De boterspaan is een houten handwerktuig met een recht of T-vormig handvat (1). Het blad heeft een plat, geribbelde kant met groeven in de lengterichting. De andere zijde is glad met afgeschuinde randen.
De boterspaan wordt voor allerlei handelingen gebruikt, om te vermijden dat de boter met de handen wordt aangeraakt (2). Uit de karn geraapt - of gespit met de boterspaan -, dient de gewonnen boter te worden gekneed om de karnemelk eruit te werken. Dat kneden kan met de hand gebeuren of met een boterspaan (3). Met twee natte spanen, in elke hand een, wordt de boter nadien in vorm gebracht alvorens ze wordt verpakt (4) of de botervorm wordt gevuld met behulp van de boterspaan. [MOT]
(1) Zie TEN KATE-VON EICKEN, B. 1980: 165.
(2) VAWP: s.v. boterspaan
(3) WEYNS 1974: 924. “Of soms met de boterlepel (Kempen)”.
(4) Volgens ARMINJON & BLONDEL: s.v. palette à essorer le beurre, gebeurt dit met de vlakke zijde. Op afbeeldingen uit CHANCRIN, E. & FAIDEAU, F. 1926: s.v. beurre, gebruiken ze hiervoor het geribbeld blad.
rechts onderaan: boterspaan met T-vormig handvat, uit TEN KATE-VON EICKEN, B. 1980: 165
Kneden van boter, uit CHANCRIN, E. & FAIDEAU, F. 1926: s.v. beurre
Vormen tot boterklomp met behulp van boterspanen, uit CHANCRIN, E. & FAIDEAU, F. 1926: s.v. beurre
Boter vormen in botervorm uit CHANCRIN, E. & FAIDEAU, F. 1926: s.v. beurre