werktuig
Entbeitel (m.)
De entbeitel wordt bij het spleetenten op betrekkelijk dikke takken of
stammen gebruikt. Hij bestaat uit een houten hecht waarin een ca. 8-10 cm
lang wigvormig blad steekt. Dat laatste is bovenaan 0,4-0,9 cm dik en zijn
snede is recht of holrond. Zijn uiteinde, loodrecht omhoog of omlaag
gebogen, is een andere wig waarvan de snede haaks op het vlak van het blad
staat (1). Het blad wordt op de doorsnede van de tak of de stam geplaatst.
Met een houten hamer wordt erop geslagen. In de zo bekomen spleet wordt de
andere wig, namelijk deze op het uiteinde van het blad, gestoken; ze houdt
de spleet open terwijl het entrijs erin gestoken wordt. [MOT] (1)
Uitzonderlijk liggen beide wiggen in hetzelfde vlak (DU BREUIL: 103).