Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 2,971 - 2,980 15,388 resultaten gevonden
Roskam (m.)
Om paard of koe te reinigen, gebruikt men een roskam. Het grove ingedroogde vuil kan ermee zachtjes van de huid worden gekrabd. Met de roskam opent men tevens de zweetgaten van de paardenhuid (1). De roskam bestaat uit een metalen plaat met twee tot acht rijen korte (ca. 3 mm) stompe tanden en een handvat (ca. 10 cm) of riem om de hand door te steken. Het werkend deel kan verschillende vormen hebben. Zo kan het bestaan uit getande plaatjes die evenwijdig in een houten of aan een ijzeren plaatje of kader (ca. 15 bij 10 cm) zijn bevestigd. Ook kan het een halfcilindrisch plaatje zijn, waar beide zijden getand zijn of bestaan uit verschillende getande ringen die op een plaatje of dwarsbalkje bevestigd zijn. Tegenwoordig wordt ook een rubberen schijfje met nopjes gebruikt. De roskam kan gecombineerd zijn met een manenkam, waarvan de stompe tanden veel langer zijn. Te onderscheiden van de zachte paardenborstel, gebruikt om het korte haar van het paard te reinigen en glad te wrijven. [MOT]...
Rondbektang (v.)
Dunne metaaldraad buigt men met een tang. Naargelang men een hoek of een boog wenst te bekomen, gebruikt men een tang met een platte (zie platbektang) of ronde bek. De kaken van de rondbektang zijn soms vrij lang en niet konisch, zodat ze bestaan uit twee ronde staven. De dikte van de staven varieert naargelang de draad en de gewenste boog. Zie ook combinatietang. [MOT]
Rondmes (o.)
Het rondmes wordt gebruikt door de lederbewerker en in het bijzonder door de zadelmaker, om stug leder op maat te snijden. Het heeft een halfcirkelvormig blad (ca. 20 cm) en een recht hecht dat precies boven het midden van het blad is aangehecht. Bij het middeleeuwse rondmes staat het hecht horizontaal t.o.v. de bovenzijde van het blad. Men kan met dit mes een lange, mooie snede mee maken, terwijl de hand volle drukkracht uitoefent. De hoek van het rondmes plaatst men op het leder en meegaand met de omtrek van het mes, snijdt men het leder op de gemarkeerde lijn door. Bij het eindpunt wordt het mes opnieuw neergezet tot de gehele snede is uitgevoerd. Het mes horizontaal houdend, snijdt men in de dikte van het leder of schuint men de rand af. [MOT]
Roomhoornvorm (m.)
Metalen kegel (ca. 10-13 cm) om roomhoorns te vormen. De roomhoornvorm wordt ingevet en een reep bladerdeeg wordt er in een spiraal - beginnend aan de top van de kegel - omheen gelegd. Na het bakken kan de vorm worden verwijderd en het gebak gevuld worden met room. Men kan de roomhoornvorm ook gebruiken om: "hoornen van biscuitdeeg te maken. daarvoor kan men hetzelfde recept nemen als voor amandelkrullen waarbij men het nog warme gebak om de vorm buigt." (1). Zie ook spuitzak. [MOT] (1) CAMPBELL: 169.
Rooiijzer (m.)
Om de grienden te onderhouden, gebruikt de griendwerker naast een steekspade en een aks ook een rooiijzer om dode stoven te rooien door de dikke wortels ervan door te steken en nadien ermee door de kop van de stoof te beuken. Dat om laatstgenoemde om zijn as te kunnen draaien, totdat de stronk los van zijn wortels is geraakt. Het rooiijzer wordt ook gebruikt om stronken te kloven (1) om brandhout te maken. Het rooiijzer bestaat uit een ijzeren stang (ca. 100-110 cm lang; gewicht 6-8 kg) waarvan één uiteinde (ca. 30 cm bij 5,5 cm) beitelvormig is en het andere in een ring of een (houten) D-handvat eindigt. Een ander model heeft een werkend deel dat naar de snede toe breder wordt (breedte ca. 8 cm). [MOT] (1) VINK: 16.
