Zaagstelling

Met de raamzaag en de kraanzaag kan je boomstammen tot planken verzagen. Om met twee aan deze grote zagen te kunnen werken, moet de te verzagen stam op een hoogte gelegd worden, op een zaagstelling.

Er bestaan verschillende vormen van zaagstellingen, afhankelijk van de locatie en het gebruik. Vaak wordt er boven een kuil gewerkt. Dan kan de stam eenvoudig boven de kuil gerold worden. Als er op schragen of een vaste stelling gewerkt wordt, moet de stam met een hijstoestel opgetakeld worden. Bij de stelling die hier staat, kan de stam langs de schuine balk omhoog geschoven worden.

Zaagkuil - © Musée de la Vie Wallonne

 © Martin Corlazolli

Langszagen

Bij het zagen van planken zaagt men in de lengte, met de vezel van het hout mee. De vorm van de tanden en de manier waarop ze geslepen zijn maken dit mogelijk. De kraan- en raamzaag zagen alleen bij de neerwaartse beweging. Vooral de zager die boven staat stuurt de zaag langs de gesmette lijnen. Bij deze zaagstelling wordt de te zagen balk halverwege omgedraaid, en gezaagd van aan het andere uiteinde.

© Martin Corlazolli

© Martin Corlazolli

Raamzaag en kraanzaag

Van in de oudheid zaagt men planken met een zaagblad dat opgespannen wordt in een houten raam: de raamzaag. Op het einde van de 18de eeuw kan men stevigere zaagbladen maken en verschijnt de kraanzaag. Tot in het interbellum wordt er in België met de kraanzaag gewerkt. In grote delen van de wereld is het zagen met de kraanzaag nog dagelijkse kost.


Zaagstelling met raamzaag. Miniatuur uit Conquestes et croniques de Charlemaine, volume III door Aubert David, 1458 (© Brussel, Koninklijke Bibliotheek)

Zaagstelling met kraanzaag in Zoniënwoud - © Koninklijke Heemkundige Kring Sint-Hubertus Tervuren