Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 2,831 - 2,840 15,388 resultaten gevonden
Leerschaar (v.)
Schaar (ca. 20 cm) van de leerbewerker waarvan één blad rechthoekig (ca. 8 cm bij 1 cm) is. De bek van de schaar wordt steeds haaks ten opzichte van het materiaal gehouden om te voorkomen dat men onregelmatige snijkanten in het leder krijgt. [MOT]
Lasmes (o.)
Handwerktuig om een keep in de smalle zijde van de hoepels te houwen en om er de uiteinden van af te hakken wanneer ze geplaatst zijn (1). Het kan een licht bijltje met kort en breed blad zijn of vaker, een recht hakmes (hout), beide met één vouw en meestal uit de as liggend blad. Soms wordt een zwaar mes gebruikt i.p.v. het lasmes (2). [MOT] (1) Ook om duighout recht te houwen volgens FOUGEROUX DE BONDAROY 1763: 51. Een gelijksoortig werktuig wordt soms door de draaier gebruikt om het hout te behakken. (2) VAN BAKEL 1962: 17.
Leidstok (stier) (m.)
Een leidstok wordt gebruikt om stieren te leiden. Het werkend deel kan veel verschillende vormen aannemen: een karabijnhaak, een knevel, een gekrulde haak (1) of een neusknijper (2) en is met een houten steel (ca. 90-150 cm) verbonden door middel van een dille. Door het werkend deel van de leidstok in de neusring van de stier of in een losse neusknijper te haken, kan men het dier makkelijk onder controle houden en het naar een ander plaats leiden. [MOT] (1) Die haak dient onderscheiden te worden van de haak van een putwip. (2) Bv. PARTRIDGE: 196.
Lasbikhamer (m.)
Bikhamer van de lasser voor het verwijderden van slakken op de lasrups. In tegenstelling tot de bikhamer heeft de lasbikhamer een lichter (300-450 gr) smaller en een licht naar de steel toe gebogen ijzer met aan één uiteinde een scherpe punt, i.p.v. een pen. De steel kan van hout of ijzer zijn. Laatstgenoemde zijn niet brandbaar en veelal voorzien van een spiraalhandvat (1) tegen de hitte. [MOT] (1) Bv. BAIRD & COMERFORD: 69.
Leerruwborstel (m.)
Borstel waarmee men leder kan ruwen. De schoenmaker hanteert hem om een schoenzool aan te ruwen.  Hij heeft meestal een houten kop (ca. 5 cm bij 3 cm) met aan de afgeronde onderzijde een ijzeren plaatje met daarop korte (ca. 5 mm), geknikte pinnetjes. De kop is bevestigd aan een houten steel (ca. 10-12 cm). In plaats van een ijzeren plaatje kan er ook een vervangbaar stuk leder met pinnetjes zijn. [MOT]
Leesthaak (v.)
De leesthaak is een metalen haak (ca. 17-45 cm lang) met een ringvormig of T-handvat, dat soms van hout is. De schoenmaker gebruikt de leesthaak om de leest uit de afgewerkte schoen te trekken. De haak wordt daarvoor in de gaten gestoken die in de leest geboord zijn. [MOT]
Lardeernaald (v.)
Met een lardeernaald kan men kleine reepjes spek doorheen magere stukken braadvlees trekken. Zij is lang (ca. 15-25 cm) en hol en heeft een scherpe punt aan één kant en een klem of een gespleten uiteinde aan de andere kant waarin een reepje spek bevestigd kan worden. Wanneer men de naald nu volledig doorheen het vlees duwt, sluit het zich om het vet heen. Zie ook lardeerpriem. [MOT]
Landbouwerstang (v.)
Samengesteld handwerktuig dat gebruikt wordt bij het plaatsen van afrasteringen met houten palen. Het bestaat uit twee puntige kaken, een hamerkop, een haak om krammen uit te trekken en een draadknipper. [MOT]
Moersleutel (verstelbare) (m.)
Moersleutel (zie glossarium) met verstelbare bek die - binnen bepaalde grenzen - elke maat van een vier- of zeskantige moer of kopbout kan vatten. De bek staat ofwel haaks op de steel of in een standhoek van ca. 15°. Deze laatste modellen zijn meestal lichter met een kleinere bek. Beide kenmerken vergemakkelijken het gebruik in nauwe ruimtes. Afhankelijk van het model is de bek op verschillende manieren verstelbaar. Bij modellen waarvan de bek haaks op de steel staat, wordt het verstelbare deel, dat zich parallel langs de steel verplaatst, ingesteld door een wig (bv. MOT V 88.0745 a-c3) (1), een draaispil aan de steel (bv. MOT V 2011.0485, MOT V 90.0245) (2) of een tandreep aan de zijkant van de steel waar een stelmoer over draait (bv. MOT V 84.0476) (3). De stelmoer kan ook vervangen zijn door een hefboom (bv. MOT V 97.0259) (4). De draaispil kan zich ook in de steel bevinden. De bediening gebeurt dan met een stelmoer (5) of met een draaiend handvat (bv. MOT V 91.0772). Bij deze laatste...
Maastang (v.)
De maastang (1) is een handwerktuig om kousen en alle breigoed te stoppen of te versterken. Ze kan ook worden gebruikt voor het maken van naaigarnituur zoals franjes, rozetten, enz. De tang bestaat uit verschillende onderdelen: een schaarvormig werktuig met als werkend deel 6 vervangbare naalden (ca. 6,5 cm), een kammetje waarvan de 6 punten in haakjes eindigen en een doorsteker (voor naald). "Bij het stoppen van bv. een gat in een kous neem je de stof tussen duim en vingers en de maastang vat je bij de naalden in de andere hand. Op enige afstand van het gat breng je alle naalden in de stof om zo steken op de naald te nemen. Stop bij het begin van het gat. Neem draad waarmee je het gat wil stoppen en plaats deze telkens, van links naar rechts, tussen de 2 rijen naalden waarmee je een op en neergaande bewegingen maakt. Doe dit tot het de lengte van het te stoppen gat heeft. Neem aan het andere uiteinde van het gat opnieuw enkele steken op. Steek een nieuwe draad, met behulp van de doorsteker...