Rondeel (m.)
De rondeel is een metalen beitel met afgerond of gebogen snijvlak. Modellen met een houten hecht dienen eerder voor zachte steensoorten zoals mergel. Beeldhouwers gebruiken de rondeel bij het uithouwen van gebogen groeven, zoals de haren of ogen aan een beeld. De steenhouwer hanteert hem onder meer bij het uithouwen van rondingen en dorpels met een waterhol, een groef om te vermijden dat regenwater langs de muur afloopt. [MOT]
Rolschuier (m.)
Met een rolschuier verwijdert men kruimels van tapijten. Hij heeft één of meerdere rolborstels in een houten of metalen frame, bevestigd aan een lange (ca. 1-1,20 m) steel. Wanneer men daarmee over het tapijt rolt, worden de kruimels door de draaiende borstels opgenomen en komen ze terecht in een vergaarbakje dat zich in het frame bevindt. Voor het verwijderen van kruimels van tafellakens bestaat eenzelfde soort werktuig maar dan kleiner (zie rolschuiertje). [MOT]
Rolschuiertje (o.)
Met een rolschuiertje kan men makkelijk kruimels van stoffen tafellakens vegen. Het bestaat uit een rolborstel in een plastic of metalen frame, met of zonder handvat. Wanneer men met de borstel over de kruimels veegt, worden deze opgenomen en komen ze terecht in een vergaarbakje dat zich in het frame bevindt. Zie ook rolschuier, kruimelveger en kruimelschuier. [MOT]
Ruimer (m.)
Indien hoge eisen worden gesteld ten aanzien van maatnauwkeurigheid en oppervlaktegesteldheid van machineonderdelen, geweerlopen of ijzeren constructies wordt een ruimer gebruikt om geboorde gaten zuiver rond te maken, op de juiste maat te brengen, en hun wand een zuiver en glad oppervlak te geven. De ruimer bestaat hoofdzakelijk uit een stalen licht conische cilinder (lengte ca. 5-45 cm; diam. ca. 0,5-60 mm) waarvan het werkend deel voorzien is van 3 tot 18 gefreesde groeven die rechte of spiraalvormige snijkanten vormen. Voor het maken van conische gaten bestaan er tapse ruimers met een drietal spiraalvormige snijkanten. Er bestaan verstelbare modellen (lengte ca. 10-50 cm; diam. ca 8-55 mm; maximale verplaatsing van de messen bedraagt 0,01 mm), waarbij verschillende diameters kunnen worden ingesteld door 2 moeren te verstellen. Bij een ander model, ook wel Berg's ruimer genoemd, is onder de drie snijkanten een fijne schroefdraad aangebracht (1), waardoor hij zichzelf dieper in het...
Rugzaag (v.)
De rugzaag dient om kleine stukken zonder splinters te zagen. Het is een handzaag met pistoolkolf (zie glossarium), waarvan het rechthoekig dun blad van 20-50 cm, kleine tanden heeft. Dat blad wordt door een zaaglade stijf gehouden, d.i. een omgeplooide smalle plaat die op de rug bevestigd is. Soms ook is de rug zelf dikker gesmeed. Het rugzaagje (1) heeft dezelfde bestemming maar is korter (13-25 cm) en heeft een soms verstelbaar recht hecht dat in hetzelfde of in een evenwijdig (2) vlak ligt als het blad. Bij het innaaien van boeken op touwen (3) gebruikt de boekbinder het rugzaagje om haaks op de rug van het boekblok zaagsneden te voorzien waarin de touwen vallen. [MOT] (1) Ook verstekzaag (MERTENS 1956: 1.31); verstekzaagje, fijn handzaagje (JORIS & ROUSSEAU: 29); fineerzaag, modelmakerstoffelzaag (Tech-term: 23); fijnzaag (LOMBAERT: 50);toffelzaagje (POLLING: 178). (2) Soms verstektoffelzaag genoemd (Tech-term: 23). (3) Ook verzonken binding genoemd.