Na het wassen werd, om het drogen te bespoedigen, de natte was uitgewrongen. Dat kon met de hand maar makkelijker ging het met een wringhaak. Dat is een S-vormige haak die op de rand van de waskuip geklemd werd. De natte was werd in de haak gepikt en de twee uiteinden vastgenomen en opgewonden; zo werd het overtollige water eruit gewrongen.
Nog makkelijker ging het met een wringhaak met zwengel. Deze klemde men ook op de rand van de waskuip; ertegenover werd een gewone wringhaak of iets anders waaraan men de natte was kon vastmaken, geplaatst. Door aan de zwengel te draaien, werd het wasgoed opgewonden en uitgewrongen. [MOT]