werktuig
Wafelijzer (o.)
Vroeger bakte men wafels met twee soorten wafelijzers. Het éne is een vrij
grote tang (ca. 35-100 cm lang) met gekruiste armen en een bek met platte,
rechthoekige of ronde kaken (ca. 13-27 cm breed); bij het andere hebben de
kaken opzij een scharnier zodat ze als een boek opengaan. De grootte van de
bek varieert en de kaken kunnen aan de binnenzijde vlak of met vierkantige
nopjes bedekt zijn, respectievelijk om dunne, vrij harde wafels en dikke,
zachte wafels te bakken. Bij sommige wafelijzers met rechthoekige kaken is
het mogelijk om twee wafels tegelijk te bakken. In de kaken kunnen ook
motieven uitgespaard zijn, bv. om hartvormige wafeltjes te bekomen. Het
tangvormig wafelijzer werd op een drievoet boven het vuur geplaatst; het
andere model in een steun op de kachel gelegd. De armen hebben vaak een
ring- of knopvormig uiteinde; soms is één van de armen voorzien van een
ovaal, scharnierend oog of slot om beide steeleinden te kunnen samen
hechten. Zie ook het hostie-ijzer en tosti-ijzer....