Met een penworteltrekker trekt men onkruid met een penwortel, zoals distel, zuring of paardebloem, uit de grond. Het werktuig wordt naast de plant in de grond gestoken en met een halve draaibeweging wordt deze gegrepen, waarvan de wortel - bij het trekken - zonder moeite mee uit de aarde komt.
De penworteltrekker bestaat uit een hol blad met schuine snede eindigend in een punt. Een zijde is voorzien van 2 lipjes die de plant grijpen. Het werkend deel is door middel van een dille aan een houten D- of T-steel (ca. 80-140 cm) bevestigd.
Te onderscheiden van de distelsteker waarmee de penwortel onder de bladkraag wordt afgestoken.
Zie ook disteltang en penwortelsteker. [MOT]