Na het boorwerk aan de stam werkt de pompboorder de bovenzijde met het pompmechanisme verder af. Hier komt zowel draaiwerk als smeedwerk bij kijken. Proef op de som is de montage van de pompzwengel.
Na het brute boorwerk moet de bovenbouw verder worden beslaan en afgewerkt met zagen, beitels en schaven. Dit kan eerder grof of verfijnd gebeuren naargelang de locatie en het doel van de pomp. Essentieel is wel dat de zwengel zodanig wordt gemonteerd dat de gebruiker ergonomisch kan pompen en de pomptrekker op en neer kan bewegen in het pomplichaam. Als steunpunt voor het scharnieren van de zwengel wordt de bovenzijde van de stam doorgaans tot twee karakteristieke uitsteeksels gezaagd. Men kan ook een afzonderlijk stuk hout zijdelings aan de stam vastmaken om de zwengel te bevestigen. In sommige streken wordt dit een 'knecht' genoemd.
Op ca. 15 tot 30 cm van de bovenzijde wordt met de avegaar een tuitgat geboord, waarin de conische pomptuit zal worden geslagen om het water te laten uitstromen. Op 25-50 cm van de onderzijde van de stam wordt een zijgat geboord voor het aanzuigen van water, soms het lokgat genoemd. Dit wordt zijdelings aangebracht om geen slijk, zand of ander bezinksel van de bodem van de put aan te zuigen. De diameter van het lokgat is slechts enkele centimeters om te vermijden dat bv. kikkers naar binnen worden gezogen.
Vroeger kwam het voor dat men een versleten pomp uit de put trok en omdraaide om nog enkele jaren verder te dienen. De onderzijde moet dan opnieuw bewerkt worden voor een aansluiting met zwengel. Het tuitgat wordt dan lokgat en vice versa.
video: afwerken tot een pomp
De meeste houten onderdelen in het pomplichaam zijn conisch van vorm. Doorgaans draaide de pompboorder ze zelf aan een houtdraaibank. Onze houtbewerker Luc Verachtert draaide de onderdelen in olmenhout al schrapend, terwijl een houtdraaier eerder snijdend zou draaien. Dit is de enige stap in het project waar we met elektrische houtbewerkingsmachines werkten, zoals een houtdraaibank, zaagmachine en kolomboormachine.
- Omdat het water niet rechtstreeks onderaan maar via een zijholte wordt aangezogen, moet het oorspronkelijke boorgat worden afgesloten door een eenvoudige conische tap stevig vast te slaan. Tijdens het draaien worden enkele groefjes voorzien om de tap te omwinden met vlas of hennep. Dit wordt ingewreven met vet, vaak kaarsvet van schapen, om het geheel waterdicht te maken.
- Het pompslot is een kegelvormig, doorboord stuk olmenhout, voorzien van een lederen klepje, verzwaard met een houten blokje. Dit stukje leder wordt aan één kant vastgeslagen zodat het als terugslagklep dient. Het pompslot wordt ter hoogte van de conische overgang van de stam naar het pomplichaam vastgeslagen en wordt eveneens waterdicht gemaakt.
- De pompzuiger is onregelmatig van vorm en vereist dus wat zaag- en boorwerk. Hij is voorzien van een ronde lederen kraag om goed aan te sluiten, geen water te lekken en toch niet te stroef vast te zitten. Deze lederen onderdelen werden vervaardigd op basis van een mal. De pompboorder had daartoe een reeks mallen in zijn atelier voor diverse afmetingen van pompen. De zuiger zit vast aan een lange stang, de pomptrekker, die wordt vastgeschroefd aan de zwengel die hem op en neer in het pomplichaam doet bewegen. Oorspronkelijk was zelfs deze pomptrekker van hout maar wij opteerden om een metalen stang te smeden.
- Het type pomp dat wij vervaardigden, beschikt over een dwarse pompzwengel. De vorm ervan kon per regio verschillen. Wij bevestigden een stuk olmenhout, mooi in vorm gesneden. Sommige pompboorders bewaarden de centrale hoofdwortel aan de boom bij het vellen omdat deze bij uitstek geschikt was om te bewerken tot knecht. Ook beerpompen werken met een uitzwaaiende knecht omdat ze hoger boven de grond uitkomen en om meer kracht te zetten. Het pomplichaam had namelijk een grotere diameter en beer kan zwaarder zijn.
- De pomptuit is een lang en conisch stuk olmenhout dat horizontaal in het tuitgat wordt geslagen om het water vlot en proper in een recipiënt te laten lopen.
video: pomponderdelen maken
Oorspronkelijk werden waterpompen geheel in hout vervaardigd. Naarmate de kostprijs van metalen daalde, werd er geleidelijk meer ijzerbeslag toegevoegd om het mechanisme van de zwengel en onderdelen van het pomplichaam sterker te maken. Het smeedwerk in ons experiment is beperkt tot de stang aan de pompzuiger en het beslag aan de pomptuit. Door een ijzeren versteviging tussen tuit en stam kan de tuit een emmer dragen tijdens het vullen zonder door te buigen. Het smeedwerk werd verricht in de smidse van het MOT aan het Guldendal door Luc Verachtert met behulp van vrijwilliger Patrick Tas.