Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 2,911 - 2,920 15,388 resultaten gevonden
Voorboor (v.)
De voorboor is een avegaar waarvan het plat boorijzer op het einde breder wordt en in een schroefvormige punt eindigt. Het werktuig is niet te verwarren met de verzinkboor (zie glossarium), die veel kleiner is en nooit op een kruk bevestigd is. De voorboor dient om gaten aan te boren die met de lepelboor gemaakt zullen worden. Deze laatste boor heeft inderdaad de neiging om op een plat vlak weg te glijden. De voorboor wordt slechts voor grote gaten gebruikt, voor kleine gebruikt men de fretboor (1). [MOT] (1) Voorboor en amorçoir duiden dan ook de fretboor aan.
Vulstok (m.)
Zadelmakerswerktuig dat bestaat uit een lange (ca. 35-55 cm), meestal ijzeren, soms houten schacht, die in doorsnede rechthoekig of rond is en die eindigt in één of meerdere V-vormige uitsnijdingen. De schacht kan recht of gebogen zijn en is meestal gevat in een kort, vaak knopvormig handvat. Met de vulstok wordt wol, vlokwol of stro in bepaalde delen van het zadel of harnas geduwd. Dat fungeert als kussen zodat het paard geen verwondingen kan oplopen en de ruiter wat comfortabeler kan rijden. [MOT]
Voorsnijvork (v.)
Wanneer men een groot stuk vlees voorsnijdt met een voorsnijmes kan men dat vlees vasthouden met een voorsnijvork. Ze heeft vrij lange (ca. 7-10 cm) - meestal drie - stevige tanden en een hecht van plastic, hout, hertshoorn, roestvrij staal, zilver of ivoor. Tussen lemmet en hecht is er veelal een stootplaatje ter bescherming van de hand als het mes zou uitschieten; vaak is er ook een uitklapbaar staafje opdat de vork niet te diep in het vlees zou binnendringen. Zie ook voorsnijtang. [MOT]
Vorm voor kartonnen dozen (m.)
Houten vorm die gebruikt wordt om kartonnen dozen te maken. Hij heeft de vorm van de binnenkant van de te maken doos. Er worden in lijm geweekte reepjes papier op geplakt totdat de gewenste dikte is bereikt. Wanneer de kartonnen doos droog is, wordt ze met een laag vernis bedekt om de onvolmaaktheden te maskeren en vervolgens met de hand versierd (1). [MOT] (1) Deze wijze om kartonnen dozen te maken zou uit de 12de eeuw stammen. Pas in de 18de eeuw zou men gebruik gaan maken van holle vormen, die dus de vorm van de buitenkant van de te maken doos hebben (BRUYEZ: 89).
Voorsnijtang (v.)
De voorsnijtang laat toe om een stuk gebraad vast te klemmen, zodat men het makkelijk kan snijden. De kaken zijn vrij groot, breed en gebogen. Ze bestaan uit staven, die op regelmatige afstand van elkaar staan. Men kan met een mes tussen de staven snijden om schijven van dezelfde dikte te bekomen.  Zie ook de voorsnijvork en het voorsnijmes. [MOT]
Vorm voor ventilatiepan / Vorm voor duivenpan (m.)
Vol houten vorm met een kort rond hecht, waarop de kap van een ventilatie- of een duivenpan gemaakt wordt. De pannenbakker legt de met de snijvorm (snijvorm voor ventilatiepan) uitgesneden kleiplaat op deze vorm en de bekomen kap wordt dan aan de dakpan, voorzien van een opening, bevestigd. [EMABB]
Vliegenjager (m.)
De vliegenjager is gemaakt van een paardenstaart gebonden op een steel van 20-30 cm. Met dat werktuig verjaagt men de vliegen bij het beslaan of verzorgen van zenuwachtige paarden. Het werktuig is te onderscheiden van de vliegenmepper waarmee de vliegen gedood worden. [MOT]
Vuist (metselaar) (v.)
Een vuist is een stalen hamer (ca. 1-2 kg) met twee vierkante, vlakke banen waarvan de hoeken meestal zijn afgeschuind, en korte (ca. 20 cm) steel. De metselaar gebruikt de vuist voor sloopwerk. Hierbij slaat hij met de hamer op het breekijzer. Te onderscheiden van de moker die zwaarder is en een langere steel heeft. [MOT]
Vouwbeen (o.)
Langwerpig (ca. 15-20 cm lang; ca. 2-3 cm breed; ca. 0,5 cm dik) meestal benen, maar eventueel ook hoornen, houten (1) of ivoren werktuig met afgeronde randen en waarvan één korte zijde spitser is dan de andere. Het vouwbeen wordt hoofdzakelijk gebruikt om vouwen of plooien te wrijven in papier of leder. Het model uit buxus wordt vooral gebruikt voor het vouwen van vellen die uit de bedrukking komen (2). Het benen vouwbeen wordt door de boekbinder gebruikt om de hoekjes en randen van de omslag van een boek plat te strijken en om de vouw in de rug aan te drukken (3). Het is van been omdat dit materiaal geen blijvend vouwteken achterlaat in het papier of het leder. Volgens FRUMEAU: 55 is het vouwbeen ook geschikt om als griefpasser te gebruiken (4). Zie ook briefopener en likbeen. [MOT] (1) KIEL: 127; "Een vouwbeen is gemakkelijk te maken uit een hardhouten latje (eiken, beuken of bij voorkeur esdoorn) ..." (2) CHANAT: 25. (3) Ook bij het omboeken. Dit is het omvouwen en vlak kloppen of...
Wafelijzer (o.)
Vroeger bakte men wafels met twee soorten wafelijzers. Het éne is een vrij grote tang (ca. 35-100 cm lang) met gekruiste armen en een bek met platte, rechthoekige of ronde kaken (ca. 13-27 cm breed); bij het andere hebben de kaken opzij een scharnier zodat ze als een boek opengaan. De grootte van de bek varieert en de kaken kunnen aan de binnenzijde vlak of met vierkantige nopjes bedekt zijn, respectievelijk om dunne, vrij harde wafels en dikke, zachte wafels te bakken. Bij sommige wafelijzers met rechthoekige kaken is het mogelijk om twee wafels tegelijk te bakken. In de kaken kunnen ook motieven uitgespaard zijn, bv. om hartvormige wafeltjes te bekomen. Het tangvormig wafelijzer werd op een drievoet boven het vuur geplaatst; het andere model in een steun op de kachel gelegd. De armen hebben vaak een ring- of knopvormig uiteinde; soms is één van de armen voorzien van een ovaal, scharnierend oog of slot om beide steeleinden te kunnen samen hechten. Zie ook het hostie-ijzer en tosti-ijzer....