Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 111 - 120 197 resultaten gevonden
Kloversmes (o.)
Met het kloversmes (1) splijt de diamantbewerker het diamantkristal. Het kloversmes is uit staal vervaardigd en kan van verschillende grootte en gewicht zijn. Het is rechthoekig van vorm, ca. 3 bij 10 cm, en weegt ca. 70 gr. Het kloversmes moet niet scherp zijn daar het moet splijten en niet snijden. Vóór het kloven wordt met een scherpe diamant of laser een kerf in de steen gemaakt. De kerf moet V-vormig zijn. Vervolgens wordt het kloversmes tegen één der schuine zijden van de kerf geplaatst. Met de klovershamer, een ijzeren staaf van 20 à 30 cm of een houten hamer, geeft men een korte slag op het kloversmes om de steen in twee stukken te verdelen. Het doel is aan de ruwe diamant een goede vorm te geven, zodat hij vervolgens gezaagd en/of geslepen kan worden. [MOT] (1) VLEESCHDRAGER: 127-132.
Kraagdrijver (m.)
Een kraagdrijver is een werktuig van de loodgieter om een kraag te vormen in een loden buis, voor aansluiting met een andere loden buis. Het formaat kan sterk van grootte variëren naargelang de diameter van de te verwijden buis, net als de looduitdrijver, opruimkegel en het mofhout, waarmee hij nauw verwant is. De kraagdrijver is een monoxiel, gedraaid werktuig uit palm- of azijnhout dat aan beide uiteindes een cilindrisch, al dan niet afgerond uiteinde heeft. Op een derde van de stang bevindt zich een assymetrische verwijding met een doorsnede van 7 tot 20 cm, waarvan de binnenzijde meestal aan één kant uitgehold is. Er wordt met een hamer op geklopt. Daartoe is meestal een beslagring voorzien op een cilindrisch uiteinde. Zware, industriële modellen voor pijpen met grote diameter zijn bijkomend versterkt met ijzerbeslag. Er bestaan volledig metalen exemplaren voor koperen buizen. [MOT]
Haarspit (o.)
Klein aambeeld voor het haren (scherpen) van zeis of zicht. Het haarspit is een naar onder spits toelopende ijzeren pen, met platte vierkante verstaalde kop (ca. 3-5 cm). Soms is de kop ook wigvormig of zijn beide vormen gecombineerd. Ongeveer in het midden van de pen is een opening waardoor een ijzeren of houten dwarspen steekt om te beletten dat het haarspit tijdens het haren te diep in de grond wordt gedreven. In onze streken zit de maaier neer op de grond, met het haarspit tussen de benen. De zeis of de zicht wordt op het aambeeld gelegd en met een hamer geslagen. Met een haarhamer op het haarspit met platte kop, met een bankhamer op het haarspit met wigvormige kop. Om sneller en gemakkelijker te werken, zijn diverse haartoestellen ontwikkeld. [MOT]
Netekant 8, Berlaar, Belgium
Slöjdmes (o.)
Het slöjdmes is maar één van de handwerktuigen die men in het Zweedse slöjdonderwijs gebruikt (1). De rug van het lemmet loopt recht door tot aan de punt, terwijl de snede in lichte boog richting punt buigt. Een ander model slöjdmes is voorzien van een ''drop-pointlemmet'': een breed gevormd lemmet dat min of meer symmetrisch in een punt uitloopt. Het houten hecht is breder (tot 3 cm) dan het lemmet en ligt goed in de hand. De houtsnijder gebruikt dit scherpe mes om hout te snijden en te kerven, in het bijzonder bij sierhoutsnijwerk. Naast dit mes wordt tijdens het slöjdonderwijs gebruik gemaakt van passer, hamer, beitel, zaag, enz. Zie ook het steekmes (houtsnijder) en het kerfmes. [MOT] (1) VAN DALE: 2617 slöjd is een onderwijsmethode die zich de alzijdige ontwikkeling van het kind ten doel stelt en deze tracht te bevorderen door het te laten werken met karton, klei en hout, LEFEBURE: 155-166.
Capsuleklopper (m.)
De capsuleklopper (1) is een handwerktuig waarmee een capsule - d.i. een metalen dop met pinnetjes onderaan (2) - over de spon van een wijnton geplaatst wordt, zodat deze verzegeld is en klaar voor transport. Het is een houten langwerpige cilinder met onderaan een rond metalen (koperen) onderdeel dat met twee veren verbonden is met de rest van het werktuig. De diameter is afhankelijk van de grootte van het spongat. Bovenaan is er een beslagring aangebracht. De capsule wordt in het werktuig geplaatst, dat vervolgens over het spongat geplaatst wordt. Met een hamer klopt men op het werktuig en de capsule wordt in de ton gedreven. De capsule is groter dan het spongat en omsluit het dus. Het spongat is op deze wijze hermetisch afgesloten. [MOT] (1) Eigen benaming onbekend. (2) De capsule kan gemarkeerd zijn met het kenmerk (cijfer) van de verkoper of met motieven die met de wijnbouw te maken hebben zoals bv. een tros druiven. Gele capsules worden gebruikt voor witte wijn, terwijl voor rode...
