Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 2,851 - 2,860 15,388 resultaten gevonden
Puntbeitel (m.)
De puntbeitel is een metalen beitel zonder hecht (ca. 20-30 cm en meer) met een spitse punt die de vorm heeft van een piramide met vier zijden. De doorsnede varieert van 8 mm tot 1,5 cm. De steenhouwer gebruikt hem om steen te bewerken (te “spitsen”, te “punteren”) tot een vrij ruw oppervlak met duidelijke puntindrukken, soms in een waaiervorm. De beeldhouwer gebruikt hem om de grote overtollige delen van het steenblok weg te slaan en zo de eerste ruwe vorm aan het beeld te geven. De puntbeitel wordt beslagen met een houten steenhouwersklopper of een steenhouwersvuist. [MOT]
Puntschaaf (v.)
De puntschaaf dient om driehoekige groeven uit te schaven. Het is een boorschaaf waarvan het blok onderaan een driehoekige doorsnede heeft. De eveneens driehoekige schaafbeitel, met de punt naar beneden, heeft twee scherpe zijden. Een verstelbare geleider, een enkele of dubbele (1) aanslag bepalen de diepte van de groef. Deze schaaf wordt op een veerploeg bevestigd. [MOT] (1) Bv. CHRISTIAN: pl. 4.5.
Pureezeef (v.)
Metalen zeef (ca. 15-35 cm) die conisch of bolrond is en waarmee men met behulp van een houten, respectievelijk kegelvormige of bolronde, stamper (zie ook pureestamper) gekookte aardappelen of andere groenten doorheen duwt, om puree te bekomen. De kegelvormige stamper past met zijn smal uiteinde in de bodem van de zeef en wordt langs de randen gerold; de bolronde stamper wordt met lichte druk over de zeefbodem heen een weer bewogen. De kegelvormige zeven hebben veelal een onderstel zodat ze over een pan kunnen gezet worden; ze kunnen ook een handvat hebben. De bolronde hebben twee handvatten waarmee ze over een pan gezet kunnen worden. Zie ook pureeknijper. [MOT]
Radijssnijder (m.)
Tangvormig instrument waarvan één kaak schepvormig is en één cirkelvormig met centraal een cirkelvormig mesje waarrond straalsgewijs een achttal mesjes gegroepeerd zijn. Aan het uiteinde is er een V-vormig mesje. Wanneer men een radijs in de schepvormige kaak plaatst en de tang vervolgens toeknijpt, dringen de mesjes in de radijs en wordt zij in bloemvorm uitgesneden. Met het V-vormig mesje kan men driehoekige stukjes uit de rand van de schil van uitgeholde citrusvruchten snijden. [MOT]
Pureeknijper (m.)
Aardappelen kan men makkelijker tot puree verwerken met een pureeknijper. Men plaatst de gekookte aardappelen in de houder en knijpt de tang dicht. De aardappelen worden door de gaatjes van de aardappelknijper gedrukt. Zie ook pureezeef. [MOT]
Riffelrasp (v.) / Riffelvijl (v.)
Riffelraspen en riffelvijlen bestaan in een grote verscheidenheid van vormen, grootten (ca. 12 tot 50 cm) en groften. Meestal hebben beide uiteinden van het werktuig een gebogen werkend deel, maar er bestaan ook modellen met een angel waarop een hecht steekt. De gebogen vorm maakt het mogelijk ingewikkelde profielen en moeilijk te bereiken hoekjes en bochtjes af te werken in hout, steen, gips en metaal. [MOT]
Ruitersknipmes (o.)
Het ruitersknipmes is een samengesteld handwerktuig waarbij een hoefkrabber en tenminste één lemmet van ongeveer 7 cm lang om bijvoorbeeld riemen en touwen door te snijden nooit ontbreken. De hoefkrabber mag men niet verwarren met de kleinere wildhaak van het jachtknipmes of de haak aan het vissersknipmes om een vislijn binnen te halen. Soms vindt men bij het ruitersknipmes nog een hoefmes voor paarden om overtollig hoorn van de hoef te verwijderen, en een scherpe metalen priem van ongeveer 3,5 cm lengte om gaten in het lederen tuig van het paard bij te maken. Een laatmes en een manenkam kunnen het ruitersknipmes nog vervolledigen (1). Al deze werktuigen worden veilig in het hecht gevouwen dat uit hoorn, been, hout of plastic is vervaardigd. Zie ook zakmes. [MOT] (1) Een pincet zoals op inv. nr. MOT V 2005.0013 lijkt vrij weinig courant.
Schalmentang (v.)
Zakuurwerken hingen doorgaans aan een ketting. De schalmentang opende of sloot de ring waaraan de ketting van het uurwerk bevestigd was. De kaken zijn halfrond en puntig. Eén kaak heeft een dwarse groef bovenaan aan de buitenzijde en een dwarse groef aan de binnenzijde. De andere kaak heeft drie dwarse groeven van verschillende doorsnede aan de binnenzijde. Zo kon men de ring makkelijk tussen de tang klemmen om de ring te sluiten. Wanneer men de ring over de kaken schoof, kon men de vorm aanpassen door de tang te openen. Er bestaan ook samengestelde schalmentangen: de tang met gekruiste armen heeft een kegelvormige kaak met een haakje op het einde. De andere draagt een koperen kussen met dwarse groeven van verschillende doorsnede. Daarmee kan men de schalm van een uurwerk buigen. Op de arm met kussen is een 'derde kaak' los bevestigd, die in een haakje eindigt. Drukt men de tang dicht, dan verwijdert men de twee haakjes van elkaar en kan men een ring opentrekken. De tang met evenwijdige...
Ratelboor (metaal) (v.)
Metaalboor met aan het ene uiteinde een punt met verstelschroef en aan het andere uiteinde een boorhouder met tussenin een palrad met pal en handgreep dat als hefboom dienst doet. De ratelboor wordt door de smid gebruikt voor grote stukken die niet op de tafel van de boormachine geplaatst kunnen worden. Ook om gaten te boren in trein- of tramsporen. Bij het boren wordt de ratelboor in een boorbeugel en tegen het werkstuk geklemd. Door de hefboom met de klok mee te draaien, komt het boorijzer in beweging en snijdt aldus een gat in het werkstuk. Bij het tegen de klok in draaien van de hefboom blijft het boorijzer staan en glijdt de pal over de tanden van het rad wat een ratelend geluid veroorzaakt. Zie ook ratelboor (hout). [MOT]
Schalmmes (o.)
Dit handwerktuig lijkt op een rechthoekig plamuurmes, maar heeft een stijf blad eindigend in een snijdende hoek van 45°. De lederbewerker, i.c. de schoenmaker, gebruikt het mes om leder te splijten, af te schaven of schuin af te steken, al naargelang hoe hij het mes vasthoudt. Bij het splijten wordt het lemmet horizontaal gehouden om in de dikte van het leder te kunnen snijden. Bij het schaven of schuin afsteken houdt men het mes schuin t.o.v. het lederen oppervlak. Het mes kan wat de bestemming betreft, vergeleken worden met het schoenmakersmes. Het werktuig is te onderscheiden van het schaafmes. [MOT]