Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 2,841 - 2,850 15,388 resultaten gevonden
Moutspaan (v.)
Tijdens het brouwen van bier wordt het gemalen mout beslaan, d.i. met water in de beslagkuip dooreen gemengd en opgeschud, met de moutspaan. De moutspaan bestaat uit een plat blad (ca. 25-30 cm bij 15-20 cm) in de vorm van een rooster, dat door middel van een dille aan een dikke (ca. 3-5 cm) en lange (ca. 180 cm) houten steel is bevestigd. Het kan ook een geheel houten werktuig zijn, met nagenoeg dezelfde vorm. [MOT]
Mofhout (o.)/Mofstang (v.)
Na het snijden van een loden buis met de lodenpijpsnijtang, verwijdt de loodgieter de opening om er een andere pijp in te kunnen solderen. Dit kan gebeuren met een opruimtang, een opruimkegel, een looduitdrijver of een mofhout. Dat laatste is een monoxiel cilindrisch werktuig uit palm- of azijnhout waarvan één helft een kleinere doorsnede heeft dan de andere helft. Indien het werktuig uit ijzer is vervaardigd, wordt het mofstang genoemd. Het mofhout/de mofstang wordt met het smalste gedeelte in de loden pijp gestoken; wanneer men het verder klopt, verwijden de afgeronde schouders tussen het smalle en het dikkere deel van het mofhout de pijp. De afmetingen van het mofhout/de mofstang variëren naargelang de doorsnede van de te verwijden pijp. [MOT]
Moker (m.)
De moker is een zware metalen hamer (tot 15 kg) met lange steel (ca. 80 cm) voor allerlei doeleinden. Hij wordt door vele vaklui gebruikt. Er schijnt geen vorm te bestaan die eigen is aan de houtbewerkers maar ze geven de voorkeur aan mokers met dubbele baan. De steenhouwer hanteert een moker om de wigvormige kielen in een rots te slaan om een groot blok natuursteen los te maken uit het vaste gesteente. Te onderscheiden van de vuist (metselaar) die lichter is en een kortere steel heeft. [MOT]
Loodlepel (m.)
De loodlepel is een ijzeren lepel die op de pollepel gelijkt, maar zwaarder is (ca. 450-2700 gr) en die de loodgieter gebruikt om vloeiend lood uit de ketel te scheppen. De steel ligt in hetzelfde vlak als de schep, die één of twee uitschenktuiten heeft. De steel is van ijzer met eventueel een houten handvat of ijzerdraad dat in een veer rond het uiteinde van de steel gedraaid is tegen de warmte. [MOT]
Mosselmesje (o.)
Mosselen hebben sterke sluitspieren; bij het koken gaat de schelp open. Om levende mosselen te openen, gebruikt men een mosselmesje. Het is een stevig mesje met vrij kort (ca. 7,5-10 cm) blad en een scherpe punt waarmee men mosselen opent. Het wordt in het scharnier van de schelp gestoken en al wringend wordt de sluitspier doorgesneden. Nadat de schelp open is, wordt het vlies dat het vlees vasthoudt, doorgesneden. Zie ook oestermesje. [MOT]
Likbeen (o.)
Het likbeen is een langwerpig (ca. 12-20 cm lang; ca. 1-2 cm breed) benen handwerktuig met een platte ovaal als doorsnede, en afgeplatte uiteinden. Deze laatste kunnen afgerond of recht zijn, met of zonder groefjes. De schoenmaker gebruikt het likbeen om te polijsten en glad te maken, plooien te verwijderen en naden vlak te wrijven. Te onderscheiden van het vouwbeen. [MOT]
Raamzaag (v.)
De raamzaag dient om in de lengte te zagen, d.i. in de richting van de vezels (zie onder kraanzaag en schulpzaag). Ze bestaat uit een tot twee meter lang houten (1) raam waar in het midden, loodrecht op zijn vlak, een breed zaagblad met evenwijdige zijden gespannen is door middel van wiggen of van schroeven. De grote raamzaag, waarmee bomen in planken gezaagd worden, heeft aan haar bovenzijde en meestal ook aan haar onderzijde, een handvat. Dat kan een rechte stok zijn (2) maar in België schijnt alleen het U-vormig handvat voor te komen. Wanneer er twee zijn, ligt het bovenste in het vlak van het raam en staat het onderste er haaks op. Dat werktuig wordt door twee, drie, soms vier (3) man gehanteerd zoals een kraanzaag. De kleine raamzaag (4) dient om kleinere stukken door te zagen. Ze heeft geen handvat en wordt door één man verticaal gehanteerd. Het gebeurt evenwel dat twee man samen werken; ze houden dan de zaag horizonzaal. [MOT] (1) Uitzonderlijk van metaal (GLÄSER 1937: 323). (2)...
Raapbord (o.)
Plankje met een handvat, dat gebruikt wordt om pleisterwerk door schuren een ruw, zandig oppervlak te geven, of om een betondak af te werken. Het handvat staat niet precies in het midden op het plankje maar zodanig dat men met het voorste deel van het raapbord achter de langs de wand lopende buizen kan schuren. De afmetingen zijn sterk uiteenlopend (van ca. 10 cm/8 cm tot ca. 30 cm/10 cm). De kleinere raapbordjes worden gebruikt voor kleinere vlakken (1). Tegenwoordig bestaan er ook modellen uit kunststof. Zie ook raapspaan. [MOT] (1) JELLEMA: 89 maakt een onderscheid tussen het groot raapbord dat volgens hem gebruikt wordt om het in het ruw gezette werk bij te werken, d.w.z. de gaten te vullen en oneffenheden glad te strijken en het klein raapbord - dat hij schuurbordje noemt - waarmee in ronddraaiende bewegingen de afwerklaag op de ruwe onderlaag wordt aangebracht. Soms wordt om dit schuurbordje een vilten of wollen lap gedaan, om fijner schuurwerk te bekomen.
Raapspaan (v.)
De raapspaan bestaat uit een rechthoekig, of aan één korte zijde afgerond, stalen blad van ongeveer 10 bij 25 cm tot 12 bij 28 cm (1). Het handvat, van hout of van kunststof, is L- of U-vormig. De raapspaan wordt gebruikt voor het tegen de wand zetten en/of afstrijken van bijvoorbeeld structuurpleister. Het blad van de raapspaan is wat dikker en minder soepel dan dat van de pleisterspaan en daardoor minder kwetsbaar. Een hoeveelheid pleister wordt op de raapspaan geschept en onder een lichte hoek tegen de muur of het plafond uitgestreken. Hoe vloeiender de beweging, hoe gladder het effect. Zie ook raapbord. [MOT] (1) MOT V 2022.0030 toont een uitzonderlijk lang exemplaar.
Pureestamper (m.)
Keukengerei waarmee men aardappelen en andere groenten fijn kan stampen. Het bestaat uit een ronde, ev. bolronde, houten schijf waarin een steel steekt. Daarmee worden de gekookte aardappelen door de gaten van een vergiet gedrukt. Het werktuig kan ook in een pureezeef werken en dan is zijn vorm eraan aangepast (1). De houten pureestamper is niet te verwarren met de paddenstoelvormige maasbal. Er bestaan ook pureestampers van metaal, ijzer, aluminium of plaatijzer. Met deze werktuigen, met opengewerkt stampgedeelte, hoeft men niet meer in een vergiet of een zeef te werken. Zie ook aardappelstamper (vee). [MOT] (1) Bv. LUCAS s.d.: 26.