Nietenkapper (m.)
Volledig metalen werktuig met aan een uiteinde een kort (ca. 2,5 cm) blad, driehoekig in doorsnede en meestal voorzien van een enkele vouw, en aan het andere uiteinde een driehoekvormig afgeplatte punt dat als hoefijzerdoorslag (1) wordt gebruikt, of een onderkapper. Soms bestaat het werktuig enkel uit het kort blad  en het handvat uit twee stukken hout die op een tong bevestigd zijn. Bij het afnemen van het oude hoefijzer worden eerst de 'nieten', dit zijn de omgebogen uiteinden van de hoefnagels, met de nietenkapper afgeslagen zonder de hoornwand te beschadigen. Daarna vat de hoefsmid het hoefijzer met de kaken van de hoeftang. De snede van de nietenkapper wordt onderaan tegen de niet gezet, het vlakke deel tegen de hoef, zo dat men met een slag van de hamer op de nietenkapper de 'niet' omhoog buigt en al dan niet afslaat. [MOT] (1) Dit om onafgewerkte nagelgaten in het verhitte hoefijzer te openen of groter te maken.
Pikhouweel (o.)
Het pikhouweel wordt door de groefwerker en de mijnwerker gebruikt om steen(kool) los te hakken.Het pikhouweel van de mijnwerker heeft zeer verschillende vormen. Het heeft een 25-35 cm lange vierkantige (ca. 2,5 bij 2,5 cm) of rechthoekige (ca. 3 bij 1,5 cm) punt met aan het andere uiteinde een oog waar de houten steel (ca. 60 cm) in steekt. In plaats van een pikhouweel gebruikt de mijnwerker ook een soort van recht houweel zodat hij met hetzelfde werktuig twee maal langer kan werken. Zie de rivelaine. Om niet het hele werktuig naar de smidse te moeten brengen wanneer het versleten is, wordt ook een pikhouweel gebruikt waarvan de punt losgeschroefd kan worden (1).Het model gebruikt voor rotsen is zwaarder (ca. 3-4 kg) dan dat van de mijnwerker (ca. 1,5-2 kg). Naast de punt is dit model aan het ander uiteinde voorzien van een hamer. [MOT](1) HATON DE LA GOUPILLIERE: 285.
Onderkapper (m.)
Werktuig waarbij hecht, al dan niet uit metaal, en gutsvormig werkend deel meestal een hoek van 90° vormen. Er bestaan ook modellen met in plaats van het hecht een tweede gutsvormig werkend deel van verschillende breedte of waarvan een uiteinde vervangen is door een nietenkapper. Bij het beslaan van een paard gebruikt de hoefsmid de onderkapper om een stukje hoorn uit de wand, vlak onder de omgebogen en afgeknipte nagels, te kappen om te voorkomen dat de niet (dit is het uiteinde van de nagel) na het omnieten (zie hoeftang), buiten de wand zal steken. Het omslaan of omnieten gebeurt om het vastzitten van de nagel te bevorderen. "Bij gevoelige voeten wordt gebruik gemaakt van de nietentang; dit is een zeer nuttig werktuig, waarbij men voor het omnieten den hamer kan missen. Elk militair hoefsmid moet dan ook voorzien zijn van een nietentang en is verplicht deze bij gevoelige voeten aan te wenden" (1). [MOT] (1) KROON & GALLANDAT HUET: 164.
Koevoet (m.)
Metalen ronde of platte staaf van ca. 25-105 cm, met een licht gebogen gespleten uiteinde, de klauw, om nagels uit te trekken. De inwendige randen van de spleet zijn meestal afgeschuind om de nagel gemakkelijker te vatten. Het onderuiteinde van sommige grote modellen is C-vormig gebogen om langere nagels te kunnen uittrekken. Het ander uiteinde van de koevoet is vaak plat gesmeed om bijvoorbeeld kisten open te breken. De Japanse koevoet (Japans: kajiya) verschilt in vorm van het westers model. Hij heeft twee haakse klauwen. Aan de gebogen kant is er een plat slagvlak waarop men met de hamer kan slaan. Om nagels uit te trekken gebruiken de stoffeerder en de schoenmaker een kleine koevoet, namelijk de spijkerlichter met houten hecht. De bontwerker gebruikt de afspijkerkam. De koevoet is te onderscheiden van de handspaak en van het breekijzer. Zie ook kistenbijltje. [MOT]