigen: een rakelijzer, een pook, een vuurschop (stoker) en een sinteltang. Het rakelijzer is niet te verwarren met de schuimschraper. [MOT] (1) Volgens Weyns (1974: 881) bestaat astrekker of trekker ook uit een houten plaatje.
Radeermesje (o.)
Er bestaan verschillende modellen radeermesjes. Ze worden op kantoor gebruikt om potloodlijnen of inktvlekken van het papier af te krabben. Er is een licht (ca. 20 gr), plat mes met lang hecht (ca. 13 cm) en bladvormig lemmet, dat aan beide zijden snijdt. Een tweede model heeft een langwerpig lemmet met een vrij korte, stomp uitlopende punt (ca. 1,5 cm) en slechts één snijdende zijde. Een derde model bestaat uit één geheel met twee snijdende uiteinden. Het ene uiteinde heeft een mesje in een hoek van 45°, het andere uiteinde lijkt op een lancet. Twee rechthoekige, houten dekplaatjes - in het midden van het mes - dienen als handvat. Dan bestaat er nog een heel klein radeermesje (niet langer dan 10 cm) met een klein lemmet van ca. 3 cm lang. Het hecht is zo uitgehold dat men het stevig tussen duim en wijsvinger kan vasthouden. Om te raderen houdt men het mes horizontaal, maar het blad verticaal, en schraapt met kleine bewegingen over het papier. Het scherpe radeermesje wordt ook gebruikt...
Randwieltje (o.)
Het randwieltje heeft een gegroefd, metalen wieltje (ca. 1,5-2 cm doorsnede) dat bevestigd is aan een metalen, soms lichtjes gebogen schacht die voorzien is van een houten handvat. De totale lengte bedraagt ongeveer 14-18 cm en het wieltje is voorzien van 3 tot 7 groefjes per centimeter. De schoenmaker gebruikt het randwieltje om op de bovenrand van de schoenzool een handgenaaide naad te imiteren of om de steken op die rand vast te zetten; het wordt steeds verwarmd voor gebruik. Er bestaan ook randwieltjes met verwisselbare wieltjes. Veelal is het houten handvat hol en kan het los geschroefd worden zodat de wieltjes erin opgeborgen kunnen worden. Het wieltje zelf wordt op zijn plaats gehouden door een beweegbaar haakje, dat zich omheen de as sluit. [MOT]
Radertje voor naden (o.)
Hard radertje van ca. 3-6 cm breed, gebruikt om de naden tussen de banen behangpapier aan te drukken; bij reliëfpapier gebruikt men hiervoor een zachte behangersborstel omdat het radertje voor naden het reliëf plat drukt. Het werkend deel kan uit plastic, metaal, hout, been of ivoor (1) gemaakt zijn. Om het behangpapier op de muur glad te strijken, bestaan er radertjes die breder zijn en met een zacht materiaal, zoals vilt of flannel, overtrokken zijn (2). [MOT] (1) SELLENS: 315. (2) SELLENS: 315.
Rattenstaart (m.)
De rattenstaart (1) is een kegelvormige of cilindrische vijl of rasp. De eerste dient om sommige zagen met grote tanden, bv. een kraanzaag, te scherpen, de tweede om kleine gaten of bogen te zuiveren.De rattenstaart is te onderscheiden van de boorzaag. [MOT] (1) Fr.: queue-de-rat, ook ramasse (bv. N.L.I.) om de lange cilindrische rasp aan te duiden waarmee de holte voor de laadstok van het geweer breder gemaakt werd.